Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Leden beroepsverenigingen vrezen uitkleding beroep

Maatschappelijk werkers, opbouwwerkers, activiteitenbegeleiders en pedagogen maken zich zorgen over de verwatering van hun beroep. Steeds meer andere krachten voeren hun werk uit. En zelf moeten ze vaak andere zaken doen dan waarvoor ze zijn opgeleid.
Leden beroepsverenigingen vrezen uitkleding beroep

In de jeugdgezondheidszorg nemen hbo-V’ers in toenemende mate taken over van maatschappelijk werkers, zegt Marleen Luimers (24) groepsleider bij Rentray, een instelling voor jongeren met ernstige gedragsproblemen. De beroepsgroepvervaging leidt volgens haar Luimers tot verlies aan inhoud en kwaliteit van het vak. ‘Maatschappelijk werkers zijn bijvoorbeeld nodig om een inschatting te maken van de verbanden tussen problemen in het psychisch en het sociale functioneren, om meer dan alleen het medische beeld te zien. Collega’s die geen maatschappelijk werk als achtergrond hebben, missen de gesprekstechnieken en kennis om zo’n totaalbeeld te krijgen’, zegt Luimers. ‘Het is zorgelijk dat in vergaderingen met vooral medisch opgeleide collega’s inhoudelijke zaken uit andere vakgebieden niet worden herkend en erkend.’

Behalve dat beroepsgroepen vervagen, nemen instellingen vanwege kostenbesparingen steeds minder maatschappelijk werk af. Het management vraagt bijvoorbeeld aan SPH’ers om maatschappelijk werk erbij te doen, en let daarbij minder op kwaliteit dan op de kosten. ‘Budgetten van de gemeente en de provincie worden door instellingen ook niet optimaal benut,’ zegt Luimers.

De bezorgdheid bij professionals over de uitkleding van hun beroep vertaalt zich in een toenemende behoefte aan belangenbehartiging. Dit blijkt uit een onderzoek dat MOVISIE uitvoerde onder de achterban van de beroepsverenigingen Phorza (beroepsorganisatie voor sociale, orthopedagogische en hulpverlenende functies), BON (Beroepsvereniging Opbouwwerk Nederland) en de NVMW (Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers). Bijna 700 professionals deden eraan mee, waaronder 510 maatschappelijk werkers.

Van de deelnemers vindt bijna 50 procent dat beroepsverenigingen een belangrijke rol spelen om een vuist te maken naar werkgevers en overheid. Dat geldt voor zowel leden als niet-leden. Tegelijkertijd vindt 40 procent dat de activiteiten van de beroepsverenigingen nog niet goed aansluiten bij hun wensen.

Overspannen
Femke Domen (28), cliëntondersteuner bij Lunet Zorg, probeert al twee jaar als maatschappelijk werker aan de slag te komen. Daarvoor is ze opgeleid. Maar door een gebrek aan ervaring en vacatures lukt dat niet, zegt ze. Bovendien dreigt Domen als gevolg van bezuinigingen haar huidige baan te verliezen. Inmiddels zijn nog maar vier van de dertien groepsleiders over, is de caseload erg hoog en zitten twee collega’s overspannen thuis. ‘Beroepsverenigingen moeten directies op zulke beleidskeuzes aanspreken’, zegt ze.

Niet alleen bij starters, maar vooral bij ervaren professionals (in de leeftijd van 36 tot 49 jaar) spelen zorgen over concurrentie met andere vakgebieden en beroepsgroepvervaging een grote rol. Bijna 44 procent van de ervaren professionals is bezorgd over de toekomst van het vakgebied. En meer dan de helft ziet belangenbehartiging als belangrijkste dienst van hun beroepsvereniging. Een duidelijke stem, sterke standpunten en goede afbakening van het beroep; dat verwachten ervaren professionals van beroepsverenigingen. Omdat zij niet als alternatief of concurrent van de vakbond worden gezien, is het belangrijk dat beroepsverenigingen nog meer investeren in belangenbehartiging. Ook moeten de verenigingen beter laten zien welke resultaten ze bereiken, concludeert MOVISIE.

Daarnaast is het belangrijk dat beroepsverenigingen in belangenbehartiging verschil maken tussen de sectoren waarin professionals werkzaam zijn, vindt Domen. ‘Bedrijfsmaatschappelijk werkers brengen vooral de psychosociale problemen van werkenden in kaart, terwijl algemeen maatschappelijk werkers een totaalplaatje willen. Dat geeft verschillende belangen.’

Het onderzoek laat zien dat het voor beroepsverenigingen die zich op een brede doelgroep richten, belangrijk is om rekening te houden met de verschillen binnen de beroepsgroep(en). Een schoolmaatschappelijk werker heeft andere belangen dan een bedrijfsmaatschappelijk werker en een pedagogisch hulpverlener weer andere behoeften dan een activiteitenbegeleider.

Spreekbuis
De beroepsverenigingen beantwoorden de vraag om belangenbehartiging met een uitbreiding van hun aanbod. De Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW), met ruim 4000 leden de grootste van de drie beroepsverenigingen, wordt door haar achterban al gezien als spreekbuis richting politiek en werkgevers. Phorza en BON, twee relatief kleine beroepsverenigingen, werken met ambitieuze vrijwilligers hard aan het vergroten van hun zichtbaarheid en naamsbekendheid.
Beroepsverenigingen scoren bij hun leden hoog op het aanbieden van kennis en de organisatie van studiedagen en bijeenkomsten. Vooral jonge leden waarderen deze vormen van deskundigheidsbevordering en professionalisering hoog. De NVMW krijgt van haar leden het etiket ‘kundig en degelijk’. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat bijna de helft van de achterban van beroepsverenigingen vindt dat hun club ook een belangrijke rol speelt in het versterken van de beroepsidentiteit.

Ondanks de tegenslagen is Femke Domen overtuigd een baan dat ze een baan zal vinden als maatschappelijk werker. Ze is trots op het werk en identificeert zich met het beroep. ‘Maatschappelijk werk heeft een belangrijke functie om psychosociale problemen zichtbaar te maken. Anders vallen cliënten tussen wal en schip’, meent Domen. Ze is al sinds haar studententijd lid van een beroepsvereniging. Domen: ‘Als professionals willen dat de belangen van hun beroepsgroep goed worden behartigd ten opzichte van hun werkgevers, moeten ze zich aansluiten bij hun beroepsverenigingen.’

Opdrachtgever van het onderzoek is het Platform Sociaal Agogische Beroepen, opgericht door de beroepsverenigingen Phorza, BON en NVMW. Het onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door het ministerie van VWS.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.