Jonggehandicapten krijgen meestal een Wajong-uitkering (arbeidsongeschiktheids- voorziening jonggehandicapten) als ze achttien jaar worden. Het kabinet wil deze jongeren aan werk helpen en hen zo perspectief bieden.
Voor jonggehandicapten zonder perspectief op de arbeidsmarkt blijft het bestaande systeem gelden. Ook wil de regering jongeren met een beperking van jongs af aan beter voorbereiden op de mogelijkheden om te werken. De overgang van school naar een baan moet makkelijker worden.
Over grenzen
Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stuurt over deze plannen een brief naar de kamer. Het voorstel is een reactie op een advies van de Sociaal Economische Raad (SER) en een onderzoek van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI). Volgens de inspectie is nauwe samenwerking tussen sectoren vanuit een eenduidige visie essentieel. ‘Daarbij is het van belang dat organisaties meer dan nu over de grenzen van het eigen domein kijken om actie te ondernemen.’
Sterke groei
Het aantal mensen met een Wajonguitkering groeit sterk. Als er niets gebeurt, zal het huidige aantal van 161.000 oplopen tot 300.000 rond 2040. Ongeveer een kwart van de mensen met een Wajong-uitkering heeft (met ondersteuning) een baan, van wie tweederde in de sociale werkvoorziening.
Werk eerst
Volgens het kabinet is het onaanvaardbaar dat zoveel jeugdigen al op jonge leeftijd aan de kant staan. Het krijgen van een ‘gewone’ baan staat voorop; pas daarna komen beschermd werk of andere activiteiten.
Centra jeugd en gezin
Om de kans op het krijgen van een baan te vergroten, moeten jongeren met een beperking al op jonge leeftijd ondersteuning krijgen. De nieuwe Centra voor Jeugd en Gezin kunnen bijdragen aan vroegere onderkenning van problemen door meer gerichte aandacht te schenken aan kinderen met beperkingen. Ook door voor- en vroegschoolse educatie kunnen de problemen eerder worden aangepakt.
Onderwijs
Leerlingen met een beperking die extra ondersteuning nodig hebben, krijgen onderwijs dat aansluit bij hun behoeften en mogelijkheden. Scholen gaan daarvoor samenwerken in regionale netwerken. Daarnaast moeten scholen ervoor zorgen dat deze jongeren meer gericht kunnen toewerken naar een werkplek. In het (speciaal) onderwijs wordt meer aandacht op het arbeidsmarktperspectief gevestigd.