Anke Brinkman studeerde HBO-jeugdwelzijnswerk en
werkte zes jaar in een gezinsvervangend tehuis tot het niet meer ging.
‘Misschien heb ik toen een burn-out gehad,’ overdenkt ze nu de situatie. Maar de
harde maatschappij en de uitkerende instanties trokken aan haar en dwongen haar
te blijven werken. ‘Ik kon niet voor mezelf zorgen en had verschillende banen.
Uiteindelijk kwam ik in de WW en daarna de WAO terecht. Ik wist niet wat ik
wilde en ging gewoon door met alles tot ik er bij neerviel. Ik heb zelfs nog
psychologie gestudeerd. Ik dacht, misschien helpt dat om meer grip op mezelf te
krijgen.’ Uiteindelijk meldde ze zich aan voor dagbehandeling bij de Riagg.
‘Daar heb ik geleerd te accepteren, wat wel en niet bij me past.’ Via de Riagg
kwam Anke terecht bij Rodas, de Regionale organisatie voor dagbesteding arbeid
en scholing. Rodas maakt deel uit van de instelling voor geestelijke
gezondheidszorg De Geestgronden. ‘Mijn trajectbegeleider heeft voor mij
kwartiergemaakt.’ Een kwartiermaker moet de weg vrij maken voor de (ex-)
psychiatrische patiënt zodat deze makkelijker aansluiting vindt bij de
maatschappij. Anke vond via Rodas een aantal dagdelen in de week werk bij het
Grafisch Buro Haarlem, ooit begonnen als dagbestedingsactiviteit van Rodas. ‘Ik
werd altijd door instanties gepusht om gewoon aan het werk te gaan. Dankzij de
behandeling en de hulp van Rodas heb ik kunnen ontdekken dat ik dat niet aankan.
Nu krijg ik de ruimte om het werk in mijn eigen tempo te doen. En dat is wat ik
nodig heb.’
Gastvrijheid
De filosofie van het kwartiermaken is van Doortje Kal. Twee jaar geleden
schreef ze het proefschrift ‘Kwartiermaken, werken aan ruimte voor mensen met
een psychiatrische achtergrond’. ‘Kwartiermaken kun je zien als het ontwikkelen
van gastvrijheid voor mensen die niet aan de standaard eisen van de maatschappij
voldoen,’ legt Kal uit. ‘De ‘gewone’ normale mens heeft een huis, een min of
meer regelmatig leven en werkt. Dat geldt meestal niet voor de psychiatrische
patiënt. Door de vermaatschappelijking worden we meer dan voorheen in de
samenleving geconfronteerd met mensen die anders zijn. De maatschappij sluit
mensen die afwijken van de norm vaak uit. Kwartiermaken probeert dat tegen te
gaan. Het is de bedoeling dat de mensen met behoud van eigenheid in de
samenleving kunnen integreren. De maatschappij zal daarvoor wat in moeten
schikken.’
‘Kwartiermaken’ betekent letterlijk het voorbereiden van een verblijfplaats
voor een groep nieuwelingen. De psychiatrisch gestoorde mens is die nieuweling.
De kwartiermakers zijn mensen van de professionele ggz, maar vooral ook van
projecten als Multiloog, vriendendiensten en andere maatjesprojecten.
De eerste projecten Kwartiermaken stammen al van 1992 in Amsterdam en 1997
in Zoetermeer. Ook in Utrecht zijn kwartiermakers aangesteld. Inmiddels wordt in
heel Nederland met deze methode gewerkt. Zo zijn er bijvoorbeeld zestig
zogeheten ‘vriendendiensten’ in het land. Daarnaast biedt het project Multiloog
een mogelijkheid voor psychiatrische patiënten, familie en hulpverleners om via
groepsgesprekken tot een betere verstandhouding te komen. Doortje Kal ziet het
project Multiloog als een centrale doelstelling van Kwartiermaken: ‘Het werken
aan betrokkenheid en solidariteit, wordt in Multiloog op bescheiden schaal
gerealiseerd’. Multiloog is bedoeld als een veilige plek waar mensen met een
psychiatrische achtergrond vrijelijk hun verhaal kunnen vertellen aan iedereen
die daar belang in stelt. Om elkaar te ontmoeten, met elkaar te praten en om al
luisterend naar elkaars verhaal nader tot elkaar te komen.
‘Ook op het werk moet een veilige omgeving en gastvrijheid zijn. Iemand met
psychische problemen zou in het bedrijfsleven een kans moeten kunnen krijgen,’
vindt Kal. ‘Maar van die situatie zijn we nog ver verwijderd. In een klimaat
waarin iedereen moet presteren, is er voor de minder presterende weinig ruimte.
Dat is schokkend, als je bedenkt dat de meeste mensen met een psychiatrische
achtergrond wel graag willen werken.’ In het kader van kwartiermaken kan gedacht
worden aan het aanstellen van een functionaris op een werkplek of een maatje,
die de nieuwe werknemer helpt in zijn nieuwe baan.
Deadlines
Evenals Anke, kwam Dennis van Dijk bij het Grafisch Buro Haarlem op een
gastvrije werkplek terecht. Dennis laat met trots zijn producten zien: een
flyer, brochure en affiche voor een verwendag. ‘Ik werkte vroeger soms wel
vijftig uur in de week. En de combinatie van stress, niet goed voor me zelf
kunnen zorgen en geen grenzen kunnen stellen brak me op. Ik heb toen een jaar
thuis gezeten en dat deed me goed.’ Tijdens de dagbehandeling bij de Riagg belde
Rodas hem op: of hij belangstelling had voor een baantje. Sinds een jaar werkt
hij bij het Grafisch Buro. ‘In het begin heb ik het echt moeten leren en heb ik
het best zwaar gehad. Maar ik was altijd al creatief. Het bevalt me nu prima en
ik leer elke dag weer wat bij.’
Anke en Dennis hebben vandaag een redelijk rustige dag. Hun coördinator, Ed
Lapré, vraagt wat ze willen drinken. ‘Dat doen we altijd als we ’s ochtends
binnenkomen, en dat is belangrijk. Natuurlijk hebben we wel een deadline, maar
je moet mensen niet pushen. Het moet een leuke en gezellige werkplek zijn waar
ze zich thuis voelen. Ze moeten hier weer hun eigenwaarde opbouwen, op een plek
waar niets moet.’
Lapré, die ook bedrijfsleider van het Grafisch Buro is, komt zelf uit het
‘harde bedrijfsleven’. Hij was jarenlang manager van grote hotels totdat de
stress hem ook te veel werd. Hij wilde niet thuis blijven zitten en kwam bij
Rodas terecht. Elke medewerker die een cursus gaat doen of doorstroomt naar een
andere baan is een overwinning voor Lapré. ‘Dennis is heel trots dat het goed
met hem gaat en dat ben ik ook.’
De werkruimten zijn klein, maar professioneel ingericht. Lapré:
‘Opdrachtgevers weten dat dit een instelling is en dat de mensen beperkingen
hebben. Als ze binnenkomen, geef ik ook altijd aan dat we iets meer tijd nodig
hebben om het te maken.’ Anke en Dennis voelen zich hier op hun gemak. ‘Je kunt
hier zeggen wat je wilt. Iedereen mag hier zijn wie hij of zij is,’ aldus Anke.
Volgens Dennis is het prettig dat alle mensen wat van zijn achtergrond weten,
zodat er rekening mee gehouden wordt.
Utopie
Het welzijnswerk zou veel meer moeten inspringen op de
vermaatschappelijking, vindt Doortje Kal. Ook al omdat vrijwilligerswerk voor
(ex-) psychiatrische patiënten een stap naar betaald werk kan zijn. ‘Het
buurthuis lijkt het meest op de dagactiviteitencentra, de dac’s. Ze worden
massaal bezocht door mensen met een psychiatrische achtergrond, vanwege de
activiteiten, het vrijwilligerswerk dat er gedaan kan worden en vanwege de
ontmoetingsfunctie. Sommige psychiatrische patiënten willen ook buiten de dac’s
activiteiten ontplooien en mensen ontmoeten. Buurtcentra kunnen van enorme
betekenis zijn voor de vermaatschappelijking, als ze zich meer richten op
integratie van mensen die anders zijn. De psychiatrisch patiënt kan bijvoorbeeld
begeleid worden door een medebezoeker te vragen als maatje, om zo iemand zich
veilig te laten voelen in de vreemde omgeving.’
De ideeën van Doortje Kal dat (ex-) psychiatrische patiënten volledig
kunnen integreren, zijn volgens Dennis waarschijnlijk utopie. ‘Voor mijn
eigenwaarde is het goed dat ik bij het Grafisch Buro werk. Want als je in de
kroeg gevraagd wordt wat je doet en je moet zeggen ’niks’, dan is dat niet leuk.
Maar het idee dat ik eigenlijk veertig uur per week zou moeten werken, zit er
nog wel ingebakken bij mij.’ Anke twijfelt of het ooit mogelijk is dat een
werkgever zich aanpast aan haar. ‘De maatschappij vindt het prettig als je je
voegt in het geheel. Ik heb mijn beperkingen qua stress en dat maakt me minder
aantrekkelijk voor een werkgever. Maar het moet wel van twee kanten komen, niet
alleen de werkgever moet zich gaan aanpassen. Ik ben altijd heel eerlijk geweest
over wat er aan de hand was.’
Anke heeft nu in ieder geval heel wat toekomstplannen. Ze is bezig met een
grafische omscholing en graag wil ze een eigen bedrijf beginnen. Dennis wil
misschien nog een cursus op het gebied van grafisch ontwerpen gaan volgen en
vooral gelukkig blijven. ‘Ik blijf voor de mensen wel kijken naar de
mogelijkheden,’ zegt Ed Lapré. ‘Maar het belangrijkste is dat ze weer zin in het
leven hebben./Linda Blok