‘De huidige aanpak van kindermishandeling schiet nog steeds tekort, het aantal mishandelde kinderen neemt niet af,’ zegt Mariëlle Dekker, directeur van Augeo, een stichting voor veiligheid en welzijn van kinderen en jeugd. ‘De stem van jongeren ontbreekt in de aanpak van kindermishandeling. Reden voor ons om de Jongerentaskforce Kindermishandeling op te richten, ondersteund met een onderzoek onder 787 jongeren, gemiddelde leeftijd 15 jaar, naar mishandeling.’ Opmerkelijke uitkomst: 40 procent van de jongeren weet niet tot wie men zich kan wenden. Jongeren willen op school leren wat ze moeten doen als ze zelf – of via vriend of vriendin – in aanraking komen met mishandeling.
Resultaten onderzoek
Vanmiddag, maandag 18 november, overhandigt de kersverse Jongerentaskforce Kindermishandeling de resultaten van het onderzoek onder bijna 800 jongeren rond 15 jaar aan staatssecretaris Van Rijn van VWS en minister Opstelten van Veiligheid en Justitie. Het onderzoek is uitgevoerd door het jongerenpanel van het NJR – koepel van jongerenorganisaties. De Jongerentaskforce Kindermishandeling, opgericht door Augeo, bestaat uit jongeren die zelf met kindermishandeling in aanraking zijn geweest of betrokken zijn door werk of studie. Maandag 18 november wordt ook de derde monitor van de (volwassenen) Taskforce aangeboden aan de ministers Opstelten van Veiligheid en Justitie en Van Rijn van Volksgezondheid. In deze monitor wordt de voortgang per actie uit het Actieplan Kinderen Veilig 2012-2016 beschreven en van acties naar aanleiding van de door het kabinet overgenomen aanbevelingen van de commissie-Samson.
Themalessen
Uit het onderzoek blijkt dat jongeren grote behoefte hebben aan informatie over wat ze zelf kunnen doen als ze in aanraking komen met mishandeling. ‘Ze willen er met een leerkracht over kunnen praten,’ zegt Mariëlle Dekker van Augeo Foundation, dat het initiatief nam voor de Jongerentaskforce. ‘Jongeren pleiten voor themalessen op school over wat ze kunnen doen als ze zelf, of vrienden in aanraking komen met mishandeling.’ Opmerkelijk is dat jongeren rond de 15 jaar vinden dat mishandelende ouders hulp moeten krijgen, eerder dan straf. Dekker: ‘Zij voelen kennelijk haarfijn aan dat mishandeling vaak niet kwaadaardig is, maar te maken heeft met overbelasting en opvoedproblemen.’
Onveilig
Van ondervraagde jongeren geeft 13 procent aan zich thuis onveilig te hebben gevoeld. Van hen zegt 22 procent daar met niemand over te praten. De meeste jongeren praten wel over mishandeling met vrienden, maar die vrienden weten meestal niet waar ze naar toe moeten met die informatie. Een op de drie respondenten kent een of meerdere leeftijdgenoten die in aanraking zijn gekomen met mishandeling.
Sleutelrol
Volgens Dekker blijkt uit het onderzoek duidelijk dat de leerkracht een sleutelrol heeft bij de aanpak van kindermishandeling. ‘De leerkrachten kunnen die rol nu nog niet aan, want in de opleiding wordt aan dit thema geen aandacht besteed en op school wordt nauwelijks voorlichting gegeven over aanpak van kindermishandeling. In de actieplannen van de overheid, die vanaf 2008 bestaan, is men hard aan de slag. Maar maatregelen die worden genomen zijn bijna uitsluitend voor professionals en beleidsmakers. De stem van jongeren zelf is hard nodig.’