Al op het erf kun je zien dat er op jeugdzorgboerderij De Wilgenhof flink wordt geleefd. Skelters, half afgebouwde stenen hutten, tractors, melkbussen met bloemetjes erin, een grote trampoline, het erf staat er vol mee. Jacky (17) en Iris van den Heuvel (23) zijn druk bezig in de geitenstal. Iris zet een geit op de houten verhoging en sluit de melkmachine aan. De geit kijkt ontspannen om zich heen. Af en toe neemt ze een slok uit de drinkbak. Iris, zwarte leren jas en opgemaakt, draagt in tegenstelling tot Jacky geen werkoverall. ‘Dat moet ze eigenlijk wel hoor’, verklaart Jacky. ‘Maar ja, dat is niet in de mode hè.’
Iris en Jacky zijn twee van de zes jongeren die vandaag op boerderij De Wilgenhof werken. Al hebben ze een verschillend doel. Iris loopt stage vanuit de opleiding Sociaal Maatschappelijke Dienstverlening. Ze maakt, onder andere, hulpverleningsplannen voor de jongeren die op de boerderij werken. ‘En ik werk ook wat mee om het bedrijf te leren kennen’, licht ze toe. ‘Al ben ik niet echt een boerderijmens.’
Gepest
Jacky groeide op op boerderijen. Ze is gek op dieren. Sinds januari werkt ze drie dagen per week op De Wilgenhof. Daarvoor was ze anderhalf jaar niet meer naar school geweest. ‘Ik ben twaalf jaar gepest’, vertelt ze terwijl ze de verslaggeefster niet echt aankijkt en haar hoofd voortdurend wegdraait. ‘Op het laatst durfde ik helemaal niet meer naar school. Al had ik toen wel vrienden.’ In overleg met de leerplichtambtenaar plaatste Bureau Jeugdzorg Jacky op De Wilgenhof. De eerste week vond ze het doodeng. Maar daarna was dat gevoel snel verdwenen. Hoe komt dat? ‘Het zijn hier allemaal echte boeren’, is haar verklaring. ‘Het zijn mafkezen, we hebben veel lol samen. En niemand is bang om zijn handen vies te maken.’
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nummer 5, mei 2010.