‘Het is echt schokkend hoeveel mensen moeite hebben met basisvaardigheden zoals lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden’, zegt Lou Repetur, programmaleider Sociale Basis bij Movisie. ‘Het mensen dat laaggeletterd is neemt toe. Uit feiten en cijfers van Stichting Lezen en Schrijven blijkt dat in 1995 9,4 procent van de bevolking laaggeletterd was, en in 2012 was dat maar liefst 12 procent. Het is ook een groot misverstand dat het vooral nieuwkomers zijn die laaggeletterd zijn. Meer dan de helft van de laaggeletterden is autochtoon – gewoon hier in Nederland geboren en naar school geweest. Zelfs mensen die een middelbare beroepsopleiding hebben gedaan, hebben kans op laaggeletterdheid. De onderwijsinspectie zegt al jaren dat niet alle kinderen voldoende leesvaardigheden hebben als ze van de lagere school afkomen.’
Meer dan onderwijs
Laaggeletterdheid klinkt als een probleem dat in het onderwijs thuishoort, maar daar is Repetur het absoluut niet mee eens. ‘Juist de sociaal werkers komen – als het goed is – deze mensen tegen. Want laaggeletterdheid uit zich vaak in andere problemen: het niet kunnen vinden van een baan, armoede, schulden, gezondheidsproblemen. Met bijvoorbeeld gebrekkige digitale vaardigheden of niet goed kunnen lezen kun je ook niet goed deelnemen in maatschappelijke politieke debatten. Sterker nog: de meeste communicatie met de overheid gaat tegenwoordig digitaal. Je hebt het gewoon nodig in het dagelijks leven.’
Laaggeletterd blinde vlek
‘Sociaal werkers moeten dit dus tegenkomen en signaleren. Maar dat lukt kennelijk niet’ vervolgt Repetur. ‘In het beroepscompetentieprofiel van Sociaal Werk Nederland wordt het nergens genoemd. Bij het “toeleiden tot werk” worden potentiële doelgroepen genoemd: nieuwkomers, vluchtelingen, mensen met psychische problemen en anders soortige problemen. Nederlandstalige laaggeletterden worden niet eens genoemd, terwijl dat de grootste groep is. Deze groep wordt nauwelijks bereikt met het vele taalaanbod. Ook in de Wat Werkt dossiers van Movisie vond ik de term nauwelijks terug. Je kunt wel concluderen dat het een blinde vlek is in het sociaal domein.’
Juiste groep laaggeletterd
Daarom moeten sociaal werkers verbinding maken met werkgevers en -nemers, beleidsmakers, ervaringsdeskundigen, onderzoekers en onderwijs professionals. ‘In het onderwijsveld wordt bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan laaggeletterdheid, maar vooral in de vorm van cursussen en lesmateriaal. Daar moeten vervolgens wel de juiste mensen komen’, vindt Repetur. ‘De autochtone laaggeletterden zie je amper bij die taalcursussen. Terwijl dat, ik zeg het nog maar eens, de grootste groep is. Sociaal werkers, maar ook huisartsen en werkgevers zouden moeten helpen bij de toeleiding naar dat prachtige onderwijsaanbod.’
Expertisepunt Basisvaardigheden
Dit samenwerken tussen de domeinen is precies wat Movisie voor ogen heeft met het Expertisepunt Basisvaardigheden, dat donderdag 29 oktober gelanceerd wordt door Movisie en Stichting Lezen en Schrijven. Het centrum zal onder andere dienen als vraagbaak voor vragen over laaggeletterdheid. ‘De mensen van het expertisecentrum gaan dan opzoek naar wie het antwoord op de vraag heeft. Zo leren zij gelijk de spelers in het veld kennen, ze leren welke vragen er spelen, welke behoeften er zijn, en ze kennistekorten aanvullen met onderzoek.’
Onderzoek is namelijk een andere peiler van het expertisepunt. ‘Dat hoeft niet altijd uitgevoerd te worden door Movisie’, benadrukt Repetur. ‘We hebben ook geld van de ministeries BZK, OCW, SZW en VWS gekregen om onderzoek van anderen te financieren. Wij coördineren wel de onderzoeksagenda.’
Het centrum zal ook de netwerken tussen de verschillende domeinen versterken, onder andere via reflectiesessies. En zorgen dat kennis, onderzoek en ervaringskennis bij elkaar gebundeld wordt en toegankelijk gemaakt worden voor alle doelgroepen.