Door Olga van Hattum –
Een dagje uit, naar het theater of uit eten. Voor mensen die chronisch ziek zijn,
eenzaam zijn of een psychiatrische aandoening hebben, is het vaak onbereikbaar.
Joke Zwanikken probeert daar al zeven jaar lang verandering in te brengen.
Ze is erg blij met de prijs. ‘Niet voor mezelf, maar voor de doelgroep, vanwege
de landelijke erkenning die het inhoudt.’
name=Verwenzorg>Verwenzorg is bedoeld voor wie niet zelf kan organiseren,
vertelt Zwanikken. ‘Het is een vorm van maatschappelijk ondernemen. Ik wil ‘het
volk’, zoals ik het maar even noem, beter uitleggen wat er aan de hand is. Want
chronisch zieken hebben ook behoeften, net als u en ik. Het gaat ook om het
kweken van begrip.’
De verwenzorg heeft volgens haar een positief effect op de hele maatschappij.
En ook in de politiek is er draagvlak, zoals bij de staatssecretaris
van VWS. ‘Mevrouw Ross heeft ook verwenzorg gedaan. Kinderen hebben toen
ballonnen opgelaten met daaraan een wens. Die wensjes werden ook vervuld. En het
ging dan niet om ‘Bart Smit-verwenzorg’, zoals ik dat dan noem, maar om
aandacht.’
DraagvlakVerwenzorg zou eigenlijk in het
instellingsbudget of in de zorgverzekering moeten worden opgenomen, vindt
Zwanikken. ‘Heel veel verwenzorg is geen verwenzorg maar reguliere zorg. De
dingen die nu extra zijn, deden we vroeger erbij.’ Maar het moet geen beleid
worden, zegt ze fel. ‘Je kunt er geen protocol van maken of er nota’s over
schrijven. Dat is de dood in de pot. Al die vergaderingen, dat kost alleen maar
geld. Hou daar toch mee op! Van dat geld kun je ook een paar mensen blij
maken.’
Draagvlak binnen de instelling is wel van belang, benadrukt ze. ‘Als de
Raad van Bestuur er niet achter staat, hou dan maar op! Ik nodig ze altijd uit,
en dan zie ik in twee minuten of het lukt of niet.’ Ze voegt eraan toe: ‘Meestal
lukt het.’ Het succes van verwenzorg heeft volgens haar niets te maken met de
hogere eisen die mensen stellen aan de zorg. ‘Ik denk dat mensen vooral hogere
eisen stellen aan het ‘menszijn’.’
Fulltime
Zwanikken heeft het er druk mee. Zo druk zelfs, dat ze inmiddels fulltime met verwenzorg bezig
is. De Reinier van Arkelgroep, haar werkgever in Den Bosch, heeft haar
daarvoor toestemming gegeven. De verwenzorg is goed op gang gekomen sinds ze er
zeven jaar geleden mee begon. Het was een sneeuwbaleffect, vertelt ze. Ze wordt
regelmatig benaderd door verpleegkundigen en het is niet meer nodig bedrijven om
medewerking te vragen.
Zwanikken: ‘Ik schooi nooit, maar je moet wel eerst uitleggen waar het om
gaat. En je moet niet over sponsoring praten, daar houden ze niet van. Ik
schrijf geen brieven, maar ik stuur wel eens een ‘kersenkaartje’ [kersen zijn
het ‘logo’ van verwenzorg – red.] met een verzoek. Op die manier kregen we
bijvoorbeeld eens toegangskaarten voor het Dick Bruna-huis in Utrecht. Ook
konden we een keer met 230 kinderen naar de Efteling. Het ging om een bom geld,
maar het mocht gewoon.’
AcceptatieEr is altijd een manier, volgens Zwanikken.
‘Het ligt voor het oprapen. Maar de psychiatrie, waar ik altijd in gewerkt heb,
is daar nooit goed in geweest: ‘die mensen zijn zielig, die willen dat allemaal
niet’. Maar die mensen vinden het hartstikke mooi.’ Want het langetermijneffect
van verwenzorg is heel groot, zegt ze. ‘Het begint al van tevoren, met de
uitnodiging. En maanden later hebben de deelnemers het er nog over.
Bovendien vergroot zo’n uitje het gevoel van eigenwaarde.’ Acceptatie is
een sleutelwoord. ‘Mensen hebben het gevoel ergens deel van uit te maken en
welkom te zijn. We hadden eens een diner in het mooiste huis van Vught. De
mensen zaten toen vier uur aan tafel! Terwijl het eten in een instelling normaal
in tien minuten klaar is.’
Het gaat niet alleen om groepsuitjes. Ook individuele wensen worden
vervuld. ‘Voor sommige mensen is een kopje koffie in een restaurant al een
uitje. Maar we willen het daarbovenuit tillen. Een mevrouw wilde bijvoorbeeld
eens een tochtje maken met een vliegtuigje. Iedereen zegt dan: ‘dat kan niet’.
Maar het kan wél! Je moet het normaliseren.’
Gedreven
Verwenzorg is dan ook voor iedereen, vertelt Zwanikken. ‘Ik mix
verschillende instellingen en doelgroepen: jong, oud, gehandicapt, psychiatrisch
patiënt, alles door elkaar. En als het kan een hotemetoot erbij. Zo maken ze
kennis met elkaar op een bijzondere manier. Ik denk wel eens “Hoe zal dat
lopen”, maar het gaat altijd goed.’ Maar de minst mondige groep vindt Zwanikken
toch het belangrijkst. ‘We moeten vooral de mensen benaderen die zo ziek zijn
dat ze niet meer zelf kunnen vragen.’Joke Zwanikken is een gedreven vrouw.
‘Ik ga eind van dit jaar uit dienst, maar ik blijf dit gewoon doen. Ik wil
blijven ondernemen, en dingen met mensen blijven doen.’
Prof. dr. Paul Schnabel, voorzitter van het Fonds, reikt de prijs
uit tijdens de Publieksdag van het Fonds Psychische Gezondheid vandaag
(donderdag 18 mei) in het NBC in Nieuwegein.
Publicatie: Verwenzorg, gewoon doen! Rob Bruntink en
Joke Zwanikken-LeendersElsevier gezondheidszorg, MaarssenISBN 90 3522 66
31Bestellen bij
href=”http://www.productonline.reedbusiness.nl/product.asp?catalog%5Fname=RBI&category%5Fname=&product%5Fid=026H8%28Octopus%29&cookie%5Ftest=1″
target=_blank name=”Boek Verwenzorg”>Reed Business Information
Link: Site
href=”http://www.verwenzorg.nl” target=_blank name=Verwenzorg>Verwenzorg