Download het artikel ‘Lebensräume für Jung und Alt’ als pdf
href=”https://www.zorgwelzijn.nl/portal/resources/attachments/download/true/im/false/id/75702/Lebenraumefurjungundalt.pdf”>Lebenraumefurjungundalt.pdf
Door Martin Zuithof – Vogt, een dorp met zo’n 4.600 inwoners, ligt in
Zuid-Duitsland vlakbij de Bodensee. Hier werden in 1995 de eerste ‘Lebensräume
für Jung und Alt’ gebouwd, een woonvorm met 46 woningen die middenin het dorp
ligt. (Foto St. Anna Hilfe Duitsland)
Het appartementencomplex wordt voor een derde deel bewoond door jongere
gezinnen en voor tweederde door ouderen, dat wil zeggen mensen van middelbare
leeftijd en ouder. Het zijn niet de verzorgenden, maar de bewoners zelf die hier
de eventuele zorg bieden.
Tussen de woningen is een dienstencentrum gebouwd, dat niet alleen het
centrum van het project is, maar meteen ook fungeert als ontmoetingsplek van het
hele dorp. Verschillende verenigingen maken er gebruik van. De bijbelclub
vergadert er, het zangkoor oefent er, drie keer per week zijn er gezamenlijke
maaltijden en de woensdagmorgen is gereserveerd voor het huisvrouwenontbijt.
Eens per week is er dagbesteding voor dementerenden, er is een aantal creatieve
clubs actief en natuurlijk wordt er ouderengymnastiek gegeven.
Zelfhulp Het concept van de Lebensräume komt uit de
koker van Gerhard Schiele. Schiele is directeur van de St. Anna-Hilfe (
href=”http://www.anna-hilfe.de”>www.anna-hilfe.de), de divisie ouderenzorg
van de Liebenau Stiftung en verantwoordelijk voor 45 locaties in Baden
Württemberg. Hij bedacht dat de wederzijdse hulp van alle generaties nodig is om
op den duur alle ouderen te kunnen blijven ondersteunen.
Schiele: ‘Rond 1990 bleek dat de vroegere bejaardenhuizen niet meer
voldeden. Het aantal ouderen dat intensieve zorg nodig had, groeide en er was
een toenemende behoefte aan verzorgingshuizen die intensieve zorg boden.
Tegelijk was er een steeds groter wordende groep vitale ouderen die helemaal
niet alleen tussen andere bejaarden wilde wonen, maar actief wilde
blijven.’
Schiele zette de nieuwe woonvorm op in nauwe samenwerking met het
gemeentebestuur van Vogt. De gemeente bood de bouwgrond gratis aan, zodat de
huizen goedkoop konden worden gebouwd en vervolgens tegen aantrekkelijke prijzen
konden worden verkocht. De winst die deze constructie opleverde werd vervolgens
in een fonds gestort van waaruit een opbouwwerker kon worden betaald.
Door deze financiering is de onafhankelijkheid van Christa Welle, de
opbouwwerkster gegarandeerd, stelt Schiele. ‘Zij heeft immers de opdracht
iedereen tot zelfhulp aan te zetten. Ze moet de mensen verleiden zelf het
initiatief te nemen, zodat ze zich inzetten voor elkaar.’
Net als in Nederland onderscheidt het Duitse opbouwwerk zich van
individuele hulpverlening en sociaal-cultureel werk, doordat het zich vooral
richt op gemeenschappelijke belangen van bewoners. De opbouwwerkster is ook een
belangrijke intermediair tussen de dorpsgemeenschap en de woonvorm.
Christa Welle: ‘Het project is zo succesvol omdat de verenigingen uit het
dorp nauw bij de Lebensräume betrokken zijn. De mensen die hier wonen komen uit
het dorp en hebben ook weer allerlei contacten met de verenigingen.’
EvenwichtHet woningbestand bestaat uit een mix van
huur- en koopwoningen. Drie gezinnen wonen in een hun eigen koopwoning en alle
andere gezinnen huren onder. Schiele: ‘In principe zijn het allemaal eigen
woningen. Alleen, we hebben het zo geregeld dat als de eigenaar de woning zelf
niet bewoont, hij deze aan ons moet verhuren en dan verhuren wij deze weer
verder.’
De bewonerssamenstelling wordt even-wichtig gehouden door de verdeling van
huur- en koopwoningen, vertelt Welle, die de woningtoewijzing samen met een
bewonerscommissie regelt. De gemeente en stichting bezitten samen veertien
woningen, zodat ze zonodig kunnen zorgen voor de instroom van jongeren om het
evenwicht tussen jongere en oudere bewoners te bewaren.
In het dorp bestond aanvankelijk grote weerstand tegen deze vorm van
ouderenzorg, vertellen Welle en Schiele. De meeste dorpsbewoners vonden het
vreemd dat het uitgangspunt van de ouderenzorg niet bestond uit verpleging en
verzorging, maar uit zelf- en burenhulp.
Schiele: ’Oorspronkelijk wilde de gemeente hier een bejaardenhuis
neerzetten, maar dat was volgens de voorschriften van begin jaren negentig
helemaal niet mogelijk. Het duurde een paar jaar voordat de omwonenden het idee
achter ‘Lebensräume für Jung und Alt’ begrepen. Je hebt dus niet alleen een goed
idee nodig, maar ook uithoudingsvermogen om het te doen.’
‘Zelfs met de bewoners van de Lebenräume moesten we lang discussiëren over
het waarom van dit concept. In de gerontologie hadden we geleerd, dat als je
ouderen actief wil houden, je ze geen zorg moet bieden bij dingen die ze nog
zelf kunnen doen. Die benadering hebben we van bovenaf opgelegd. Als je toen een
enquête had gehouden, denk ik niet dat dit concept positief zou zijn
beoordeeld.’
Loze beloftenHet idee dat de zorg gebaseerd moet zijn
op zelf- en burenhulp door meerdere generaties klinkt goed, maar werkt het ook?
‘De meeste gezinnen met kinderen wonen hier omdat het goedkoop is’, vertelt
Welle. ‘Moeders kunnen ook een centje bijverdienen door in de huishoudelijke en
burendienst te werken. Sommigen vinden het ook mooi dat hun kind tussen een
grote groep ouderen opgroeit. Kinderen hebben hier alles in de buurt: school,
crèche, buitenschoolse opvang, muziekles.’
De inbreng van de jongeren valt in de praktijk nogal tegen, erkent ze. ‘Ik
vraag ze wel om een bijdrage te leveren. Ze beloven meestal van alles, maar doen
het vaak niet. Ze komen hier vooral vanwege de goedkope woonruimte.’
De voorspelling dat de ‘Lebensräume für Jung und Alt’ zelf ook weer zouden
vergrijzen, omdat de jongeren het snel voor gezien houden, kwam in elk geval
niet uit, benadrukt Gerhard Schiele. ‘Toen we begonnen werd gezegd dat de
woningen zich op den duur zouden ontwikkelen tot bejaardenwoningen. De cijfers
weerleggen dit. Het aantal mensen boven de tachtig en het aantal kinderen is de
afgelopen twaalf jaar ongeveer gelijk gebleven. De gemiddelde leeftijd is nog
steeds 48, 49 jaar.’
De Lebensräume drijven voor een belangrijk deel op de groep tussen de
veertig en zeventig jaar, schetst Schiele. ‘Zij zijn heel belangrijk voor de
zelfhulp, ze hebben iets te geven. De mensen tussen de veertig en zestig komen
hier wonen omdat er ook jongeren zijn. Zij gaan niet tussen alleen maar
tachtigjarigen wonen. Om de zelfhulp gaande te houden, hebben we dus de jongeren
nodig.’
Van bovenafSchiele verklaart het succes van het
project door de sturing van bovenaf. Zijn stichting en de gemeente besloten de
woonvorm op basis van zelf- en burenhulp op te zetten en hebben dat vervolgens
tegen alle weerstanden in doorgezet. De lijnen tussen de stichting en het
nabijgelegen raadhuis zijn in de kleine gemeente dan ook kort.
‘Hier woon je niet rustig, maar midden tussen de de scholen, het
winkelcentrum, de sportvelden en het stadhuis’, zegt Peter Smigoc, de
trotse burgemeester van Vogt. ‘Je kunt overal lopend naar toe en raakt betrokken
bij alles wat er in het dorp gebeurt.’
De ‘Lebensraüme für Jung und Alt’ in Vogt ontvingen inmiddels diverse
prijzen, waaronder de prijs ‘Soziale Stadt 2004’. Geïnspireerd door het
Lebensräume-concept is de Bondsregering een landelijk actieprogramma ‘Jong en
oud’ gestart. Daarmee worden in heel Duitsland 440 gemeenschappelijke
‘woon-zorg-welzijn-projecten’ opgezet. Uitgangspunten hiervan zijn het
samenleven van meerdere generaties, burenhulp en de gemeenschappelijke
uitvoering van huishoudelijke diensten.
Meer informatie:
href=”http://www.npoe.nl”>www.npoe.nl
href=”http://www.meenwh.nl”>www.meenwh.nl
href=”http://www.stiftung-liebenau.de”>www.stiftung-liebenau.de
href=”http://www.anna-hilfe.de”>www.anna-hilfe.de
Download het artikel ‘Lebensräume für Jung und Alt’ als pdf