Kinderen kunnen in een loyaliteitsconflict komen wanneer tot strafrechtelijke vervolging wordt overgegaan na verdenking van kindermishandeling door een ouder of verzorger. Dat zegt Mariëlle Bruning, hoogleraar Jeugdrecht aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid in Leiden. ‘Kinderen blijven bij mishandeling toch vaak loyaal aan de ouder of verzorger. Dan is voor veel kinderen een juridische procedure een stap te ver.’ Bruning pleit er voor om alleen tot een proces over te gaan wanneer de kans op veroordeling groot is. ‘Het voortraject van strafzaken verloopt nu nog niet goed genoeg.’
Vrijuit
In een recente uitzending van het EO-programma ‘Dit is de Dag’ kwam naar voren dat verdachten van kindermishandeling vaak vrijuit gaan. Naar schatting 119.000 kinderen worden jaarlijks mishandeld. Het Advies & Meldpunt Kindermishandeling stelde de afgelopen twee jaar in ongeveer 15.000 zaken kindermishandeling vast. Toch werd er in 2012 maar 2.150 keer aangifte gedaan. Uit al deze aangiftes volgden 200 rechtszaken, waarbij in een derde van de gevallen vrijspraak was.
Complex
De ministeries van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid maakten in reactie op de uitzending duidelijk dat een mishandeld kind niet altijd gebaat is bij vervolging van de dader. Bruning is iets genuanceerder: ‘Beter is om alleen een juridische procedure te beginnen wanneer de kans op veroordeling groot is. Voor het kind is zo’n traject heel zwaar. Het kind moet getuigenissen geven en wordt verhoord. Zaken zijn regelmatig zo complex, dat een verdachte na de rechtsgang wordt vrijgesproken. Het bewijs rondkrijgen is bij kindermishandeling erg lastig. Dan is een kind voor niets door het hele traject gegaan. De afweging moet worden gemaakt of de schade aan het kind, die een proces mee kan brengen, opweegt tegen een veroordeling.’
Internationaal
Volgens Bruning verschilt de Nederlandse aanpak van die van omliggende landen: ‘Internationaal is er meer aandacht voor behandeling en hulpverlening bij kindermishandeling als de pleger de ouder is. Er wordt dan vanuit een positieve aanpak gewerkt, vooral in zaken waarin de ouder nog in beeld blijft. Het VN-Kinderrechtencomité legt de nadruk op herstel in plaats van vergelding.’ Het is belangrijk dat duidelijk wordt wat een kind wil. Dat is lastig wanneer het om jonge kinderen gaat. Bruning vindt dat in die gevallen onderzocht moet worden of de ouder een rol zal blijven spelen in het leven van een kind.
Strafrechtelijke vervolging
Het EO-programma “Dit is de Dag” heeft volgens Bruning wel een belangrijk punt op de kaart gezet: Nederland moet strafrechtelijke zaken rondom kindermishandeling meer serieus nemen. De hoogleraar Jeugdrecht vindt dat het voortraject van een strafzaak op dit moment niet goed genoeg verloopt. Bij verdenkingen van kindermishandeling worden niet alle mogelijke middelen efficiënt ingezet. Bruning: ‘De forensisch arts die in het EO-programma aan het woord komt, geeft aan dat zij pas heel laat is ingeschakeld.’ De bewijslast moet beter worden verzameld en er moet inzicht komen in hoe de vervolgingen lopen. Vanaf 2010 moet het Openbaar Ministerie zaken omtrent kindermishandeling registreren, maar dat gebeurt nog niet voldoende.’
Multidisciplinair centrum
De hoogleraar is optimistisch over de multidisciplinaire centra kindermishandeling. In deze centra werken verschillende disciplines samen bij ernstige vermoedens van kindermishandeling. Bruning: ‘Hulpverlening en Justitie zitten bij elkaar. Waar eerder de hulpverlening stopte wanneer een strafrechtelijk proces in gang werd gezet, blijft deze nu doorlopen. Door vanuit al die disciplines gezamenlijk naar een zaak te kijken, kan beter worden bepaald wat het beste voor het kind is.’
Lees ook het artikel: Rotterdam haalt dader mishandeling uit huis >>