Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties9

‘Kinderwens voor mensen met een verstandelijke beperking mag er zijn’

Als iemand met een verstandelijke beperking zegt: ‘Ik wil graag een kind’, dan gaan alle alarmbellen rinkelen. ‘Er rust een groot taboe op’, stelt GZ- psycholoog Marja Hodes. ‘Maar door er niet over te praten, keren zij de hulpverlening de rug toe. En die kinderen komen er dan toch wel.’
‘Kinderwens voor mensen met een verstandelijke beperking mag er zijn’

‘Een kinderwens op zich mag er zijn’, vindt Hodes. Hulpverleners mogen geen oordeel vellen over of iemand wel of niet kinderen zou moeten krijgen. Als het gaat over ouders met een verstandelijke handicap, denkt iedereen vaak aan excessen die breed worden uitgemeten in de media, vindt de psycholoog. Kinderen worden verwaarloosd door ouders die moeite hebben om goed voor zichzelf te zorgen. ‘Maar een beperking’, zo blijkt uit onderzoek en zegt Hodes, ‘is wel een risicofactor, maar zeker geen bepalende factor als we het over falend ouderschap hebben.’

Buiten de boot
Wanneer je aan mensen vraagt wat zij belangrijk vinden in hun leven, dan hoort het vormen van een gezin en het krijgen van een kind daarbij, aldus Hodes. De informatie over wat er allemaal in je leven verandert en wat je moet doen en kunnen, ontbreekt echter. ‘Vooral mensen met een licht verstandelijke beperking vallen wat dat betreft buiten de boot’, vindt ze. Voor haar een reden om een koffer te maken met informatie, zodat de kinderwens bespreekbaar wordt.
‘Het gaat niet om ontmoedigen of bemoedigen’, benadrukt Hodes. ‘Het gaat er vooral om dat het duidelijk wordt wat zo’n grote beslissing inhoudt.’ En dat wordt heel concreet door bijvoorbeeld een lijst in te vullen over hoe je het huis kindveilig maakt. Of opdrachten met speelgeld: wat kost het nu eigenlijk, een baby opvoeden? En wat betekent een kind voor je relatie? ‘Zo kan iemand bewuster bepalen of een kind op dat moment eigenlijk wel past in haar leven.’

Deuren dicht
De koffer is niet alleen voor de cliënt bedoeld. Hij bevat ook een spel waarbij hulpverleners hun eigen opvattingen kunnen ontdekken over dit onderwerp. ‘Als een cliënt van het gezicht van de hulpverlener kan aflezen dat hij of zij de wens afkeurt, dan gaan alle deuren dicht. Het is juist belangrijk dat er een klimaat ontstaat waarin de cliënt weet dat zij voor hulp kan aankloppen.’
Die hulp moet ook vooral in het eigen netwerk worden gezocht. ‘We bepalen samen welke mensen de cliënt belangrijk vindt en wie haar kan adviseren of helpen. Het is goed dat het netwerk al in een heel vroeg stadium wordt versterkt.’
Hodes heeft met haar project de Gehandicaptenzorgprijs 2010 van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) gewonnen. Het geldbedrag dat daarbij hoort, zal ze gebruiken om de informatie te vertalen. Er is internationaal namelijk veel belangstelling voor de koffer. Dat is goed, vindt Hodes. ‘Want niet alleen in Nederland mogen we een kinderwens bij mensen met een beperking niet over het hoofd zien. Die moet je met respect benaderen.’

Projectgegevens

Naam: ‘Kinderen, waar kies ik voor?’
Initiatief van: Marja Hodes, klinisch en GZ-psycholoog
Uitvoerder: ASVZ, zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking
Doelstelling: De kinderwens van mensen met een licht verstandelijke beperking bespreekbaar maken, met behulp van een informatiekoffer
Winnaar van: Gehandicaptenzorgprijs 2010 van VGN
Kosten: 395 euro
Website:  www.asvz.nl

Bron: Foto: Stock.xchng

9 REACTIES

  1. Met dank aan Elsz, geestelijk begeleider
    ‘Zijn er kinderen van verstandelijk beperkte ouders die hierover kunnen en willen vertellen?’
    In 2010 werd mijn persoonlijk verhaal als zijnde kind van verstandelijke beperkte ouders, uitgezonden in het programma Netwerk van de KRO. Alsook andere kinderen die hun persoonlijk verhaal deden met soortgelijke ervaringen. Op dat moment was er een maatschappelijke discussie gaande rondom de grenzen van het recht op ouderschap. Hierop ben ik contact gaan zoeken met verschillende zorginstellingen om dit onderwerp extra op de agenda te zetten. Het is in mijn visie belangrijk dat een ‘normaal begaafd kind van…’ de kans krijgt zijn of haar ontwikkelingsachterstand zoveel mogelijk te herstellen en in goede banen te leiden, waardoor het optimaal en evenwichtig in het leven kan staan.
    Vanuit mijn rol als maatschappelijk werker/ therapeut bied ik sinds kort ook begeleiding aan ‘het kind van’.
    Kortom: deze groep kinderen vraagt veel meer aandacht. Over het standpunt wel of geen kinderen, ben blij dat ik geboren ben!

  2. Lees alle reacties
  3. Volgens mij is “kinderen krijgen” iets wat mensen zoogdieren maakt. Het verstandelijk niveau heeft geen invloed op de mogelijkheid om kinderen te krijgen. De discussie zou niet moeten gaan of “wij” toestaan of iem kinderen zou mogen krijgen. Hier dient alleen de grens van het natuurlijke te worden getrokken. Kan iemand het, prima. Kan iemand het niet, dan niet (zegt ook iets over mijn standpunt mbt ivf etc). De enige discussie die wij in het kader van het artikel kunnen hebben is of een verstandelijk gehandicapt persoon zou mogen adopteren en welke grenzen hierin van toepassing zouden moeten zijn.

  4. Grenzen stellen moet – ontmoedigen ook.
    Ja, iedereen mag een kinderwens hebben. En nee, er is geen absolute grens waarover we het met elkaar eens zijn wanneer mensen gedwongen de pil moeten nemen dan wel chemisch gecastreerd moeten worden.
    Solidariteit is een relatief begrip en wordt bepaald door ons stemgedrag. Mevrouw Hodes schrijft: ‘Het gaat niet om ontmoedigen of bemoedigen’, ‘Het gaat er vooral om dat het duidelijk wordt wat zo’n grote beslissing inhoudt.’
    Als mensen met een (licht-)verstandelijke beperking begrijpen (met of zonder koffer) wat het is om verantwoordelijk te zijn voor een kind, dan is dat op zich heel knap (ik wist het ook niet precies), maar het voldoet nog niet aan de benodigde competentie, namelijk dat je die kennis in de praktijk van alle dag kan brengen (met daarbij ook nog meenemend dat de kans dat het een speciaal kind wordt aanzienlijk groter is en de benodigde vaardigheden exponentieel toenemen!)
    Mensen met een vb hebben soms al moeite met de adv (algemene dagelijkse vaardigheden) laat staan de vaardigheden die je nodig hebt om een kind op te voeden.
    Dat ook mensen zonder een verstandelijke beperking het niet goed kunnen doen is een ongelofelijke dooddoener. Mensen zonder verstandelijke beperking die zich onvoldoende houden aan de opvoedcanon worden in uiterste gevallen uit de ouderlijk macht gezet. Daar wordt dus wel of ook actie ondernomen als ze het niet aankunnen.
    Een ander punt en ik denk een vrij essentieel punt in dit lastige dilemma: de relatie (communicerende vaten) die er bestaat tussen de mate van solidariteit in de maatschappij (en dan hebben we het over de financiële solidariteit) en de hoeveelheid geld dat die solidariteit kost.
    Zoals Boris naar mijn idee terecht schrijft (in mijn eigen woorden) solidariteit is niet grenzeloos. Tuurlijk kunnen we er 24-uurs begeleiding tegen aangooien zodat 1 ieder op deze wereld het godgegeven recht om een kind te krijgen tot vervulling kan laten gaan.
    Maar mag ik dan ook mijn recht laten gelden? En dat is dat mijn solidariteit ver gaat, maar er hier een grens wordt overgegaan en ik mijn solidariteit bij deze intrek of er voor kies om het geld te besteden aan bestaande kinderen die geen eten hebben!
    Ik hoop dat in de koffer ook een hoofdstuk zit over solidariteit en de grenzen daarvan.
    Nog 1 laatste opmerking: Mevrouw Hodes schrijft: “Hulpverleners mogen geen oordeel vellen over of iemand wel of niet kinderen zou moeten krijgen.” Daar ben ik het mee eens. Mijn persoonlijke mening doet niet ter zake als ik in mijn rol van hulpverlener zit. Het is echter wel mijn taak als hulpverlener om mensen te vertellen wat de mening is van de maatschappij (of een gedeelte daarvan) over dit vraagstuk en welke consequenties deze mening kan hebben op het leven van die persoon.

  5. Ik heb in de loop der jaren verschillende rapportages en een tv film gezien over hoe het is om als normaal begaafd kind om te groeien met verstandelijke beperkte ouders. Ouders die je niet kunnen wegwijs maken in de maatschappij, die in toenemende mate van jou afhankelijk zijn om met de buitenwereld te communiceren, je kortom geen veilig gevoel geven. Nooit vriendjes mee naar huis kunnen nemen. Nooit samen leuke dingen ondernemen. Kortom een gedepriveerde jeugd hebben. Moet het belang van deze kinderen niet zwaarder wegen dan de kinderwens van de ouders?

  6. Natuurlijk mag iemand met een verstandelijke beperking een kinderwens hebben. En inderdaad, wie ben ik om daar een mening over te hebben? Maar daar gaat het ook niet om.
    En dat er heel veel normaal begaafde ouders zijn die er niets van bakken mag geen reden zijn om het maar aan ons voorbij te laten gaan.
    Het gaat over verantwoordelijk kunnen zijn voor een ander die nog machtelozer is dan jij.
    Je kunnen verplaatsen in de behoefte van de ander, een kwetsbaar kind. Het gaat over ‘de toekomst kunnen overzien’. Het gaat over veiligheid en structuur kunnen bieden, zoals ieder kind veiligheid en structuur nodig heeft.
    Geeft die koffer antwoord op deze vragen?
    Er is geen duidelijke grens tussen licht- en matig of meer verstandelijk beperkt. En wat als er een autistische of andere lastige stoornis bijkomt?
    We weten het niet. Dit Is zo’n ethisch dilemma. Het goede antwoord bestaat niet. En dat doet lastig, dat doet zelf pijn.
    Laat die koffer zijn werk doen.
    Zijn er kinderen van verstandelijk beperkte ouders die hierover kunnen en willen vertellen?

  7. Ouders zonder beperkingen bestaan er niet, of het nu om verstandelijke of andere beperkingen gaat. Ernstige cognitieve of intellectuele gebreken bij de ouders vormen wel een evident belangrijke bron voor risico’s op kindermishandeling. Zie ook het risicotaxatieinstrument voor kindermishandelingssituaties (CARE-NL); risico-item O3.
    Ouders die zichzelf zonder gebreken achten zijn doorgaans echter een groter risico (het zijn de zogenaamde ‘hulpmijders’), want als er dan iets mis gaat ligt het altijd aan het kind. Voor alle ouders geldt dat hun handelen ten opzichte van hun kinderen bespreekbaar en te bespiegelen moet zijn, of dat nou preconceptief is of als de kinderen al rondlopen. En dat kan bij beide categorien ouders, met verstandelijke beperking en ‘hulpmijders’ een onoverkomelijk probleem blijken. In dat geval moet de hulpverlener zijn verantwoordelijkheid voor het kind, ook als het nog niet geboren is, nemen. Zo’n toolkit helpt daarbij misschien, waarom niet. Het wordt in ieder geval een punt van bespreking en dat is al meer dan niets.

  8. Jammer dat sommige mensen niet begrijpen dat wij niet de advocaat van de duivel mogen zijn. OOk zonder beperking zie ik vaak zat opvoedkundige missers. Ouders die geen beperking hebben komen niet in ’the picture’ en mogen fouten maken totdat het allang verpest is met de kinderen.
    Gelukkig heeft mijn werkgever deze koffer aangeschaft en heb ik mijn clienten er al mee kunnen helpen.
    Ook mensen ZONDER beperking zouden de koffer moeten gebruiken en zich moeten scholen in wat opvoeding nu ECHT inhoud.

  9. Het is natuurlijk het toppunt van anti-sociaal gedrag om degenen die al niet voor zichzelf kunnen zorgen toestemming te geven zich voort te planten, als je op je vingers na kan tellen dat die kinderen ook op kosten van de gemeenschap aan de nodige zorg en wat al niet meer zij zijn aangewezen.
    Je kan alles wel bespreekbaar willen maken en daar de hardwerkende burger voor op laten draaien, maar dit soort zaken zijn nu juist de doodsteek voor de (overigens opgelegde) solidariteit.
    Misschien moeten we gewoon maar eens de discussie aan gaan dat voortplanten geen automatisch recht kan zijn met alle ondersteuning maatregelen die daarbij komen kijken.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.