Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Laten we over seksueel gedrag praten: wat moet kunnen en wat niet?

Wanneer is seksueel gedrag gezond en wanneer is het grensoverschrijdend? De methodiek het Vlaggensysteem helpt om dat te beoordelen en om gepast te reageren. Hulpverleners zijn enthousiast. Soms reageren we te fel op seksueel gedrag, soms bagatelliseren we. Het Vlaggensysteem voorkomt beide.
© FreepikCompany / Stock.adobe.com

Cynthia Abbink werkt als GZ-psycholoog bij en is mede-eigenaar van Psychologische Raad en Daad (PRED). Ze is gespecialiseerd in hechting en trauma en tevens in de psychoseksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Bij PRED gebruiken de collega’s onderling het Vlaggensysteem vaak. ‘Het biedt hele duidelijke criteria om te bepalen wat gezond is. Je komt daardoor als hulpverlener los van je eigen persoonlijke achtergrond en je opvoeding.’

Het Vlaggensysteem

De kern van het Vlaggensysteem bestaat uit 3 onderdelen:

1. het adequaat beoordelen van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag;

2. het bespreekbaar maken van dat gedrag met andere professionele opvoeders en met de kinderen en jongeren zelf;

3. het geven van een adequate pedagogische reactie.

Bij de methodiek hoort onder andere een handboek, een set van 49 kaarten met getekende voorbeeldsituaties en een normatieve lijst. De lijst geeft voorbeelden van seksuele activiteiten, ingedeeld per leeftijdscategorie. Aan de hand van 6 criteria (wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, leeftijds- en ontwikkelingsadequaat, contextadequaat/passend bij de situatie en zelfrespect) wordt bij elk voorbeeld beoordeeld of er een groene, gele, rode of zwarte vlag bij hoort. Groen staat voor gezond gedrag en zwart voor zwaar grensoverschrijdend. Het Vlaggensysteem is opgenomen in de Databank Effectieve Sociale Interventies en erkend als ‘goed onderbouwd’.

Jesse Lapien werkt als trainer bij Sterk Huis, een organisatie die hulp biedt bij huiselijk geweld, aan volwassenen en jongeren. Zij werkt al 8 jaar met het Vlaggensysteem en beschrijft aan de hand van een casus hoe dat eruit kan zien. ‘Bij onze woongroep delen de jongeren de badkamer. Laatst liep een 17-jarige jongen alleen met een klein handdoekje om over de gang naar de douche. Een 14-jarig meisje op de gang schrok daarvan. Het Vlaggensysteem hielp om als collega’s een objectief oordeel te vormen.’

Criteria langslopen

‘Je kijkt naar de situatie en loopt de criteria langs. Bij het criterium of gedrag leeftijdsadequaat is, doe je dat met de normatieve lijst erbij’, legt Lapien uit. ‘Neem het criterium toestemming. Daar is geen sprake van als iemand ongevraagd op deze manier over de gang loopt. Daar hoort een gele of rode vlag bij. Bij gelijkwaardigheid geldt door het leeftijdsverschil dat het niet oké is, ook een gele vlag. De jongen doet het geheel vrijwillig, dus daar hoort een groene vlag bij.’

Eigen achtergrond

Op deze manier seksueel gedrag beoordelen is dus echt anders dan bespreken wat iedereen ervan vindt, maakt ze duidelijk. ‘Want dan neemt iedereen zijn eigen achtergrond mee. Iemand die opgroeide in een gezin waarin het heel gewoon was om in je blootje rond te lopen, vindt het waarschijnlijk gezond gedrag. Terwijl iemand die zelf altijd een badjas draagt het waarschijnlijk ongezond vindt.’

Grenzen

Doordat je met het Vlaggensysteem de situatie aan de hand van de criteria beoordeelt, kun je vervolgens ook adequaat reageren, zegt Lapien. ‘Stel, je komt uit op een gele vlag. Dan is het volgens het Vlaggensysteem zaak dat je de grenzen duidelijk maakt en alternatieven zoekt. Je kunt aan deze jongen uitleggen dat hij zijn ganggenoten ongevraagd, dus zonder hun toestemming, confronteert met zijn lichaam en dat dat niet gepast is. Je hoeft het ook niet groter te maken dan het is: geef hem een grotere handdoek en klaar ben je.’

Stoppen

Kom je in een andere situatie uit op een rode vlag, dan stelt het Vlaggensysteem dat het gedrag moet stoppen. Zeker als het bij herhaling voorkomt. Dan is het zaak te overleggen met de jongeren hoe die ermee kan stoppen en wat daar voor nodig is.’ De professionals benoemen allebei dat het Vlaggensysteem vooral helpend is bij situaties in het grijze gebied. ‘En dus niet in zwart-wit gevallen zoals een volwassenen die seksuele handelingen doet bij een kind’, zegt Abbink. Dat is volstrekt zwart, daar hoef je het Vlaggensysteem niet bij te halen.

Relatiewijs: seksueel gedrag bespreken bij volwassenen

Het Vlaggensysteem richt zich op kinderen en jongeren. Vanuit de wens om een vergelijkbaar objectief systeem te hebben voor volwassenen, is in 2017 Relatiewijs ontwikkeld. Relatiewijs werkt ook met 4 vlaggen, in dit geval groen, geel, oranje en rood. Duska Sabljic is adviseur preventie huiselijk geweld bij Samen Veilig Midden-Nederland en was betrokken bij de totstandkoming. ‘Hulpverleners zijn soms terughoudend om gedrag aan te kaarten bij volwassenen, vanwege de eigen verantwoordelijkheid die zij hebben. Relatiewijs helpt om duidelijk te krijgen wat de urgentie is om het gesprek aan te gaan.’ Bij groen is die laag, bij geel hoog. Kom je uit bij een oranje of rode vlag, dan is het zaak de meldcode te gebruiken.

Al jaren vast

Sabljic ziet dagelijks in haar werk hoe ingewikkeld het is om verandering te weeg te brengen bij huiselijk geweld. ‘Mensen zitten soms al jaren vast in een patroon. En ook al is het een zeer ernstig patroon, de voorspelbaarheid geeft houvast. Verandering is onzeker en eng.’ De handleiding voor professionals geeft naast veel achtergrondinformatie ook tips voor zorgvuldig en kansrijk handelen: praat over het feitelijke gedrag en neem een standpunt in met behulp van het normatieve kader; realiseer je dat de relatie en interactie tussen hulpverlener en cliënt cruciaal is voor het motiveren van de cliënt én dat sterk aansturen op verandering de cliënt in de verdediging kan laten schieten. Lees meer over hoe je grensoverschrijdend gedrag beter kunt duiden.

Door situaties met het Vlaggensysteem te beoordelen, voorkom je enerzijds dat hulpverleners te heftig reageren, en anderzijds dat ze zaken bagatelliseren en op hun beloop laten, stelt Abbink. Het overreageren komt nogal eens voor als het gaat over het gebruik van sociale media. ‘Terwijl daar doorgaans dingen gebeuren die prima bij de leeftijd passen.’

Online flirten

De normatieve lijst laat zien dat jongeren volop online flirten, legt ze uit. ‘Ze vinden het meestal zelf ook leuk en opwindend om elkaar te filmen. Dat hoort er tegenwoordig een beetje bij. Dit soort constateringen kan hulpverleners helpen een ongemakkelijk gevoel los te laten en het kan ook helpen om ouders gerust te stellen. En om de risico’s die er wel degelijk aan zitten te benoemen.’

Getekende voorbeeldsituaties

Abbink vindt het Vlaggensysteem ook zeer waardevol om het onderwerp seksualiteit überhaupt bespreekbaar te maken, zowel in de behandelrelatie met het kind of de jongere, als bij collega’s onderling. ‘Voor begeleiders op een woonlocatie helpt de normatieve lijst om activiteiten te benoemen of er naar te vragen: Weet je hoe je lijf eruitziet en hoe het werkt? Wat hoort er allemaal bij verkering hebben? Weet je wat je eigen grenzen zijn en hoe geef je dat aan? Hoe weet je of de ander wil wat jij wilt?’ Lapien brengt nog in dat ook de kaarten met de getekende voorbeeldsituaties helpen om in gesprek te raken met een jongere, omdat de tekening de situatie vertaalt naar de derde persoon. ‘Je kijkt dan samen naar hetzelfde plaatjes en stelt daar de vragen over.’

Eindoordeel

Gevraagd naar de eventuele verbeterpunten van het Vlaggensysteem, hebben beide hulpverleners niet of nauwelijks wensen. In feite komt hun antwoord op hetzelfde neer. Lapien zegt: ‘Ik hoop dat meer mensen opgeleid worden om ermee te werken, bijvoorbeeld op scholen.’ En die wens deelt Abbink met haar. Zij is glashelder in haar eindoordeel: ‘Ik ben fan.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.