De politie richt zich vooral op criminele en overlastgevende jongeren wanneer ze informatie verzamelen over de lokale jeugd, stellen de onderzoekers. Terwijl het jongerenwerk ook kijkt naar jeugdgroepen die geen overlast veroorzaken. Zo ontstaat er een ruimer beeld van de sociale context van deze groepen, vinden de onderzoekers. ‘Met het oog op preventie is het juist goed om alle groepen in kaart te brengen, ook diegenen die geen problemen vormen.’
Onderzoek
Het onderzoek ‘Politie en jongerenwerk: waardevolle informatiebronnen voor lokaal jeugdbeleid’ is uitgevoerd in opdracht van Kenniscentrum MOVISIE in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Inzicht in sociale interventies’. In dit programma worden vragen gesteld als: Wat zijn de werkzame bestanddelen van in de sociale sector toegepaste methoden? En welke vormen van onderzoek lenen zich het beste om te weten komen wat wel of niet werkt?
Informatiebron
De uitvoering en evaluatie van lokaal jeugdbeleid worden beïnvloed door de wijze van informatie-verzameling. Uit het onderzoek blijkt dat zowel de informatieverzameling van de politie als die van het jongerenwerk in de praktijk tekort schieten. Het jongerenwerk doet slechts incidenteel onderzoek en vormt daarom geen structurele informatiebron. Bij de politie ligt de focus voornamelijk op repressie. Hoewel beide methodes elkaar zouden kunnen aanvullen, wordt jeugdbeleid vaak niet gemaakt met de informatie uit het jongerenwerk, aldus de onderzoekers.
Convenant
Meer samenwerking tussen het jongerenwerk en de politie, zo luidt het advies van de onderzoekers. In de praktijk dat het jongerenwerk en de politie met elkaar botsen. Een jongerenwerker heeft bijvoorbeeld de wettelijke plicht om crimineel gedrag aan te geven, maar dit heeft consequenties voor zijn veiligheid. De onderzoekers stellen voor om een convenant te maken die de rechten en plichten van de jongerenwerker in de samenwerking beschermt. Zo’n convenant kan de samenwerking tussen politie en jongerenwerk verbeteren.