-OPINIE- Vooral voor welzijnsvragen kan de sociale omgeving ingezet worden, volgens Guus van Montfoort. Hij heeft het ook over het stimuleren van zelf- en samenredzaamheid, zoals in het project Buren voor Buren, een vrijwilligersproject in Rotterdam. Een mooie gedachte. Maar willen en kunnen vrijwilligers de meest kwetsbare, zoals geïsoleerde burgers bereiken? En vraagt elke hulpbehoevende zelf om hulp? Nee.
Onbekende oudere
‘Zelforganisatie’ en ‘alles terug geven aan de burgers’ zijn volgens veel beleidsmakers antwoorden op alle vragen. Buurthuizen worden teruggegeven aan bewoners en vrijwilligers, maar niet altijd met professionele ondersteuning. Zo krijgen vrijwilligers de leiding over allerlei welzijnsprojecten om kwetsbare burgers te ondersteunen. Maar kun en wil je van elke vrijwilliger verwachten dat zij de geïsoleerde onbekende oudere bereiken? In de praktijk zijn veel burgers aan de slag vanuit hun eigen sociale referentie. Veel vrijwilligersorganisaties werken ook vanuit een eigen historie, normen en waarden en bewegen niet gemakkelijk mee als er meer of nieuwe werkzaamheden van de vrijwilligers worden verwacht. Ook passen de nieuwe vragen aan vrijwilligers niet altijd bij hun motivaties om vrijwilligerswerk te doen. En kun je van alle buurtbewoners verwachten dat zij vertrouwelijk omgaan met de situatie van hun kwetsbare buurman?
Bemoeien
Daarnaast speelt vraag- en handelingsverlegenheid een grote rol, zoals ook blijkt uit het promotieonderzoek naar informele zorg van Lilian Linders. Mensen vragen liever geen hulp omdat ze daarmee hun kwetsbaarheid laten zien. Dit maakt mensen ‘vraagverlegen’. Handelingsverlegenheid speelt ook een rol bij bijvoorbeeld vrijwilligers. Zij aarzelen om hulp aan te bieden en achten zich niet in staat om adequaat te handelen. Buurtbewoners houden bovendien graag wat afstand naar elkaar en willen zich niet ongevraagd met elkaar bemoeien. Nabijheid van burgers, buurtbewoners, mantelzorgers en vrijwilligers, betekent dus niet automatisch dat ze iets willen doen voor de meest kwetsbaren.
AWBZ
Laten we dus niet alles over de schutting gooien naar mantelzorgers en vrijwilligers, maar eerst kijken naar wat de hulpvrager en zijn sociale omgeving willen én kunnen bieden. Dit kan niet zonder de professional, betaald uit de ‘administratief razend ingewikkelde stelsels’ AWBZ, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Zorgverzekeringswet (ZWV). De professional biedt continuïteit en van hem kun je verwachten ook af te stappen op bijvoorbeeld de vervuilde en geïsoleerde burgers. Het verschil in competenties en daarmee de kwaliteit en continuïteit van zorg, maakt dat informele zorg de formele zorg niet zomaar kan vervangen.
Jolanda Elferink en Ilse de Bruijn zijn adviseurs Sociale Zorg bij MOVISIE
Dank je Jolanda. Dat informele zorg niet zomaar de formele zorg kan vervangen beweer ik al enige tijd als het gaat om de zorg van mensen met een verstandelijke beperking. Dat zou n.l. wel eens het gevolg kunnen zijn van het ‘dicht bij’ organisareren van die zorg, o.a. door vrijwilligers. Movisie heeft tot nu toe die vorm van zorg met dat risico ondersteund. Het lijkt me beter eerst zekerheden te vragen dat die formele zorg niet wordt vervangen door informele zorg en dan pas steun aan de decentralisatie naar zorg dichtbij te steunen.
Beste Kees, het gaat erom de de informele zorg niet zomaar de formele zorg kan vervangen, of deze nu vanuit de AWBZ, Wmo of ZWV (zie mijn stuk) komt. Dit spreekt de overheveling naar ‘zorg dichtbij’ niet tegen.
Ik begrijp de argumentatie, maar dat betekent nog niet dat de ouderenzorg uit de Awbz gefinancierd moet worden. Wat ik merkwaardig vind, is dat vanuit dezelfde Movie de overheveling van matig tot zwaar verstandelijk beperkte mensen, die thuis wonen (extramuraal) naar ‘zorg dichtbij’, dus buiten de awbz, wel wordt ondersteund. Dat gaat over mensen die een levenslange zorgvraag hebben. Sterker, voor die mensen geldt dat hun zorg al voor een belangrijk deel door manterzorgers e.a. wordt uitgevoerd, nl. rond het wonen. Je zou tenminste dezefde argumenten kunnen gebruiken om ook tegen de overheveling van hun professionele zorg naar de wmo (zorg dichtbij) te zijn. Het lijkt er op dat Movisie met twee maten meet.