Het is vandaag, woensdag 8 september, de dag van de alfabetisering. En dat is geen ver-van-je-bed-show om aandacht te vragen voor analfabetisme in ontwikkelingslanden. Integendeel. In Nederland zijn 2,5 miljoen mensen laaggeletterd en 2,1 miljoen mensen laaggecijferd. Deze groepen overlappen deels, maar dat betekent dat miljoenen mensen in Nederland veel moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden.
1-0 achter
‘Sociaal werkers komen dus, misschien wel op dagelijkse basis, mensen tegen bij wie dit speelt’, zegt Krista van Mourik, coördinator van het Expertisepunt basisvaardigheden, een samenwerking tussen Movisie en de Stichting Lezen en Schrijven. Te meer daar laaggeletterdheid vaak samenhangt met bijvoorbeeld armoede en een slechte gezondheid. ‘Mensen met beperkte basisvaardigheden leven vaker, en langer, in armoede en hebben vaker schulden. Dat is ook niet zo gek, want het zijn niet voor niets basisvaardigheden. Heb je die niet, dan staan je eigenlijk al met 1-0 achter.’
Schaamte
In het sociaal domein zijn basisvaardigheden echter nog vaak een blinde vlek, zegt Van Mourik. Zeker bij autochtone Nederlanders. Op zich begrijpelijk, zegt ze, want mensen die moeite hebben met lezen of schrijven, zijn er vaak kampioen in om dat te verbergen. ‘De schaamte is vaak heel groot.’ Zo weet ze van iemand die werkloos was geworden, maar geen uitkering aanvroeg omdat hij bang was dan door de mand te vallen.
Verhullen
‘Mensen hebben vaak allerlei copingmechanismes om het te omzeilen en te verhullen’, zegt Van Mourik. Hier geldt volgens haar dan ook een van Johan Cruijffs befaamde uitspraken: Je ziet het pas, als je het doorhebt. ‘Mensen trainen bijvoorbeeld een olifantengeheugen of laten hun partner dingen opvangen en vaak weten ze zich daar behoorlijk mee te redden. Tot het mis gaat, bijvoorbeeld door een scheiding, schulden, werkloosheid of ziekte. Dan komt het vaak wel aan de oppervlakte, maar dan gaan, logisch, die urgente problemen voor en wordt niet altijd ook het achterliggende probleem van die basisvaardigheden aangepakt.’
Alertheid
Zij zou dan ook graag zien dat hulpverleners er eerder bij zijn, vóórdat er grote problemen zijn. Dat vraagt alertheid, zegt ze, want niet alleen wordt laaggeletterdheid nu vaak niet opgemerkt, ook als het wél wordt gezien, of vermoed, vinden sociaal professionals het lastig om bespreekbaar te maken. Haar advies: ‘Bespreek het altijd één-op-één, dus niet met anderen erbij.’ En een vertrouwensrelatie is heel belangrijk, zegt ze. ‘En wat wellicht goed is om te weten: weliswaar is er veel schaamte en houden mensen het zo veel mogelijk verborgen, maar tegelijkertijd hoor ik ook altijd van mensen bij wie het aan het licht is gekomen en die ermee aan de slag zijn gegaan: “Ik had gewild dat iemand er eerder over begonnen was”.’
Teamwork
De blinde vlek en handelingsverlegenheid komen volgens Van Mourik ook omdat sociaal professionals er weinig over horen in hun opleiding, waardoor al snel het idee kan ontstaan dat het niet bij hun takenpakket hoort. Of dat ze niet weten wat ze ermee aan moeten. Haar advies: ‘Vraag er aandacht voor in een team. Of nog beter: benoem een aandachtsfunctionaris. Dan garandeer je dat het een terugkerend onderwerp is waar blijvend aandacht voor is.’
Bij de hand
En nee, dat betekent volgens haar niet per se weer iets erbij op het toch al volle bordje. ‘Sociaal professionals hoeven het probleem niet op te lossen, maar moeten het wel signaleren, bespreekbaar maken en mensen motiveren en bij de hand nemen om, vanuit die vertrouwensrelatie, kleine stapjes te zetten naar bijvoorbeeld scholing.’
Aanbod
Daarvoor zijn er veel initiatieven. De drempel daarnaar toe is voor veel mensen echter te hoog om daar (uit zich)zelf naar toe te gaan. ‘Vaak hebben ze hele slechte schoolervaringen en vrezen ze die opnieuw. Het is daarom belangrijk het aanbod goed te kennen, zodat je de drempels en de angst weg kan nemen, want school is niet meer als vroeger. Vaak zijn die cursussen heel praktisch en bieden ze ook lotgenotencontact. Ik hoor zo vaak: had ik dit maar eerder geweten of gedaan.’