Minister Donner trekt volgend jaar 5,2 miljoen euro uit om mediation – bemiddeling zonder tussenkomst van de rechter – te stimuleren. Landelijke netwerken voor informatie en advies moeten burgers doen besluiten minder conflicten bij de rechter uit te vechten. Naar verwachting zijn in 2007 de voorzieningen bij alle gerechten en juridische loketten gerealiseerd. Doel is vooral de druk op de rechterlijke macht te verlichten, maar het bespaart de overheid ook veel geld. De jeugdzorg is één van de sectoren waarin inmiddels ervaring met mediation is opgedaan. Vooral rondom echtscheidingen en omgangsregelingen is de bemiddeling aan een opmars bezig. Slechts enkele Bureaus Jeugdzorg bieden mediation standaard aan, waaronder die in Utrecht, Amstelveen en Dordrecht.
Verwijt
Robs ouders – Miranda en Jacob – zijn zeven jaar geleden gescheiden. Rob (13 jaar) woont bij zijn moeder en ziet zijn vader één keer per twee weken. Rob vertoont steeds opstandiger gedrag naar zijn moeder toe, geeft regelmatig een grote mond en slaat haar. Hij heeft er last van dat zijn ouders heel verschillende regels in de opvoeding hanteren. Omdat Miranda en Jacob al enkele jaren niet meer met elkaar communiceren, fungeert Rob als ‘boodschapper’ tussen hen. Miranda en Jacob geven aan bemiddelingsgesprekken te willen voeren. Ze verwijten elkaar in het eerste gesprek van alles. Zo zegt Miranda tegen Jacob: ”Jij weet het altijd beter” en zegt Jacob tegen Miranda: ”Jij bent nooit consequent tegen Rob”.
Na een tweejarige experimenteerfase besloot Bureau Jeugdzorg Utrecht om in 2002 bemiddeling als methodiek in te voeren. In de jeugdzorg werd steeds duidelijker dat aangemelde jongeren, waarvan de ouders gescheiden waren, problemen hadden met hoe hun ouders met elkaar omgingen en over elkaar praatten. Jongeren vertelden in intake- en hulpverleningsgesprekken hoe hun gescheiden ouders ruzie maakten aan de deur en dat zij boodschappen tussen hen moesten overbrengen. Over ouders die elkaar doodzwegen tegenover de kinderen, of na jaren nog tegen elkaar procedeerden.
Overigens wordt bemiddeling niet bij elke situatie ingezet. Zo is het niet effectief als ouders tijdens de bemiddeling lopende juridische procedures niet willen opschorten, als er te weinig draagvlak is, als er sprake is van psychisch of lichamelijk geweld tussen ouders, als er bij één van de ouders sprake is van psychiatrische problematiek of als de veiligheid van ouders of kinderen niet kan worden gewaarborgd.
Advocate/psychologe Brigitte Chin-A-Fat, die in maart promoveerde op een onderzoek naar de meerwaarde van scheidingsbemiddeling, somde eerder dit jaar enkele nadelen van rechterlijke inmenging op. Chin-A-Fat constateerde dat scheidingen, die hard tegen hard bij de rechter worden uitgevochten, nadelig uitpakken voor de kinderen. Een kind zou eerder sociaal-emotionele schade oplopen, kan op school minder presteren en belandt in het ergste geval in de criminaliteit. Daarnaast kunnen bemiddelaars voorkomen dat in de haast – bij zogeheten ‘flitsscheidingen’ – geen goede regelingen voor de kinderen worden getroffen.
Doorbraak
Na een korte kennismaking zoekt de bemiddelaar naar de zorgen en wensen áchter de harde standpunten van Miranda en Jacob. Zo blijkt dat Miranda Jacob belt als er problemen zijn met Rob. In de beleving van de vader moet hij dan maar weer klaar staan. Maar hij mag Rob niet thuis bij Miranda aan de deur ophalen, omdat zij Jacob niet wil zien. Dit snapt hij niet. Miranda zegt dat zij Jacob belt, omdat zij hem altijd een goede vader voor Rob heeft gevonden en dat zijzelf het nu niet meer alleen aankan. Zij voelt zich een mislukking als opvoedster als Jacob weer eens ongevraagd adviezen aan haar geeft.
Miranda vertelt dat zij Jacob op een afstand houdt, omdat zij verbaal minder sterk is dan hij. Ook is zij bang dat Jacob steeds meer een rol in haar leven krijgt en hij Rob uiteindelijk helemaal bij zichzelf wil laten wonen, van haar wil ‘afpakken’. Jacob geeft toe dat hij verbaler is en daardoor snel en ongevraagd advies geeft aan Miranda. Zijn bedoeling is haar te willen helpen. Hij is er niet op uit om Rob ‘af te pakken’, hij vindt juist dat Rob in zijn vertrouwde omgeving bij zijn moeder moet blijven wonen.
Wanneer besloten is tot bemiddeling, poogt een onafhankelijke bemiddelaar (mediator) in een reeks gesprekken met beide partijen tot een oplossing van het conflict te komen. De mediator is ‘slechts’ de procesbewaker: hij is geen rechter en velt geen oordeel. Het doel van de bemiddelingsgesprekken is doorgaans het verbeteren van de communicatie tussen ouders, waardoor betere afspraken gemaakt kunnen worden over de omgangsregeling van de kinderen. Een rustiger verloop in het onderlinge contact komt zowel de ouders als de kinderen ten goede. Aan het einde van de bemiddeling heeft de bemiddelaar een zogeheten ‘vaststellingsovereenkomst’ opgesteld. In deze overeenkomst tussen Bureau Jeugdzorg en ouders, die door ouders en bemiddelaar worden ondertekend, staan alle gemaakte afspraken op een rijtje. De overeenkomst heeft geen rechtsgeldigheid, maar benadrukt wel de resultaten die ouders samen bereikt hebben in de bemiddeling.
Nadat Jacob en Miranda hun gedrag hebben verduidelijkt, ontstaat er weer ruimte voor communicatie tussen hen. Voorheen konden of durfden zij veel dingen niet tegen elkaar te zeggen. De verkokerde blik waardoor Miranda en Jacob verkrampt op hun standpunten bleven, is doorbroken. Vervolgens onderhandelen ze over een ruimere omgangsregeling voor Jacob. Hij mag Rob voortaan aan de deur bij Miranda ophalen. En zij moet er voor waken niet snel Jacob te bellen en hem er op te wijzen als hij weer eens ongevraagd advies geeft. Rob hoort zijn ouders positiever over elkaar praten en ziet hen in de praktijk weer meer als ouders functioneren. Dat geeft hem meer rust en duidelijkheid en komt zowel zijn gedrag als de thuissituatie bij Miranda ten goede. Tijdens de bemiddelingsgesprekken – vier in totaal – zijn Jacob en Miranda ook langzaam ‘ontdooid’. Voor het eerste gesprek zat Jacob in de wachtkamer, terwijl Miranda wachtte op de gang, om maar niet met hem in één ruimte te hoeven zitten. Voor het derde gesprek wachtten ouders gezamenlijk al pratend met elkaar in de wachtkamer. Na het laatste gesprek gingen zij samen in één auto weg.
Mediation
De groei van mediation (bemiddeling) in de jeugdzorg is enerzijds ontstaan omdat de Bureaus Jeugdzorg merkten dat hun aanbod achterliep bij de vraag, maar ook stootten de Raden voor de Kinderbescherming de bemiddelingsgesprekken af. Zij vonden dat dit hulpaanbod meer thuishoorde bij de Bureaus Jeugdzorg, omdat deze zich immers richten op een vrijwillige samenwerking met ouders. Momenteel verschilt het per provincie welke instelling bemiddeling aanbiedt. In een aantal plaatsen voert de Raad voor de Kinderbescherming nog steeds bemiddelingsgesprekken, of werkt de Raad nauw samen met een Bureau Jeugdzorg.
Een onafhankelijke bemiddelaar (mediator) poogt in een reeks gesprekken met beide partijen, die vrijwillig de gesprekken aangaan, tot een oplossing van het conflict te komen. De mediator is ‘slechts’ de procesbewaker: hij is geen rechter en velt geen oordeel. Het doel van de bemiddelingsgesprekken is doorgaans het verbeteren van de communicatie tussen ouders, waardoor zij zelf tot een oplossing komen.
Vooral rondom echtscheidingen en omgangsregelingen is de bemiddeling aan een opmars bezig. De bemiddeling bij Bureau Jeugdzorg Utrecht bestaat uit gemiddeld vijf gesprekken met ouders. Meestal worden de kinderen ook bij het eerste en laatste gesprek betrokken. Zo kunnen zij het belang zien van ouders die met elkaar in gesprek zijn. Aan het einde van de bemiddeling heeft de bemiddelaar een zogeheten ‘vaststellingsovereenkomst’ opgesteld. In deze overeenkomst tussen Bureau Jeugdzorg en ouders, die door ouders en bemiddelaar worden ondertekend, staan alle gemaakte afspraken op een rijtje. De overeenkomst heeft geen rechtsgeldigheid, maar benadrukt wel de resultaten die ouders samen bereikt hebben in de bemiddeling.