Miquel Wijngaards: ‘De kwaliteit van Wmo-consulenten kan omhoog. Ze moeten vaardig zijn in gesprekken, communicatie en het hanteren van ogenschijnlijk tegengestelde belangen.’
Kosten besparen
Wijngaards is directeur van Kenniscentrum WMO, een opleidingsinstituut voor gemeentefunctionarissen die werken in het sociaal domein. Aan Binnenlands Bestuur laat hij weten dat een register waarin gemeenten kunnen zien of Wmo-consulenten de juiste scholing of ervaring hebben gemeenten een hoop kosten kan besparen.
Tegengestelde belangen
Wijngaards stelt dat de Wmo-consulent de toegangspoort van de hulpbehoevende burger tot de gemeente is. En doordat mensen langer thuis moeten, en willen, blijven wonen, krijgen Wmo-consulenten een steeds belangrijkere functie. ‘Als burgers vragen gaan stellen over hun rechten en mogelijkheden, hebben ze een vaardige gesprekspartner nodig, die bijvoorbeeld niet meteen “kan niet” zegt als iets niet mogelijk is. Dat is al een eerste aanleiding voor een conflict. De kwaliteit van de Wmo-consulenten kan omhoog. Ze moeten vaardig zijn in gesprekken, communicatie en het hanteren van ogenschijnlijk tegengestelde belangen.’
Kwaliteitsregister
In tegenstelling tot collega’s in het sociaal domein, zoals jeugdconsulenten, verpleegkundigen en psychologen, hebben Wmo-consulenten nog geen kwaliteitsregister. Wijngaards: ‘Het is raar dat er geen verplichte bijscholing voor Wmo-consulenten is, waardoor ze onder meer op de hoogte blijven van jurisprudentie en gespreksvaardigheden kunnen verbeteren. Je ziet dat gemeenten zich al sterk hebben ingezet op de kwaliteit van uitvoering in het sociaal domein. Een register helpt hen daarbij.’
‘Om de kwaliteit van het vak van sociaal werkers te verbeteren, kan een beroepsregister helpen. Daarmee kan de professionalisering en het vakmanschap van sociaal werkers gestimuleerd worden.’ Lees meer >>
Bijscholingsdag
Het Kenniscentrum WMO houdt op 22 juni de eerste nationale Wmo-consulenten bijscholingsdag. Dan wordt ook het register gepresenteerd. Wmo-consulenten die de bijscholing volgen en kunnen aantonen bekwaam te zijn, bijvoorbeeld middels een aanbeveling van een leidinggevende, kunnen zich dan registreren.
Beheer
In eerste instantie zal het Kenniscentrum WMO het register ook beheren, maar wat Wijngaards betreft, is dat niet blijvend. ‘Wij nemen dit initiatief, maar dit is niet primair iets van ons. We zien het liefst dat de VNG het register beheert. Als de VNG en het ministerie het niet doen, moet iemand anders dit initiatief toch nemen? Vinden ze het straks toch een goed idee? Regel het dan zelf. Wij hoeven het niet te beheren, maar we willen wel onze nek uitsteken.’
Reactie van mevr.Groote op Mirthe het verhaal van "duurdere" AWBZ klopt niet. De WMO heeft in onze gemeente en dat is bij meer WMO'S gebeurd resultaat gericht geindiceerd. Dat is bij iedereen 1 en 1/2 uur ongeacht ziekte of gebrek. Zg. een "Schoon en leefbaar huis". Daardoor een half miljoen bespaard in één jaar! Geen maatwerkvoorziening! Kan ook niet want de WMO ambtenaren hebben geen medische kennis hoewel ze wel medische dossiers opvragen. Als je dat niet afgeeft krijg je niet meer hulp "want niet meewerken aan informatie voorziening' staat dus straf op? Als chronisch zieke heb je niets te verwachten van de WMO mensen.
Hr. Groote de vroegere AWBZ was een onbetaalbare regeling.Dankzij de aardgasbaten konden wij ons dit permitteren, maar de gasput raakt leeg. Kijk maar eens in de rest van de EU, daar kennen ze helemaal geen AWBZ of iets dergelijks. Wellicht in Duitsland de pflegeversichering, maar dat is een slap aftreksel van onze riante WLZ.
Allemaal voorzieningen welke wij tot 1968 e.v. al uitvoerden onder de tijdelijke Rijksgroepsregeling Mindervaliden. Voor veel medewerkers is het nog wat wennen, maar het zal allemaal goedkomen. Advies : jurisprudentie bijhouden en vakbladen lezen, dan is een register overbodig. Bezwaar en beroep altijd nog achter de hand. Zelf jurisprudentie uitlokken, deden wij ook af en toe.
De "oude" regeling AWBZ moet terug. Een instantie die alle persoonlijke zorg verpleging wat nu via de Zorgverzekeraars gaat die wurgcontracten met Thuiszorg afsluiten. En daarnaast de Begeleidingsuren en Huishoudelijke hulp dat is de meest noodzakelijke hulp die nodig is voor al die mensen die zo lang mogelijk zelfstandig moeten wonen. Door het volledige pakket thuis als maatwerkvoorziening op de persoonlijke situatie 1aan te bieden zou er veel bespaard kunnen worden. Nu vallen vooral chronisch zieken en ouderen tussen de wal en het schip. De medisch zorg wordt beperkt door de Zorgverzekeraar en Huishoudelijke hulp en begeleiding worden wegbezuinigd door de WMO ambtenaren die zijn opgeleid om de Gemeentelijke kas te beheren. Ze zijn niet bevoegd en capabel om een medisch dossier goed te doorgronden ze mogen dat zelfs niet inzien. Dat is voorbehouden aan artsen. Zo kunnen ze niet de goede Indicatie stellen voor een maatwerkvoorziening.
Een kwaliteitsregister zegt helaas weinig over de kwaliteit van een medewerker. Jaren ingeschreven gestaan in een register, net als mij toenmalige collega's. Dus zeker ervaring meer. En waarom dan alleen voor de WMO? Er werken nog vele andere mensen in de wijkteams. Denk aan jeugsconsulenten, participatie, wonen etc. Komt er dan ook een register voor hem en voor bijvoorbeeld beleidsmedewerkers, ect.? Waar trek je de grens? Natuurlijk is kwaliteit van groot belang en ik zie ook dat dit niet overal geleverd wordt. Maar volgens mij is dit de verantwoordelijkheid van de gemeenten en de mensen van het wijkteam zelf. Gemeenten moeten inzien dat er veel kennis nodig is om een wijkteam goed te laten functioneren, laten we daar mee beginnen.
Door de AWBZ af te schaffen en een deel onder te brengen bij de Gemeentes is er volgens mij één hele grote fout gemaakt met de GGZ. Meestal is er binnen de gemeentes die werken met wijkteams weinig tot geen know how vooral niet als het om complexe problematiek gaat, toch moeten zij indiceren en dat gaat heel vaak fout en misverstanden zijn er vele. Naar mijn idee moet hiervoor een oplossing komen. Niemand kan van één persoon verwachten dat men kan indiceren voor een traplift of een GGZ indicatie. Ook zouden de "hokjes" (ZZP-GGZ1,2,3,4 etc) moeten verdwijnen en "maatwerk" ervoor in de plaats komen. Veel past niet binnen de gestelde hokjes waardoor immer weer spanningen bij wijkteams en clienten ontstaat. Dit moet echt anders en kan ook anders.