Door Carolien Stam – Hij heeft zich verschrikkelijk
geërgerd aan de Haagse debatten en ad hoc besluiten die elk gezinsdrama weer
teweeg bracht. Steven van Eijck vindt dat discussies over het falen van de
jeugdzorg niet in Den Haag thuis horen:
‘Die gáán er niet over en het leidt alleen maar tot nog meer regels en
protocollen. De wethouder moet verantwoordelijk zijn, hij moet hangen als er
weer een meisje van Nulde wordt gevonden. Hij zit dichtbij de ouders en het
kind, hij moet er op toezien dat alle informatie bij de juiste instanties
terecht komt en alle betrokken partijen om de tafel zitten.’
Een ‘Ambitiedocument’ noemt Steven van Eijck zijn sturingsadvies zelf. Er
worden piketpalen geslagen en aanbevelingen gedaan voor een geheel nieuwe
verantwoordelijkheidsstructuur. De financiële onderbouwing komt over enkele
weken. De strategie is de politiek eerst te committeren aan het advies om
vervolgens de financiële gevolgen te presenteren. Als kabinet en Tweede Kamer
het advies overnemen, komt er een minister voor Jeugd die vijf jaar de tijd
heeft om het sturingsadvies uit te voeren.
‘Een coördinerend minister van een van de ministeries is onvoldoende,’
verklaart Van Eijck zijn keuze voor een aparte jeugdminister. ‘Die heeft niet
het mandaat en niet de middelen om het nieuwe jeugdbeleid te implementeren.’ De
wethouders voor jeugdbeleid in de gemeente worden eerste en enige
verantwoordelijke. ‘Een man of vrouw met naam en rugnummer, die je kunt bellen
als je kind in de knel zit.’
Sturingsadvies
Ruim drie jaar geleden is na herhaaldelijke blunders in de jeugdzorg de
Operatie-Jong door het kabinet ingesteld. Jeugdcommissaris Steven van Eijck werd
aangesteld om ‘Samenhang in het jeugdbeleid tot stand te brengen, knelpunten op
te sporen en aan te pakken en de onderlinge samenwerking in de jeugdzorg te
verbeteren’.
Na drie jaar onderzoek en veel praten met ‘het veld’, heeft Van Eijck op 26
april zijn ‘Sturingsadvies’ gepresenteerd. Dit testament voor een beter
jeugdbeleid telt vijfentwintig aanbevelingen, zowel op uitvoerend als op
bestuurlijk gebied. Bestuurlijk moet de verantwoordelijkheid voor het
jeugdbeleid komen te liggen bij de gemeente, en wel bij de wethouder jeugd.
Van Eijck stelt een clustering van taken
voor in opvoeding en gezondheid, vrije tijd en opvang, jeugdbescherming en veiligheid.
In het eerste cluster krijgen de nieuwe Centra voor Jeugd en Gezin een centrale rol. Daar
kunnen ouders en kinderen niet alleen met vragen terecht,
maar ook indicatiestelling en hulpverlening zitten er bij
elkaar.
De Bureaus Jeugdzorg zien zo het grootste deel van hun taken – en hun
personeel – verhuizen naar de centra die ‘om de hoek’, dichtbij de ouders en
kinderen, zullen verrijzen. Specialistische hulpverlening blijft regionaal
georganiseerd, evenals de jeugdbescherming en jeugdreclassering.
Het Centrum voor Jeugd en Gezin gaat de spil vormen voor opvoeding,
preventie, indicatie en hulpverlening. Wordt dit nu het loket dat Bureau
Jeugdzorg had moeten zijn?‘De professionals komen er bij elkaar. Dat gebeurt
nu ook steeds meer. Er zijn al veel van dit soort initiatieven, vooral in
grote gemeenten, waar professionals een fysieke omgeving zoeken in de wijk om bureau
te houden en met elkaar te communiceren. Dat werkt prima. De functies die nu
bij Bjz zitten verhuizen inderdaad voor een belangrijk deel naar de Centra voor
Jeugd en Gezin. Bureau Jeugdzorg wordt veel belangrijker, die zitten straks om de
hoek.’
Jarenlang hield men – en ook u – vol dat de wachtlijsten wel over
zouden gaan als Bjz maar efficiënter ging werken. Uiteindelijk blijkt het vooral
ook een capaciteitsprobleem.‘Op dit moment heeft één Bureau Jeugdzorg
te maken met vijftig of honderd verschillende financieringsstromen, die allemaal
verantwoord moeten worden. Door financieringsstromen te bundelen, ben je veel
administratieve last kwijt. Dat schept ruimte voor de beroepskracht, die kan
meer tijd aan het kind besteden.’
‘Ik denk dat met de gemeentelijke verantwoordelijkheid, ook scherper wordt
ingekocht. De wethouder gaat kijken wat hij nodig heeft. Als je een goed product
biedt, doe je het goed als instelling. Nu krijg je geld als je lange
wachtlijsten hebt. Dat is toch zot. We financieren de wachtlijsten en daarmee
ook de bureaucratie.’
In zijn sturingsadvies brengt Van Eijck een duidelijke
splitsing aan tussen jeugdzorg en jeugdbescherming. ‘Moet je ouders die advies
en hulp bij de opvoeding willen naar hetzelfde bureau sturen dat je kind afpakt
als het uit de hand dreigt te lopen? Zo zien ouders dat wel. Dus moet je dat
scheiden. Kom je voor advies of lichte hulp, ga je naar het Centrum voor Jeugd
en Gezin. Heb je specialistische hulp nodig, kunnen ze je daar doorsturen.
Komt het kind in een ondertoezichtstelling terecht of een justitieel
traject, dan verlaat het ’t Centrum voor Jeugd en Gezin.’
De provincies gaan de jeugdzorg inleveren aan de gemeenten. Is de
huidige provinciale verantwoordelijkheid een wanconstructie?‘Het
werkt niet. Het schept gelaagdheid, bureaucratie en is veel te ver van de ouders
en het kind georganiseerd. Maar de gemeenten kunnen die verantwoordelijkheid
niet in één keer overnemen. Dat moet geleidelijk. De minister van Jeugd gaat dat
begeleiden en als de verantwoordelijkheid overgeheveld is kan de minister weer
opgeheven worden.’
Kunnen we dan ook de Wet op de jeugdzorg afschaffen? De huidige
staatssecretaris heeft die wet ingevoerd.‘Nou nee…. Wetsaanpassingen
brengen veel onrust teweeg en duren lang. Ik ben niet van de politiek, ik kijk
wat mogelijk is en dan zie ik dat er binnen de huidige wet- en regelgeving
stappen gezet kunnen worden die een onomkeerbaar proces in gang zetten om de
verantwoordelijkheid voor jeugdzorg naar de wethouder te brengen. Dat betekent
feitelijk dat er over vijf jaar geen taken meer zijn op dat gebied voor de
provincies, ja.’
In uw aanbevelingen staat: ‘de Wmo kan een wettelijk kader bieden om de
gemeente de regie voor jeugdzorg te geven’. Dan omzeilt u toch de Wet op de
jeugdzorg?Hij glimlacht veelbetekenend. ‘In de Tweede Kamer is
afgesproken dat die wet binnen nu en een jaar geëvalueerd wordt. Dan wordt ook
specifiek naar de rol van de provincies gekeken. Dat wil ik niet doorkruisen,
laten we afwachten wat daar uit komt. Het is niet nodig nu die Wet op de
jeugdzorg naar de schroothoop te brengen.’ ‘Leuk hè, zo’n minister voor jeugd,’
laat Van Eijck zich in zijn enthousiasme ontvallen.
Niks voor u?‘Ik geloof dat je lid van een politieke partij
moet zijn, dat ben ik niet,’ redt hij zich eruit.
Komt uw advies tegemoet aan de ruimte die professionals in de jeugdzorg
opeisen? Zij lopen aan tegen muren van onmacht en onmogelijkheden om een kind
adequaat te helpen.‘Zeker.’ Dan als door een wesp gestoken: ‘Ik heb me
verbaasd over hoe die mensen het uithouden. Ze vechten tegen de bierkaai! Ze
zijn veel te lijdzaam, ik snap niet waarom er geen massale staking is
uitgebroken. Maar zij maken telkens de afweging: “Ik kan een hoop tumult maken
of de energie beter aan het kind besteden”. Dat is waarschijnlijk de reden dat
het systeem nog een beetje heeft gefunctioneerd.
‘Als er iets gebeurt in de hulpverlening moeten die hulpverleners
geraadpleegd worden. Zíj gaan over het kind. De wethouder maakt een beleidsplan,
verzamelt de informatie, zorgt voor de regie tussen de schakels. Als het fout
gaat kunnen vader en moeder naar de wethouder gaan en zeggen: “Luister, mijn
Pietje heeft geen diploma en valt uit school. Zorg voor een vervolgopleiding of
voor een baan.”’
‘Als de eindverantwoordelijkheid bij die wethouder
ligt, wordt de verkokering doorbroken en kan de professional veel meer het
vertrouwen krijgen. Zij kunnen elkaar aanspreken op hun acties en op afspraken
die ze met elkaar maken over dat gezin. Dat vergt niet een enorme
cultuurverandering, ik denk dat de beroepskrachten dat best willen, zij stellen
namelijk het belang van het kind centraal.’
Lees ook:
href=”https://www.zorgwelzijn.nl/portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/tsge_portlet_zw_news1_1_actionOverride/___2Fportlets___2Fts___2Fge___2Fnews1___2Fcontent___2FshowDetailsList/_windowLabel/tsge_portlet_zw_news1_1/tsge_portlet_zw_news1_1channel/5601/tsge_portlet_zw_news1_1id/56121/_desktopLabel/zorgwelzijn/_pageLabel/tsge_page_nieuws/index.html”>Provincies
over jeugdzorgadvies: ‘Kinderen worden niet beter geholpen’ en
href=”https://www.zorgwelzijn.nl/portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/tsge_portlet_zw_news1_1_actionOverride/___2Fportlets___2Fts___2Fge___2Fnews1___2Fcontent___2FshowDetailsList/_windowLabel/tsge_portlet_zw_news1_1/tsge_portlet_zw_news1_1channel/5601/tsge_portlet_zw_news1_1id/56037/_desktopLabel/zorgwelzijn/_pageLabel/tsge_page_nieuws/index.html”>13
miljoen voor probleemgezinnen Links: Ministerie van VWS,
href=”http://www.minvws.nl/nieuwsberichten/djb/2006/extra-geld-voor-hulp-aan-probleemgezinnen.asp”
target=_blank>Extra geld voor hulp aan probleemgezinnen , Operatie Jong,
class=””
href=”http://operatie-jong.nl/cms/index.php?option=com_content&task=view&id=169&Itemid=1″
target=_blank>Sturingsadvies Steven van Eijck: Koersen op het kind ,
Inter Provinciaal Overleg,
href=”http://www.ipo.nl/templates/?ipoalgemeen=110&node=118&subnode=112&yearweek=2006-17&item=12644″
target=_blank>JONG-advies brengt jeugdzorg terug bij af