Lees het hele interview in Zorg + Welzijn magazine van maart 2013 >>
Lies Schilder schetst de maatschappelijk werker als een zoekende professional, die meer bezig is met de relatie met de cliënt dan een kant-en-klaar professioneel profiel heeft. In haar ogen opereert het maatschappelijk werk in twee grote spanningsvelden: die van theoretische kennis versus ervaringskennis en het spanningsveld dat tussen managers en professionals bestaat.
Hapsnap
Welbeschouwd is Schilder heel kritisch over het lerend vermogen van menig maatschappelijk werker. Opleidingen laten te veel aan studenten over, instellingen stimuleren hun professionals niet altijd en ook de werkers zelf nemen niet altijd hun verantwoordelijkheid. ‘Leren neemt vaak de vorm aan van “zelfsturend leren”. Daardoor blijven studenten vaak gericht op directe praktijkvragen en niet op de ontwikkeling van een alomvattend theoretisch kader waaruit ze steeds weer kunnen putten. Mijn hypothese was dat de kennis bij veel maatschappelijk werkers hapsnap blijft. Die hypothese staat nog steeds overeind, hoewel de hogescholen wel meer met theorie bezig zijn.’
Verkrachting
Bureaucratie heeft volgens Schilder ook een beschermende kant. ‘Het schept duidelijkheid, je hoeft niet in elke situatie opnieuw het wiel uit te vinden. Toen ik bijvoorbeeld ooit alleen bij een man op huisbezoek was, ontsnapte ik ternauwernood aan een verkrachting. Alleen op huisbezoek gaan, ook bij nieuwe cliënten, was voor ons destijds heel gebruikelijk. Daarna hebben we besloten dat we dat niet meer alleen doen.’
Professioneel
Ik was onzeker en dacht: ik doe maar wat. Dat hoor je veel studenten ook zeggen. Maar als je dan met een student gaat kijken: wat doe je dan precies en het gaat reconstrueren, dan zie je dat daar vaak een logica in zit die heel professioneel is. Alleen ze hebben die logica nog niet zo expliciet benoemd. Die gaat vaak uit van ervaringskennis, die ik mijn proefschrift tegenover theoretische kennis plaats.’