De Stichting Jeugdhulpverlening Flevoland is één van de instellingen in de jeugdzorg die aangenaam is verrast. Want het kabinet zet in op preventie (2,4 miljoen in 2004, oplopend tot 8 miljoen in 2007) en op uitbreiding van de capaciteit (12 miljoen in 2004, oplopend tot 40 miljoen euro in 2007). De stichting uit Flevoland kan zich bijvoorbeeld verheugen op extra geld om de hulp aan jongeren uit te breiden. ‘We zullen dat geld inzetten om de onmisbare hulp, die nu nog incidenteel door de provincie wordt gefinancierd, structureel te maken. Het wordt ingezet om regio’s met betrekkelijk weinig hulpverlening te bedienen en om de wachtlijst met geïndiceerde jongeren aan te pakken,’ zegt Ane Jelle Zijlstra, afdelingsmanager bij de Stichting Jeugdhulpverlening Flevoland. De stichting kampt met oplopende wachtlijsten, mede door subsidieachterstand en sterke bevolkingsgroei.
Cliëntcontact
In totaal gaat de helft van het extra geld voor jeugdbeleid (de 100 miljoen euro die overigens al bij het aantreden door het kabinet was beloofd) naar de jeugdhulpverlening. De andere helft gaat naar de ‘jeugdstrafrechtketen’ en preventie. Tot zover de goede berichten. Er zijn ook slechte berichten: de jeugdbescherming, de gezinsvoogdij, wordt met drie procent gekort op het budget. Het gaat om zo’n 4 miljoen euro. Voor ‘het veld’ een totaal onbegrijpelijke beleidsbeslissing. Het treft namelijk de gezinsvoogden en hun toch al te geringe contacten met kinderen in ernstige problemen. ‘De problemen van de gezinsvoogden zijn bij iedereen bekend: de caseload is te hoog, te veel cliënten per voogd en daarom te weinig tijd per cliënt,’ zo frist Joep Verbugt, directeur van het Bureau Jeugdzorg Limburg het geheugen op. ‘Het streven is daarin verbetering te brengen en daar ligt een Deltaplan voor. Maar nu er op de gezinsvoogdij wordt bezuinigd heeft dat tot gevolg dat er nog minder tijd is voor het contact met de cliënt. Of dat er wachtlijsten komen met alle gevolgen van dien voor deze risicovolle groep jongeren.’ Ook Sjef van Gennip van de MO Groep, de brancheorganisatie voorWelzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang, spreekt van inconsistent kabinetsbeleid: ‘Aan de ene kant zet het ministerie van VWS van alles in voor preventie en hulp aan jongeren met problemen. Dan legt het ministerie van Justitie kortingen op bij het jeugdbeschermingbeleid. Justitie gaat op de harde toer: aanpakken en straffen. Terwijl deze zelfde korting vorig jaar al door de Tweede Kamer van tafel is geveegd, wordt hij nu opnieuw opgevoerd. Ik hoop dat de Kamer deze dwaling nu ook weer laat sneuvelen. Wij zullen er alles aan doen om dat te bevorderen.’
Resocialisatie
Minister Donner van Justitie geeft ook extra geld aan jeugdbeleid. De nadruk ligt op de zogenoemde veelplegers. Daar komt structureel extra geld voor vrij uit het Veiligheidsprogramma. Sanctievoorzieningen die gericht zijn op resocialisatie, bijvoorbeeld Glen Mills en nachtdetentie, worden uitgebreid en er komen 130 extra plaatsen voor jeugdigen in justitiële inrichtingen. Ook richt de minister zijn aandacht op preventie: er wordt onderzoek gedaan naar intensieve vormen van opvoedingsondersteuning. Verder wordt aan ouders een bijdrage gevraagd als hun kinderen in contact komen met jeugdbeschermingsmaatregelen of jeugdsancties. De jeugdreclassering krijgt meer geld: 4,5 miljoen euro in 2004 voor intensieve begeleiding van zwaardere jeugddelinquenten. Een volgende hobbel voor de uitvoerende organisaties is de invoering van de nieuwe Wet op de Jeugdzorg op 1 januari 2004. ‘Het financiële kader voor de invoering is onvoldoende,’ zo beschrijft het Interprovinciaal Overleg Provincies met wat omhaal het gebrek aan geld dat voor de invoering van de wet wordt uitgetrokken. De provincies en de grootstedelijke regio’s hebben berekend (overigens samen met het ministerie van VWS) wat de invoering zal gaan kosten. Ze komen elk jaar van 2004 tot 2007 aanzienlijk hoger uit dan de 30 tot 100 miljoen extra die nu wordt uitgetrokken voor jeugdbeleid. ‘Het recht op jeugdzorg kan daarom niet waargemaakt worden,’ waarschuwen de provincies en de grootstedelijke regio’s. Een aantal zaken zijn daarbij niet eens meegenomen. ‘Bijvoorbeeld de extra kosten die het bureau jeugdzorg maakt vanwege extra taken, zoals casemanagement en actief reageren op meldingen,’ licht directeur Verbugt van BJZ Limburg toe. De wet is absoluut een verbetering, vindt hij, ‘maar het moet niet zo zijn dat we straks moeten kiezen tussen meer voorlichting op scholen en meer mensen aan de voordeur laten staan. Het moet allebei kunnen.’