Dat heeft minister André Rouvoet voor Jeugd en gezin vandaag geschreven aan de Tweede Kamer. Als een uit huis geplaatst kind weer terug naar de ouders gaat, moet de kinderbescherming kijken of dat wel kan. De Inspectie Jeugdzorg stelde twee weken geleden vast dat deze toetsing te vaak achterwege blijft.
Terugwerkend
De Raad voor de Kinderbescherming gaat met terugwerkende kracht tot 1 juni dit jaar bekijken of er kinderen terug zijn geplaatst terwijl ze een veiligheidsrisico lopen. De toetsing van de kinderbescherming schoot er vaak bij in omdat Bureaus Jeugdzorg niet aan de raad liet weten dat een kind weer in het gezin was of het bureau gaf onvoldoende informatie.
Automatisering
Dit moet voortaan beter gaan, onder meer door dit proces te automatiseren. In zeven regio’s zijn er wachtlijsten voor kinderen die onder toezicht van een voogd zijn gesteld. Ze moeten langer dan vijf dagen wachten op een plek om uit huis geplaatst te worden. Koploper is Rotterdam, met een wachtlijst van 250 kinderen.
Eind oktober wachtten bij de Raad voor de Kinderbescherming zeshonderd kinderen op een onderzoek. Jaarlijks doet de raad 19.000 onderzoeken. (ANP)