De cyclus van aanbesteden kan funest zijn voor de continuïteit in het sociaal domein, door alle tijdrovende werkzaamheden en stressvolle onzekerheden die ermee gepaard gaan. Maar Peter Rensen zet het aanbesteden daarom niet zonder meer bij het grof vuil. ‘Kijk je sociaal domein breed, dan valt er ook zeker wat voor te zeggen om met aanbesteden te blijven werken.’
Verschillende manieren van inkopen
In het gemeentelijke inkoopproces moet steeds de afweging gemaakt worden: wat willen we bereiken en welke manier van inkopen past daar het beste bij. Soms is dat aanbesteden, soms subsidiëren en soms nog een andere manier. Als een belangrijk voordeel van aanbesteden noemt Rensen dat de gemeente bij een voorgenomen beleidswijziging een eerlijke keuze kan maken. Namelijk de keuze voor de beste aanbieder van de nieuwe dienstverlening die nodig is om anders te gaan werken.
Nieuw beleid vraagt nieuwe aanbieder
Rensen noemt het voorbeeld van dak- en thuisloosheid. ‘Een gemeente die met nieuw beleid sterker in wil zetten op het voorkómen daarvan, zoekt voor de nieuwe periode wellicht ook de beste schuldhulpverleningsaanbieder, en niet alleen de beste aanbieder van maatschappelijke opvang.’
Aanbesteden in dialoog
Ook tijdens een serie bijeenkomsten met inkoopadviseurs en beleidsmedewerkers die Movisie recent organiseerde en waarin ook Jos van der Lans en Rensen meedachten, werd het negatieve beeld rond aanbesteden genuanceerd. Rensen: ‘Aanbesteden hoeft niet per se met kortlopende contracten, gemeenten kunnen ze ook langer laten lopen. Ook is het bij aanbesteden best mogelijk om de uitvraag, dus de gevraagde diensten, te formuleren op basis van een dialoog tussen gemeenten en aanbieders.’
Financiering samenlevingsopbouw
Toch is Jos van der Lans in zijn essay Ontsnappen aan aanbesteden stellig: in een regime van aanbesteden kan de inwoner nooit daadwerkelijk centraal staan. ‘Precies daar legt Van der Lans legt de vinger op de zere plek’, zegt Rensen. ‘Er valt niets af te dingen aan de redenering dat de financiering van samenlevingsopbouw anders moet.’
Geen markt
‘Want bij gemeenschapsversterking is er geen sprake van een markt met concurrerende aanbieders. Het draait daarbij immers om inwoners in buurten en dorpen, die publieke waarden voortbrengen, eventueel met een bijdrage van professionals. En als er geen concurrerende aanbieders zijn, heeft aanbesteden dus ook geen logica.’
Fysieke plekken
Maar hoe moet het dan wel? Hoe kan samenlevingsopbouw op een goede manier worden georganiseerd en gefinancierd? Rensen: ‘Om te beginnen stelt Van der Lans in zijn essay dat er fysieke plekken nodig zijn waar de inwoners hun ideeën over bijvoorbeeld de energietransitie, zorgzaamheid en veiligheid kunnen laten ontstaan en uitwerken. En dat is juist een van de elementaire dingen waar het sinds het kabinet Rutte I aan schort.’
Radicaal
De tweede bouwsteen die Van der Lans in zijn essay noemt, is het serieus nemen van de inwoner. ‘En daarin is hij radicaal’, duidt Rensen. ‘Wil je dat de buurtbewoners het voor het zeggen krijgen, dan hoort daar structureel geld bij. Zet het gewoon standaard op de gemeentebegroting. Dus niet langer dat losse initiatieven een aanvraag kunnen indienen voor eenmalig geld dat stopt als het project voorbij is. Van der Lans hekelt wat hij typeert als de beautycontest: dat het plan met de meeste likes het geld opstrijkt.’
Rol van professionals
Wil je de inwoners echt betrekken, dan moeten er gedragen meerjarenplannen komen. Daar is een sociale infrastructuur voor nodig waarin de zeggenschap van alle inwoners gewaarborgd is. Daar komt de derde bouwsteen die Van der Lans noemt, om de hoek. Rensen licht toe: ‘Dat gaat over de rol van de professional. Hoe kunnen professional en burger hierin optimaal samen werken? En zijn er voldoende professionals met oog voor samenlevingsopbouw? De wijkteams richten zich toch nog voornamelijk op het oplossen van individuele problemen.’
Hulpbronnen mobiliseren
‘Maar hun rol zou veel meer faciliterend kunnen worden, door de kennis van buurten en netwerken in te zetten en daarmee sociale hulpbronnen te mobiliseren. Van der Lans suggereert in het essay dat professionals bijvoorbeeld kunnen ondersteunen in de voorbereiding en uitvoering van een buurttop. Daarbij kunnen ze het proces van het maken van een buurttoekomstplan begeleiden.’
Spannend
Als de inwoner daadwerkelijk aan het roer komt, dan kan die dus ook de opdrachtgever van de welzijnsinstelling worden? ‘Ja’, zegt Rensen: ‘Dat klopt. En dan wordt het wel spannend. Want professionals zijn natuurlijk niet zomaar professionals. Ze zijn opgeleid en hebben ervaring, bijvoorbeeld in het opbouwwerk. Als zij aangestuurd gaan worden door buurtbewoners, dan wordt de waarborg voor kwaliteit wel een onderwerp.’
Ecosysteem
Het eventuele spanningsveld tussen de ervaringskennis van de buurtbewoners en de professionele kennis van de opbouwwerker, raakt aan de vierde en laatste bouwsteen uit Van der Lans’ essay. Rensen: ‘Voor die vierde bouwsteen trekt Van der Lans de parallel met biologische ecosystemen die verstoringen gezamenlijk opvangen. Dat is een mooie parallel die aangeeft dat buurten heel veel kunnen bereiken, als ze daar de ruimte maar voor krijgen.’
Big data
Rensen vervolgt: ‘Van der Lans pleit ervoor om een sociaal ecologische benadering te ontwikkelen voor gemeenschapsversterking in buurten. Daarin kunnen inwoners en professionals elkaar aanvullen en versterken. En hij voegt daar nog een eigentijds element aan toe: statistische kennis. Hij signaleert de alsmaar groeiende stroom aan big data. Maar hij werpt ook terecht de vraag op wat we daarmee kunnen.’
Betekenis geven
Daar is dus ook nog werk te doen, ook voor sociaal professionals? ‘Ja, door betekenis te geven aan de cijfers en er acties aan koppelen. Dat dient volgens Van der Lans te gebeuren door de cijfers te verbinden met levende kennis. Daarmee bedoelt hij kennis van buurtbewoners én van in de buurt actieve professionals, maar ook die van lokale en sociale ondernemers. Zo kunnen de cijfers de grondlegger worden van een breed buurtgesprek en een gedragen toekomstplan.’
Structurele buurtbudgetten
Hoe realistisch is het essay van Van der Lans? Zijn er over pakweg vijf jaar buurten waar samenlevingsopbouw niet langer via aanbestedingen wordt gefinancierd, maar via structurele buurtbudgetten? Rensen: ‘Dat is heel realistisch. Want hoe het nu gaat is het eigenlijk helemaal niet realistisch: nu beslissen mensen die niet goed thuis zijn in de buurt wat er moet gebeuren. Vanuit Movisie brengen we kennis in en stimuleren we het debat hierover. Het zou mooi zijn als er een paar gemeenten ook concreet gaan experimenteren. Bijvoorbeeld in navolging van succesvolle programma’s zoals in het Engelse Preston.’
Meer weten over wat Movisie kan betekenen in de vraagstukken rond aanbesteden? Neem contact op met Peter Rensen.