Op de Dag van de Sociaal Werker presenteerden Lex Staal (directeur van Sociaal Werk Nederland) en Mariska Overgaag (Sociaal Werker van het Jaar 2018) het beroepscompetentieprofiel en de beroepscode voor het sociaal werk. Op maandag 19 maart is ook de bijbehorende website online gegaan. En dat is allemaal mooi, maar waarom zijn een beroepscompetentieprofiel en een beroepscode nu eigenlijk zo belangrijk? Staal: ‘Dankzij het beroepscompetentieprofiel weten sociaal werkers: dit is mijn vak, dit is wat ik moet kennen en kunnen. Sociale organisaties kunnen met het profiel in de hand laten zien wat het werk dat ze verrichten inhoud en als domein kunnen we dankzij dit profiel goed laten zien wie we zijn en wat we doen. De beroepscode is een handreiking om het profiel ook in de praktijk te kunnen brengen.’
Competentieprofiel
Doel van het beroepscompetentieprofiel is om inzichtelijk te maken wat de competenties zijn van sociaal werkers, om handvatten te bieden om functieprofielen en branchestandaarden te actualiseren, om betere afstemming met het beroepsonderwijs te realiseren en om deskundigheidsbevordering te stimuleren. Overgaag: ‘Dit competentieprofiel heeft echt een grote waarde. Sociaal werk is een heel breed vak en daardoor wordt het soms ook een beetje vaag als je uit wilt leggen wat het precies is. In dit document komen alle specifieke taken en talenten én de breedheid van het vak samen en dat hebben we nodig om goed naar buiten te brengen wie we zijn, wat we doen en waarom het vak zo belangrijk is.’
Mond open trekken
Volgens Overgaag hebben allerlei partijen en organisatielagen voordeel bij het competentieprofiel. Werkgevers kunnen het bijvoorbeeld gebruiken om aan te tonen wat de werkers in hun organisatie in huis moeten hebben. Overgaag: ‘En sociaal werkers zelf kunnen met dit document in de hand aantonen dat werkgevers bijvoorbeeld ruimte en tijd moeten bieden om hun werknemers trainingen te laten volgen. Ik vind dat sociaal werkers in het algemeen vaker hun mond open moeten trekken over wat ze vinden en nodig hebben om hun werk goed uit te kunnen voeren. Dus doe dat en gebruik dit document daarbij als basis.’
Harry Hens, adviseur professionalisering bij kennisinstituut Movisie: ‘Om van het sociaal werk een volwaardige professie met een stevige kennisbasis te maken, moeten we nog stappen zetten.’ Lees meer >>
Beroepscode
Naast het beroepscompetentieprofiel, is er ook een beroepscode opgesteld. En waar het ene document vooral gaat over wat je aan competenties in huis moet hebben, of met andere woorden wat je moet kunnen en kennen, is het andere document bedoeld als handreiking om die competenties ook tot uitvoering te brengen. Staal: ‘Het helpt sociaal werkers om om te gaan met moeilijke, of ethische, situaties. Stel bijvoorbeeld dat je schuldhulpverlener bent en je komt in aanraking met een cliënt die fraude blijkt te plegen. Wat doe je dan? Of als je preventief werkt op het gebied van polarisatie en radicalisering en de politie staat ineens voor je deur en vraagt om contactgegevens van je cliënt. Hoe reageer je daar juist op? De beroepscode helpt daarbij.’
Kompas
Overgaag vult aan: ‘Als sociaal werkers doen we heel veel op basis van onze intuïtie. En dat is goed. Maar soms komt er iets op je af waarbij je denkt, hoe doe ik dit? Of waarbij je je achteraf afvraagt of je het wel juist hebt aangepakt. Dan kan de beroepscode helpen. Ik denk echt dat deze code ondersteunend kan zijn bij van alles waar je tegenaan loopt als sociaal werker. Het is een soort kompas.’
Professionaliseringsslag
Bij het competentieprofiel en de beroepscode, hoort ook de website Sociaal Werk Versterkt. Op deze website zijn niet alleen de beide documenten te vinden, maar professionals kunnen er ook een profiel op aanmaken en er is een link opgenomen met het beroepsregister. Staal: ‘Daarnaast is het ook een plek wat sociaal werkers ervaringen kunnen delen en zo gezamenlijk kunnen werken aan een identiteitsontwikkeling van het vak.’ Als uitvoerend sociaal werker is Overgaag van mening dat deze professionaliseringsslag van het sociaal werk van belang is. ‘Door deze slag te maken, kunnen we naar alle partijen waar we mee te maken hebben uitdragen dat wij heel goed en belangrijk werk doen. De randvoorwaarden kloppen nu.’
Sociaal werk is in de daad een heel breed vak. Daarom ontwikkelen studenten 4 jaar in een study op de hogeschool hun competenties (knowledge, skills and attitude). Dus doen sociaal werkers NIET veel vanuit intuïtie. Zij werken met een professionele houding en op basis van wetenschappelijke kennis. Dus helemaal mee eens (Harry Hens): sociaal werk is een professie en we moeten stappen zetten. Een van deze stappen is de beroepscode. Geweldig – de professionaliseringsslag lukt alleen als we kritisch blijven en ons werk ook kunnen legitimeren. Da heb je meer voor nodig als intuïtie.
Conny Niehoff, Docent Saxion Enschede / AMM