Zo’n 118.000 kinderen en jongeren voelen zich thuis niet veilig, vanwege fysieke of psychische mishandeling. Dat aantal wordt maar niet minder. Terwijl kindermishandeling bij elke professional op het netvlies staat en Veilig Thuis hulpverleners inzet om kinderen te beschermen. Hilde Bakker, Senior adviseur project Aanpak Huiselijk en seksueel geweld & Veiligheid bij Movisie: ‘De hulp is vooral gericht op het stoppen van de kindermishandeling. Is de crisis voorbij, dan stopt de hulp vaak weer. De achterliggende oorzaak is niet aangepakt en de kans op herhaling van kindermishandeling is groot.’
Huiselijk geweld
In aanloop naar de Week van de Kindermishandeling, die op 20 november van start gaat, wordt op 17 november het boek 1 op de 4 – Kindermishandeling, een publiek probleem gepresenteerd. Hilde Bakker en haar collega Hanan Nhass leverden voor dit boek een bijdrage over de integrale gezinsaanpak MDA++. In deze aanpak werken professionals multidisciplinair en sector overstijgend.
Meldcode
Professionals werken al met de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld en hebben hier houvast aan. Maar dat is niet genoeg. Bakker: ‘De aanpak van kindermishandeling die volgt vanuit de meldcode, is vaak een vorm van symptoombestrijding en lost niet het werkelijke probleem op. Er moet meer gebeuren om dat probleem aan te pakken. Denk bijvoorbeeld aan een preventieve maatregel waarbij je al voor de geboorte ouders voorlicht over “geweldloos opvoeden”.’ Daarnaast zou Bakker graag zien dat er meer aandacht is voor risicofactoren als schulden en verslavingsproblematiek.
‘In Nederland moet het kind zich aanpassen aan hoe wij de hulp organiseren. Eerst moet aangifte worden gedaan, vervolgens moet er met de ene en dan weer met de andere hulpverlener gesproken worden. Daar laten we het mishandelde kind in de steek.’ Lees meer >>
Puzzel
Een andere reden dat kindermishandeling op de lange termijn niet goed wordt aangepakt, is te wijten aan de veelheid van professionals die bij een gezin over de vloer komen. Bakker: ‘Iedereen lost een stukje van de puzzel op, maar niemand is verantwoordelijk voor het geheel en de structurele oplossing voor het gezin. Het is dan eigenlijk wachten tot de situatie weer escaleert.’
MDA++
Bij de integrale MDA++ aanpak wordt hulp ingezet op de verschillende risicofactoren in het gezin en wordt aandacht besteed aan bijvoorbeeld werkloosheid, armoede en schulden, ongezond gedrag en verslaving. Vanaf het begin werken hulpverleners samen, met elkaar én met het gezin. ‘Professionals spreken met het gezin en met elkaar af wie wat doet’, legt Bakker uit. ‘Er wordt een casusregisseur aangewezen, idealiter een hulpverlener die het vertrouwen heeft van het gezin. Dat zou bijvoorbeeld iemand kunnen zijn van het sociaal wijkteam, die dichtbij het gezin staat.’
Wijkteam
Professionals van het wijkteam kunnen die regierol in het gezin op zich nemen, suggereert Bakker, maar dan moeten zij wel mandaat hebben om deskundigen in te schakelen als dat nodig is zodat de achterliggende oorzaken aangepakt worden en herhaling wordt voorkomen. ‘Nu signaleren wijkteam medewerkers problemen en verwijzen ze naar Veilig Thuis. Vervolgens komen er diverse hulpverleners in het gezin. Ik denk dat professionals in het sociaal wijkteam actief betrokken moeten worden en vanaf het begin aan het casusoverleg moeten deelnemen.’