Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Kind van psychiatrisch patiënt gebaat bij praatgroep

Praatgroepen zijn effectief voor kinderen die opgroeien met een ouder met psychische problemen of een verslaving. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Floor van Santvoort. De wetenschapper constateerde dat de kinderen na afloop minder negatieve gevoelens hebben en mee sociale steun en acceptatie ervaren.
Kind van psychiatrisch patiënt gebaat bij praatgroep
Foto: ANP

Ongeveer een op de vijf kinderen in Nederland groeit op met een ouder met psychische problemen of een verslaving. Zij lopen een groot risico om zelf ook problemen te krijgen en maken vijf keer vaker gebruik van de geestelijke gezondheidszorg dan leeftijdsgenootjes van ouders zonder problemen.

Ouders

De doe- en praatgroepen, aangeboden door GGZ en VZ-instellingen, bieden preventieve ondersteuning voor deze kinderen. Deze groepen blijken effectief volgens Santvoort, maar zouden nog effectiever kunnen zijn wanneer de ouders er meer bij betrokken worden en als er meer aandacht zou zijn voor het versterken van het zelfvertrouwen.

Interventie
Ook constateerde de onderzoeker dat veel kinderen pas in een praatgroep terecht komen wanneer ze al forse problemen hebben. Santvoort adviseert dan ook om de kinderen al direct te benaderen voor deelname wanneer de ouders in behandeling komen.
Niet alle kinderen hebben meteen intensieve interventies nodig, zo blijkt uit het onderzoek. Er was veel variatie in het risico van de kinderen. De interventies moeten daar beter op afgestemd worden. Veel kinderen zullen ook baat hebben bij extra informatie via internet of een eenmalig gesprek met een ggz-professional.

2 REACTIES

  1. Deel 2:
    Jullie stellen dat ongeveer 1 op de 5 kinderen een psychisch zieke of verslaafde ouder heeft. Van Santvoort noemt in haar onderzoek 1,6 miljoen kinderen. Dit klopt niet, is gebaseerd op oud onderzoek (NEMESIS 1)! Uit vervolgonderzoek uit 2010 (NEMESIS 2) blijkt dat het gaat om ongeveer 577.000 kinderen onder de 18 jaar. Hoewel het hierbij om een ondergrens gaat volgens het Trimbosinstituut o.a. vanwege het ontbreken van gegevens over bepaalde stoornissen is de omvang dus vele malen kleiner dan werd aangenomen.
    Mijn overtuiging is op basis van eigen onderzoek en contact met de doelgroep dat het overgrote deel van deze kinderen niet thuishoort in de GGZ of verslavingszorg. De resultaten van Van Santvoort bevestigen dit.
    Het informele netwerk om deze kinderen heen zou veel meer gemobiliseerd moeten worden. Dit expliciet met de ouders aangaan zou een taak van de behandelaar van de Volwassenenzorg moeten zijn. Het is de preventieafdeling van de GGZ de afgelopen 20 jaar, ondanks al haar inspanningen, echter nog niet gelukt om deze collega’s in de breedte hiervan te overtuigen en gecommitteerd te krijgen. Dat is schrijnend en onbegrijpelijk.
    drs. Elize Lam (bereikbaar via mail@elizelam.nl)

  2. Lees alle reacties
  3. Beste Zorg en Welzijn,
    Ik vraag me of jullie het proefschrift zelf gelezen hebben. Dit geeft namelijk een genuanceerder beeld over de effectiviteit dan in jullie nieuwsbericht staat aangegeven! De interventie is namelijk gedeeltelijk effectief in vergelijking met de controlegroep die slechts drie keer een ontspannen activiteit kreeg aangeboden en een bezoek van een GGZ-medewerker. Er is naast geen effect op de ouder-kindinteractie ook geen effect op de doelen die samenhangen met verbeteren van het gevoel van eigenwaarde. Ook slaagt de interventie niet in haar hoofddoel namelijk het verminderen van emotionele en gedragsproblemen.
    Wat wel blijkt is dat het voor veel kinderen voldoende is om te weten dat ze niet de enige zijn en dat ze weten dat er steun beschikbaar is als ze het nodig hebben. Frappant vind ik dat van Santvoort hiervoor aanbeveelt om een GGZ-medewerker in te zetten (en eventueel een folder en internet). Waarom wordt dit niet allereerst toevertrouwd aan de ouders? De behandelaar van de ouder kan dan monitoren hoe dit verloopt in zijn contact met de ouder. Of eventueel een dergelijk gesprek met de ouder en het kind begeleiden.
    drs. Elize Lam 1/3

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.