Zowel ambtenaren, wethouders als inwoners van gemeenten vinden dat de grens van bezuinigingen is bereikt. Dat blijkt uit een opiniepeiling van Binnenlands Bestuur. Een op de drie ambtenaren verwacht nieuwe bezuinigingen in 2016, zo blijkt uit het onderzoek. Vier op de tien ambtenaren denken dat er in 2016 opnieuw wordt bezuinigd op de huishoudelijke hulp. Drie op de tien ambtenaren voorzien bezuinigingen op de ouderenzorg en de zorg aan langdurig zieken.
Bezuinigingen
Het onderzoek naar de mening van burgers en gemeenteambtenaren over van het gemeentelijk bezuinigingsbeleid is uitgevoerd onder 1.373 ambtenaren en 2.192 burgers en uitgevoerd door I&O Research. Niet alleen inwoners en ambtenaren, maar ook wethouders blijken bezwaar te hebben tegen nieuwe bezuinigingen op zorg en jeugd. De grenzen zijn bereikt, laten wethouders weten. Ze zeggen meer tijd nodig te hebben om bezuinigingen door te voeren.
Wat hebben Nederlanders tot nu toe gemerkt van de decentralisaties? Dat is de centrale vraag in het langdurige onderzoek van I&O Research. Het wordt nog niet beter, maar er is nog geen reden voor paniek. Lees meer>>
Zorg en ondersteuning
Wethouder financiën Jop Fackeldey (PvdA) van Lelystad zegt in Binnenlands Bestuur: ‘We moeten de zorg en ondersteuning op een andere manier regelen. Daar zijn we hard mee bezig, maar dat vergt tijd. Ook van instellingen en van burgers. Ik ben ervan overtuigd dat we een heel eind kunnen komen, als het rijk ophoudt met de opeenstapeling van kortingen. Er komt een moment dat je door de bodem zakt.’
Zachte landing
In Roermond is de situatie niet anders. De nieuwe bezuinigingen die de overheid zou doorvoeren in 2016, moet het college van B&W binnen de eigen begroting opvangen. Wel heeft Roermond geld gereserveerd voor een zogenaamde zachte landing. ‘Hiermee bekostigen wij bijvoorbeeld de inrichting van algemene voorzieningen, die een alternatief kunnen zijn voor de duurdere maatwerkvoorzieningen. Op die manier hoeven deze kosten niet uit het toch al krappe budget bekostigd te worden, en is er geld om onvoorziene zaken op te vangen.’