Er zijn ruim 425.000 vijftig-plus migranten (cijfers SCP 2017), daarvan zijn 118.000 ouder dan 65 jaar. Het onderwerp ouderenmishandeling is onder migranten nog in de fase van bewustwording, zegt Jeanny Vreeswijk, coördinator van NOOM, Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten. ‘Wij hebben in 2013 en 2016 een campagne gevoerd om het thema ouderenmishandeling meer bekendheid te geven. Daar is helaas geen vervolg aan gegeven. Zowel ouderen als professionals moeten weten wat je kunt doen, als het gebeurt.’
Onwetendheid
Ouderenmishandeling in migranten gemeenschappen heeft evenveel vormen als in de Nederlandse gemeenschap. Het gaat om kinderen en mantelzorgers die beslissingen nemen voor de oudere, tot het opsluiten van een oudere omdat men bang is dat hij of zij weggaat van huis en verdwaalt. ‘Soms worden dingen gedaan met de beste bedoelingen’, zegt Jeanny Vreeswijk. ‘Er is veel onwetendheid, vooral over dementie. Mensen worden opgesloten of een van de kinderen besluit dat een feest, waar de oudere naartoe wil, te druk is.’
Ouderenmishandeling
Vaak hebben mensen geen idee dat dit onder ouderenmishandeling valt, zegt Vreeswijk. ‘Wij maken in onze voorlichtingsbijeenkomsten duidelijk: “Ga meer met de oudere zelf praten in plaats van dat je alles uit handen probeert te nemen”. Op een van onze bijeenkomsten bleek dat ouderen zelf bijvoorbeeld nauwelijks op de hoogte zijn van de mogelijkheden om financieel misbruik te voorkomen. Er bestaan bijvoorbeeld speciale bankpassen met geldlimiet van 25 euro, waarmee je iemand anders boodschappen kunt laten doen.’
Afhankelijkheid
Wat ook niet meehelpt is de vaak kwetsbare positie van oudere migranten. Ze hebben een slechtere gezondheid dan de gemiddelde Nederlandse leeftijdgenoot en ze hebben een slechtere financiële positie. ‘Dat maakt hen afhankelijker van zorg en ondersteuning. Vaak wonen ze in het gezin of met zoon of dochter. Hoewel dat voor de komende generaties veel minder vanzelfsprekend wordt.’
Vroegtijdig signaleren
Misstanden signaleren bij oudere migranten is dan ook niet vanzelfsprekend. Wanneer ouderen de zorg en ondersteuning vinden die ze zoeken, dan is volgens Jeanny Vreeswijk de kans groter dat misbruik of mishandeling vroegtijdig gesignaleerd kan worden. ‘Maar migrantenouderen weten de weg naar professionals vaak niet te vinden’, zegt Vreeswijk, ‘en andersom geldt ook dat instellingen en professionals de oudere migranten niet vinden. In grote steden is er nog wel specifieke zorg en activiteiten gericht op migrantenouderen. Maar in middelgrote steden wordt pas iets ondernomen als er plotseling een misstand aan het licht komt. Daar is het motto: “Je hoort ze niet, dus het zal wel goed zijn”.’
Activiteiten
In ontmoetingscentra en bij specifieke activiteiten voor migranten is het mogelijk om in gesprek te gaan met ouderen over wat mishandeling is, zegt Vreeswijk. ‘Maar het zorgsysteem is veranderd, met de transitie is een groot deel van de specifieke zorg voor oudere migranten weggevallen. De activiteitengroepen voor migrantenouderen zijn wegbezuinigd, iedereen moet naar de algemene dagbesteding twee wijken verderop.’
Vertrouwensband
Wil je misstanden signaleren, dan betekent dat, dat professionals moeten investeren in kennismaking en in het opbouwen van een vertrouwensband met de oudere migrant. ‘Als je het vertrouwen hebt en je biedt aan om te helpen in bepaalde omstandigheden, dan zal een oudere eerder een signaal afgeven dat er iets mis is’, zegt Jeanny Vreeswijk. ‘In veel “huizen van de wijk” worden bijeenkomsten voor oudere migranten georganiseerd. Dat is hartstikke mooi’, zegt Vreeswijk, ‘maar het heeft pas meerwaarde als professionals daar naartoe gaan om de migrantenouderen ook echt te leren kennen.’