‘Aanvankelijk was het plan om familie van verwarde personen te ondersteunen. Naast de verwarde mensen kwamen wij in contact met een groep jonge mensen die vanwege angst en depressie thuis zitten. Beide vallen onder zorgmijders. Deze jongeren geven voor de buitenwereld geen overlast, maar thuis wel en ze hebben echt hulp nodig. Als ze thuis blijven zitten, kunnen klachten verergeren.’
Familieondersteuning
Sociaal psychiatrisch verpleegkundige Tiny van Hees geeft al jaren bij Altrecht ondersteuning aan familieleden van mensen die een psychiatrische behandeling krijgen. Ze geeft hen samen met familie-ervaringsdeskundige Tom Rusting psycho-educatie over de ziekte en ze leert hen gesprekstechnieken die helpen in de omgang met de ziekte. Maar zonder behandeling van de patiënt krijgt ook de familie geen ondersteuning. ‘Terwijl ze juist dán extra ondersteund moeten worden bij de omgang met de patiënt en bij hun pogingen om de patiënt te overtuigen van de noodzaak van behandeling.’
Ouderrol
In het project ‘Van familie moet je het hebben. Toe- en Terugleiding initiatief’ zocht Van Hees met haar collega Tom Rusting naasten van mensen met psychiatrische klachten. Ze vonden er 52, vooral ouders en partners. Naasten die met deze mensen samenwonen. ‘Ze hebben het thuis moeilijk met hun zieke familielid, en ze weten niet wat ze kunnen doen.’ Van Hees ontmoette bijvoorbeeld ouders die vanuit hun ouderrol op een depressie of verslaving reageren. ‘Logisch natuurlijk, maar “zou je niet eens dit of dat doen” is niet altijd de beste aanpak voor een depressief kind. En het zorgt voor een vervelende sfeer in huis.’
Verbinden en begrenzen
Bij de familieondersteuning leerden ze deze ouders en partners opnieuw verbinding te maken met hun kinderen of partner. Door bijvoorbeeld open vragen te stellen als: waar heb jij behoefte aan? Wat kan ik voor je doen? Van Hees: ‘Op die manier schep je een veilig klimaat waarin patiënten over hun problemen kunnen praten. Dat is de eerste stap naar een oplossing.’Daarnaast raadt Van Hees familie aan om grenzen te stellen. ‘Als een kind bijvoorbeeld alcoholverslaafd is en alle drank opdrinkt, mag je dat als ouder best begrenzen. Door vanuit een “ik”-boodschap aan te geven dat je het niet fijn vindt. Grenzen stellen schept ook veiligheid. Zeker ook voor patiënten met angsten zijn grenzen heel fijn.’
Toeleiding
De hulp aan deze verborgen patiënten stopt niet bij de ouders. Van Hees en Rusting werkten samen met de bemoeizorg en buurt in hun regio (Utrecht) en zochten samen met familie naar de juiste hulp. ‘Dat hoeft niet noodzakelijk bij Altrecht te zijn. Soms was de juiste ondersteuning een goede dagbesteding. Als er wel psychiatrische klachten speelden, moesten ze sowieso langs de huisarts.’ Na deze toeleiding bleef de deur voor de familieleden open staan. ‘Ze kunnen altijd bellen, en als ze dat doen merk je dat ze hele gerichte vragen hebben waar we ze vlot mee kunnen helpen.’
Project gaat door
In het project vonden Van Hees en Rusting 52 naasten van onbehandelde patiënten, onder andere via huisarts en buurtteams. Ze verwachten dat de doelgroep nog veel groter is. Bij 13 van de 52 aanmeldingen is de patiënt inmiddels in zorg gekomen. Ze zetten het project nu voort, binnen een samenwerkingsverband tussen Lister, een zorginstelling voor mensen met psychiatrische en/of verslavingsproblemen Altrecht.