Dat blijkt uit onderzoek Onverzilverd Talent II dat FORUM, het Instituut voor Multiculturele Vraagstukken, donderdag heeft gepubliceerd. Het instituut hield een enquête onder 985 autochtonen en 865 allochtonen die de afgelopen twee jaar in het hoger onderwijs afstudeerden.
Langer zoeken
Uit de studie van onderzoeker Paul Jungbluth komt naar voren dat hoogopgeleide allochtonen het moeilijker vinden aan geschikt werk te komen dan autochtonen met een even hoge opleiding. Autochtonen zochten bijvoorbeeld gemiddeld vijf maanden naar een baan. Surinamers en Antillianen deden er 5,4 maanden over en Marokkanen 7,2 maanden.
Vaker werkloos
Verder waren de hoogopgeleide allochtonen die meededen aan het onderzoek vaker werkloos dan de autochtonen. Ook waren de Nederlanders van buitenlandse afkomst die wel een baan hadden, vaker op zoek naar ander werk dan autochtonen.
Inhaalslag
Jongeren met een niet-westerse achtergrond maken wel een stevige inhaalslag in het hoger onderwijs. Tussen 1995 en 2007 is hun deelname aan het hbo en de universiteit verdubbeld. Mede door het stapelen van opleidingen stromen ze door naar het hoger onderwijs. Een diploma is in deze tijd echter onvoldoende garantie voor het snel vinden van een passende baan.
Lagere klasse
Blijkens het onderzoek komt dit voor een belangrijk deel doordat allochtonen vaak tot de lagere sociale klassen behoren. Ook onder autochtonen zijn mensen uit een lager milieu namelijk langer op zoek naar een baan dan die uit een hogere klasse. Terwijl onder de autochtonen die aan het onderzoek meededen, drie keer zoveel uit de hoogste klasse komen als uit de laagste, behoren vrijwel alle Turken en Marokkanen tot de laagste sociale categorie.
Minder hulp
Uit het onderzoek blijkt dat alle mensen uit lagere klassen over een aantal kenmerken beschikken die het moeilijk maken een baan te vinden. Zo geven ze vaker aan minder goed Nederlands te spreken. Ook krijgen ze minder vaak hulp van familie bij het opstellen van een cv of het voorbereiden op een sollicitatiegesprek.
Arme gezinnen
FORUM-bestuursvoorzitter Sadik Harchaoui schrijft in de inleiding dat het onderzoek aantoont ‘dat etnische ongelijkheid niet los te denken valt van de ongelijkheid naar sociaal milieu’. Volgens hem is daar echter veel te weinig aandacht voor. ‘Migrantenjongeren worden op hun migrant-zijn aangesproken en onderzocht, niet op het feit dat zij zich uit arme gezinnen omhoogwerken.’
Link: Onverzilverd Talent II: Kansrijk en kansarm tegelijk?
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: ANP/Forum