Door Ephraïm Patty – ‘Mijn vrienden willen hier liever niet met me over straat. Als welzijnswerker bij Place2B, het jongerencentrum in Almere Buiten, zien mensen je al gauw als aanspreekpunt. Ik word dan ook om de haverklap aangehouden door jongeren of hun ouders als ik hier door het winkelcentrum loop, wat ik zelf trouwens absoluut niet erg vind.’
‘Ik zit nu zo’n veertien jaar in het welzijnswerk. Van kleins af aan had ik al het idee dat ik veel met mensen wilde werken, ik had ook het liefst veel mensen om me heen. Het was niet zo dat ik toen al het idee had om specifiek met jongeren te werken, ik merkte tijdens mijn studie dat ik dat erg prettig vond. Het mooie van jongeren is namelijk dat ze zo ontzettend eerlijk zijn.’
‘Mijn stage bij het buurthuis in Almere Haven was heel leuk, het was heel uitvoerend Nadat ik mijn hbo-opleiding Cultureel maatschappelijke vorming had afgerond, belden ze me meteen op. Of ik daar niet wilde werken. Omdat mijn stage ontzettend beviel, heb ik ja gezegd.’
‘Het zou eigenlijk voor een jaar zijn, maar van het één kwam het ander en ik werk nu nog steeds voor De Schoor, de organisatie achter al het welzijnswerk in Almere.’
‘Ik werd aangenomen als coördinator, waardoor ik meer taken kreeg dan tijdens mijn stage. Ineens moest ik heel veel tijd besteden aan vergaderen en andere bureaucratische zaken. Daarnaast kwam ik nou niet bepaald in een gespreid bedje terecht, waardoor ik veel bezig was met puinruimen. Het was een hectische tijd. Ik was nog erg jong, kwam net van school en vond het heel moeilijk om nee te zeggen. Daardoor nam ik ontzettend veel hooi op mijn vork. Dit zoog zoveel energie uit me dat ik na zeven jaar een burn out kreeg.’
‘Ik moest even wat afstand van mijn werk nemen, wat me heel zwaar viel. Maar ik ben er veel sterker uitgekomen. Nu zie ik het als een leermoment. Ik voel ook eerder aan wanneer ik een stap terug moet doen. Vroeger had ik ook altijd de illusie dat ik iedereen met wie ik werkte, moest helpen. Lukte dat niet, dat ging ik gefrustreerd naar huis. Ik besef nu dat het wel van twee kanten moet komen: als ik merk dat iemand niet geholpen wil worden, dan laat ik het erbij. Hoe moeilijk ik het ook vind. Maar mijn bevlogenheid is er niet minder om geworden, ik zet me nog steeds voor tweehonderd procent in. Ik geloof er gewoon nog steeds in dat het belangrijk is om mensen die het moeilijk hebben, te helpen.’
‘Na mijn time-out ben ik met de jongeren in Almere Buiten aan de slag gegaan. Omdat er geen accommodatie voor was, moesten we erg creatief zijn om jongeren aan ons te binden. We zaten ook op het stadsdeelkantoor en dat is nou niet bepaald een plek waar jongeren zomaar naar binnen lopen. Dus bedachten we de chillbus, waar jongeren makkelijker naar binnen konden komen. Onze activiteiten hielden we in andere buurthuizen of bij Jeugdland Buitenland. Dat is een kinderbouwspeelplaats voor kinderen van zeven tot en met veertien jaar waar ze overdag terecht kunnen. We konden daar in de avonduren terecht, zodat we een plek hadden waar de jongeren iedere avond naartoe konden komen Het heeft uiteindelijk drie jaar geduurd voor ons jongerencentrum er eindelijk kwam.’
‘We werken bij Place2B voornamelijk met risicojongeren, jongeren met problemen thuis, op school en met de politie. Daarom was het ook zo mooi om de jongeren begin april met hun eigen geschreven musical in de schouwburg te zien. Helemaal als je weet dat het idee hiervoor heel spontaan is ontstaan, tijdens een workshop die een jaar daarvoor plaatsvond. We merkten dat de jongeren enorm veel talent hadden en zo kwamen we op het idee om aan een musical te werken. Dat was nog niet zo makkelijk: het gebeurde wel eens dat we een docent hadden ingehuurd en dat jongeren veel te laat kwamen of zelfs niet kwamen opdagen. Maar als je dan het eindresultaat ziet, geeft dat je zoveel voldoening. Jongeren krijgen zo vaak te horen wat ze allemaal niet goed doen. Daarom was dit ook zo mooi voor henzelf.’
‘Ik ga elke dag met heel veel plezier naar Place2B. Daarnaast ben ik nog steeds enorm gedreven en gemotiveerd. Als dat er niet meer is, dan stop ik. Dat zou namelijk niet eerlijk zijn ten opzichte van de jongeren. Of ik dit werk over tien jaar nog doe? Dat durf ik niet te zeggen. Kijk, ik ben nu 37. En ik werk natuurlijk wel met jongeren, misschien sta ik over tien jaar te ver van ze af. Je moet ook niet bang zijn om nieuwe uitdagingen te zoeken.
In al die jaren dat ik in het jongerenwerk zit, merk ik bijvoorbeeld dat er een betere samenwerking moet komen tussen het welzijnswerk en de jeugdhulpverlening. Het kan zijn dat ik me daar later meer mee bezig ga houden. Maar op dit moment zie ik nog genoeg uitdagingen in mijn huidige werk.’
Dit artikel staat in Zorg + Welzijn Magazine nummer 7/8, juli/augustus 2008
Bron: Foto: Claudia Kamergorodski