Staatssecretaris Ross wil met de WMO onder meer de huishoudelijke hulp uit de AWBZ overhevelen naar de gemeenten. Ook de Wet Voorzieningen Gehandicapten en de oude Welzijnswet worden in de WMO ondergebracht. De Kamer wil dat alleen de thuiszorg gericht op huishoudelijke hulp wordt overgeheveld van AWBZ naar de WMO. De persoonlijke verzorging binnen de thuiszorg (veelal geboden door een wijkverpleegkundige) blijft in de AWBZ.
Inkopen
Ook het inkopen van zorg via het persoonsgebonden budget moet binnen de WMO mogelijk blijven. Bovendien vindt de Kamer dat gebruikers meer invloed moeten hebben op het WMO-beleid en de uitvoering ervan in de gemeenten (een goede positie voor cliëntenraden). Alle fracties schaarden zich achter een voorstel om de invoering van de nieuwe welzijnswet uit te stellen van 1 juli 2006 tot 1 januari 2007.
Basiselementen en sturingsfilosofie
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) constateert dat de Kamer de basiselementen en de sturingsfilosofie heeft overgenomen. Wel pleit de gemeentekoepel ervoor om het peiljaar voor het bepalen van het budget voor de nieuwe taken in de WMO te handhaven op 2005. Een latere invoeringsdatum heeft anders nadelige financiële consequenties.
De Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad ziet de amendementen die de Kamer wil aanbrengen in het wetsvoorstel als belangrijke verbeteringen. Dankzij de compensatieplicht hebben mensen met een handicap of chronische ziekte de zekerheid dat problemen die te maken hebben met hun beperking, worden opgelost. Ook tevreden is de CG-raad over de handhaving van het persoonsgebonden budget, waardoor mensen kunnen beslissen of ze zelf zorg gaan inkopen of zorg in natura wensen. Winst is volgens de raad ook dat de participatie van de lokale patiëntenplatforms bij de uitvoering van de WMO wordt versterkt. Ook het half jaar uitstel van de invoering tot 1 januari 2007 kan bij de CG-raad op instemming rekenen.
Sleutelrol
Opvallend is het standpunt van de Maatschappelijke Ondernemers groep. Deze brancheorganisatie ziet een sleutelrol voor professionele organisaties in welzijn en maatschappelijke dienstverlening, maar sprak nog voor het Kamerdebat de vrees uit dat de wet zich uitsluitend concentreert op zorg. ‘Er ontstaat een ongewenste situatie als mensen met een beperking hun tijd alleen kunnen doorbrengen met andere mensen met een beperking’, stelt Henk Luchtmeijer, directeur van de MOgroep. ‘De WMO is een participatiewet. Welzijn is een taak van de gemeenten en zij moeten, explicieter dan onder de Welzijnswet, een integraal welzijnsaanbod ontwikkelen met oog voor andere beleidsterreinen’.