Door Dominique Elshout – ‘We zitten gevangen! Ze laten me hier gewoon
alleen, ik schiet ze kapot!’ De woorden van een oudere mevrouw schallen over het
Anton Pieckhofje in Haarlem. Directeur Niek de Boer onderbreekt de rondleiding
over “zijn” hofje even om de demente bewoonster te kalmeren. ‘Ik weet het, het
is heel vervelend voor u, maar schreeuwen lijkt me nu ook weer niet nodig.’ De
mevrouw moppert nog wat na op gedemptere toon en de rondleiding wordt
vervolgd.
WereldberoemdHet Anton Pieckhofje is onderhand
wereldberoemd. Delegaties uit Japan en de Verenigde Staten: uit alle windstreken
komen professionals uit de zorg kijken hoe ze in Haarlem werken. Het geheim van
Haarlem is op het eerste gezicht niet te duiden. Bezoekers treffen eenmaal ter
plaatse namelijk niets bijzonders aan.
Het Anton Pieckhofje ligt midden in een nieuwbouwwijk uit de jaren tachtig.
De woningen zijn gegroepeerd rond een tuin met serres en zitjes. De voordeuren
kijken uit op de patio, op het middenpleintje staan tafels en stoelen en er is
een kippenren. In zes van deze huizen wonen op de begane grond zes mensen met
uiteenlopende vormen van dementie. In de bovenwoningen wonen “gewone”
Haarlemmers, die met het hofje niets van doen hebben. De in totaal 36
dementerenden die aan het Anton Pieckhofje wonen, worden bijgestaan door
verzorgers die als een moeder het huishouden bestieren. Elke bewoner heeft een
eigen slaapkamer met eigen spullen.
Iemand die niet op de hoogte is van de aanwezigheid van een kleinschalige
woonvorm voor dementerenden zal nietsvermoedend het hofje passeren. En dat is
volgens De Boer ook precies de bedoeling. De directeur heeft zijn verhaal
duidelijk vaker gedaan. Hij was dan ook vanaf het prille begin betrokken bij het
Anton Pieckhofje. In 1989 ging het project van start. De eenvoudige filosofie
was: zorg dat bewoners zoveel mogelijk het gevoel krijgen dat ze thuis zijn en
ze hun leven zo goed mogelijk kunnen voortzetten.
Wonen als thuisVandaag de dag is dit een breed
geaccepteerde gedachte, maar destijds heeft De Boer naar eigen zeggen wel een
denkomslag moeten maken. ‘Ik ben klinisch psycholoog en dacht toen ik na mijn
studie ging werken, “ik zal wel eens laten zien hoe je met pillen, activiteiten
en diagnoses mensen kan helpen”. Maar daar worden bewoners niet gelukkig van,
realiseerde ik me op den duur. Ik kan wel twaalf diagnoses stellen van
verschillende vormen van dementie, alleen is er niemand die daarom vraagt. We
zijn namelijk wel deskundig op ons vakgebied, maar weten niet wat het betekent
om dement te zijn.’
Het gehele artikel is te lezen in Zorg + Welzijn Magazine 6, juni
2007. Drie maanden na publicatie wordt het op de website
geplaatst.