Door Maria van Rooijen / Foto Henk Ridwick – Joost heeft in de Eindhovense wijk De Bennekel al voor veel overlast gezorgd. Dat wil zeggen: de dealers doen dat. Die gebruiken zijn huis zo’n beetje als verkooppunt. Joost is niet bij machte hen te weren. Hij is drugsverslaafd, werkloos, heeft veel schulden, opent zijn post nooit en houdt de deur gesloten voor hulpverleners.
Een half jaar geleden kwam Wil Vugts, opbouwwerker van Welzijn Eindhoven, met hem in contact. Dat was tijdens een opknapbeurt van het binnenterrein waaraan Joosts achtertuin grenst. Ook zijn tuin werd omgeploegd. Vugts, die bij de actie aanwezig was, knoopte een praatje met hem aan. Hij begreep dat het niet goed ging met de man. Maar Joost wilde van hulp niets weten. Vugts liet zich informeren door de wijkbrigadier; de enige uit het Bennekelse wijkcasusoverleg die contact had met Joost. Samen met wijkmaatschappelijk werker Katinka Borkes ging de wijkbrigadier vervolgens op huisbezoek.
Borkes: ‘Over zijn verslaving praatten we niet. Alleen over zijn grootste probleem: zijn schulden. Ik zorgde ervoor dat hij in een schuldhulpverleningstraject kwam. Door die concrete hulp kreeg hij meer vertrouwen in mij. Pas toen roerde ik zijn verslavingsproblemen aan. Direct nadat hij bereidheid toonde zich te laten behandelen, heb ik een intake geregeld bij de verslavingszorg. We zijn er samen naartoe gegaan. Twee weken later reed ik hem naar de kliniek, waarin hij met voorrang is opgenomen. Daar zit hij nu al vier maanden. Ik heb nog steeds contact met hem en zal dat na zijn ontslag blijven houden.’
Armoede
Sinds april 2008 vormen Borkes en Vugts samen het krachtteam van Welzijn Eindhoven in De Bennekel. Ook in de overige twee Eindhovense krachtwijken, Doornakkers en Woensel-West, heeft de welzijnsorganisatie zo’n team aangesteld. Doel ervan is juist die bewoners te bereiken en motiveren voor hulp, die met de reguliere aanpak niet worden bereikt. In De Bennekel betreft dat 15 procent van de bewoners. Zij leven van gene-ratie op generatie in armoede, werkloos, met nauwelijks opleiding, veel lichamelijke en psychische klachten, hoge schulden, vaak opvoedingsproblemen en bovenal: ongrijpbaar voor de hulpverlening.
‘Ze staan zeer wantrouwend tegenover hulpverleners. Maar ze weten ze ook heel slim tegen elkaar uit te spelen en daar zelf een slaatje uit te slaan’, zegt Ans Hendrix, projectleider krachtteams van Welzijn Eindhoven. In de krachtteams is de deskundigheid van opbouwwerkers en maatschappelijk werk gebundeld. Het opbouwwerk is sterk in het activeren van wijkbewoners activeren, het aanboren van hun talenten en die in te zetten voor de leefbaarheid van de wijk. Maatschappelijk werkers bieden praktische en psychosociale hulp. Samen proberen zij zorgmijders op te sporen en te motiveren voor verdere hulpverlening. Die wordt gerealiseerd door gesignaleerde casussen te bespreken in het wekelijkse wijk-casusoverleg, dat door de gemeente nieuw leven is ingeblazen.
Aan het overleg nemen de ‘kernpartners’ deel: Welzijn Eindhoven, woningcorporatie Woonbedrijf en de door de gemeente aangestelde ‘krachtwerker’. Maar in De Bennekel doen ook de politie, de maatschappelijke opvang, het jongerenwerk, het onderwijs, een re-integratiebureau en een woonbegeleidingsorganisatie mee. Als dat nodig is, schuiven de verslavingszorg en de ggz aan. In de twee andere wijkoverleggen zijn zij vaste deelnemers. Samen bespreken ze welke hulp moet worden geboden en door wie. Degene die het meest met de cliënt te maken heeft, coördineert de verschillende hulpvormen. De gemeentelijke krachtwerker heeft ‘doorzettingsmacht’: als het overleg er niet uitkomt, beslist hij.
Voortuintjesproject
Om notoire zorgmijders op te sporen en te motiveren tot hulp, startte het Bennekelse krachtteam met zich bekend te maken in de wijk. Vugts, maar ook Borkes, waren bij allerlei evenementen aanwezig. Posters met de naam, het telefoonnummer en een foto van de wijkmaatschappelijk werker werden op diverse plaatsen in de wijk opgehangen. Bewoners kregen thuis bezoek, om te beginnen in de Bennekelstraat. Dat laatste deden Welzijn en Woonbedrijf samen. Met extra Vogelaargelden stelden zij projectleider Sjanet Heins aan voor De Bennekel. Heins en Vugts vroegen de bewoners via de straatgerichte aanpak hoe ze de straat beleefden, welke verbeteringen ze wilden en of ze daar zelf aan wilden meewerken. Vugts: ‘Bewoners wilden onder andere meer verkeersveiligheid, meer activiteiten en een beter aanzien van de straat. Daarvoor zijn verschillende werkgroepen van bewoners opgericht.’ Om de straat te verfraaien, startte de woningcorporatie met het voortuintjesproject. Heins: ‘Wij vervangen de oude tuinmuurtjes en organiseren workshops. Daarin helpt een architect bewoners bij het tuinontwerp. We hebben al een voorbeeldtuin gemaakt. Vanuit ons kantoorpandje in de straat kunnen bewoners gratis tuingereedschap lenen. En we zijn met dertig bewoners een boek aan het schrijven over De Bennekel.’
Huurachterstand
Naast deze ‘voor de voordeur’-activiteiten voor wijk en straat, leverden de huisbezoeken ook veel kennis op van wat zich achter de voordeur afspeelt. Vugts: ‘Van de zeventig bezochte adressen hebben we een tiental bewoners doorverwezen naar hulpverlening.’ Bijvoorbeeld een man die uit zijn huis dreigde te worden gezet vanwege een huurachterstand. Sinds de dood van zijn vrouw anderhalf jaar geleden was hij volledig onthand. Hij lag de hele dag depressief op de bank. De man verloor zijn baan, wilde geen uitkering aanvragen en had veel schulden. In dit geval ging de maatschappelijk werker samen met Heins met de man praten. ‘Het acute probleem was de rechtzaak die Woonbedrijf had aangespannen om hem uit huis te zetten’, zegt Heins. ‘Dat werd opgelost toen de corporatie bereid bleek die rechtszaak op te schorten. Daarna accepteerde de man hulp bij het aanpakken van zijn schulden. Vervolgens wilde hij ook weer werken. Nu zit hij in een re-integratietraject en werkt, nog als vrijwilliger, bij PSV. Hoogstwaarschijnlijk kan hij straks betaald werken.’
Betrouwbaar
Het werken als krachtteam stelt, zegt projectleider Hendrix, expliciete eisen aan de opbouw- en maatschappelijk werkers. ‘Je moet niet alleen betrouwbaar zijn, flexibel en transparant – altijd uitleggen wat je doet en waarom -, maar ook kunnen omgaan met ethische dilemma’s. Waar andere professionals harde oordelen vellen en al snel dreigen met drang, dwang en wettelijke sancties, moeten deze professionals hun eigen normen en waarden opzij kunnen zetten. Dat is nodig om vertrouwen te winnen. Bovendien moeten ze kunnen samenwerken met bewoners en andere partners in de wijk.’
Het zijn vooral die competenties die wijkmaatschappelijk werker Borkes geschikt maakt voor de functie. Voorheen was ze vanuit Welzijn Eindhoven gedetacheerd naar het bemoeizorgteam van de GGD. ‘Ook daarin moest ik met verschillende partners samenwerken’, zegt Borkes. ‘En ik werkte outreachend: ik zocht de mensen op, probeerde hun vertrouwen te winnen.’ Ze vertelt dat ze bijvoorbeeld in gezinnen komt waar kinderen niet goed worden opgevoed. ‘Als ik dat direct veroordeel, willen ze niets meer van mij weten. Maar waar leg ik de grens? Als kinderen worden mishandeld of niet naar school gaan, doe ik een melding bij het AMK’, zegt Borkes. ‘Maar bij affectieve verwaarlozing? Of als mensen met een uitkering bijklussen? Om het vertrouwen te winnen moet je sommige dingen door de vingers zien.’
Politie
Het werken met de krachtteams is een tweejarige pilot. Bij succes wordt het een reguliere werkwijze in achterstandswijken. Project-leider Hendrix, maar ook Vugts en Borkes zijn overtuigd van de meerwaarde van deze aanpak. ‘Bij deze werkwijze vormt welzijn een belangrijke schakel in de hulpverleningsketen’, aldus Hendrix. Partners in het wijkoverleg, zoals de woningcorporatie en de politie, zijn ook die mening toegedaan, hoewel ze benadrukken dat ook zij een onmisbare schakel vormen. Heins: ‘Woonbedrijf steekt extra menskracht, geld en energie in de wijk. Preventieve woonbegeleiding staat bij ons hoog in het vaandel. Daarbij kiezen we bewust voor samenwerking. Met welzijn, maar ook met andere partners, zoals NEOS Woonbegeleiding. De kracht zit ’m in de samenwerking.’ Wijkbrigadier Jos Heesters vindt dat er in het wijkcasusoverleg – kort en bondig – concrete afspraken worden gemaakt wie welke hulp op zich neemt. Situaties waarin 25 hulpverleners waren betrokken bij een gezin, zonder dat ze dat van elkaar wisten, komen niet meer voor. Elk mogelijk probleemgeval wordt in het overleg ingebracht. Daarin vormt welzijn een essentiële schakel, juist omdat de leden van het krachtteam nu naar de bewoners toe gaan en direct concrete hulp bieden. ‘Wij politieagenten zijn doeners. Vroeger ergerden we ons wel eens aan dat praten en praten van welzijnswerkers. Als we ze nu vragen met ons mee te gaan, doen ze dat. Andersom schakelen ze ons in als ze ons nodig hebben. Ideaal zal het in een wijk als De Bennekel met al zijn complexe problemen nooit worden. Maar de hulpverlening komt nu heel adequaat tot stand.’
Dit artikel staat in Zorg + Welzijn Magazine nummer 10, oktober 2009.