Herman Fterenborg, directeur van de
welzijnsorganisatie De Schoor, Almere: ‘Wij zijn blij met de intenties
van Leefbaar Almere. Er wordt daadwerkelijk werk gemaakt van meer participatie
en betrokkenheid van de mensen. Concrete beleidspunten van het nieuwe
raadscollege zijn bijvoorbeeld: de wachtlijsten bij peuterspeelzalen,
kinderopvang en taalonderwijs worden teruggedrongen. Er wordt ook werk gemaakt
van een goede spreiding van basisvoorzieningen in de wijk. Leefbaar Almere
profileert zich als ‘sociaal en progressief’. Maar de vraag is of de mooie
woorden ook in daden worden omgezet. Vanuit het stadhuis komen steeds meer
geluiden dat er weinig geld is. Het eerste waar dan op bezuinigd wordt zijn
preventieve programma’s. Die zijn juist zo belangrijk om te vermijden dat de
verloederingsproblemen van een grote stad toe slaat. Daar zet ik nu mijn
lobbywerk op in.’
Rob Meijer, directeur Stichting Charlois’ Welzijn
Rotterdam: ‘Het was in eerste instantie even schrikken, de brief van
het college waarin vijftig miljoen euro aan ombuigingen werden aangekondigd op
het totale budget van de gemeente Rotterdam. Het gaat dus om ombuigingen, niet
om bezuinigingen. Ik zou dat willen zien als nieuwe kansen, namelijk: oud beleid
maakt plaats voor nieuw beleid. De gezamenlijke welzijnsorganisaties in de
Rotterdamse deelgemeenten willen in september een presentatie geven aan alle
raadsleden over wat wij doen, wat er op de straat gebeurt. Natuurlijk, ze kunnen
zeggen: ‘jullie doen ’t niet goed’. Dan kunnen we daar over praten en horen wat
voor ideeën zij hebben. Maar je moet eerst weten waar je het over hebt. Ik weet
niet of de raadsleden er voor ín zijn. Een afspraak is nog niet gemaakt.’
Frans van der Hilst, raadslid Leefbaar Rotterdam: ‘Wij
hebben een open oor. Dat betekent niet dat men met een lijstje met wensen kan
komen. Die ombuigingen van vijftig miljoen euro zijn bezuinigingen. Overigens
een erfenis van het vorige college. Nog niet bekend is waar wordt bezuinigd. Dat
zijn politieke keuzes die wij in september moeten maken. Ook
welzijnsorganisaties kunnen getroffen worden. Natuurlijk is het belangrijk dat
ze jongeren van de straat houden. Wat dat betreft kunnen ze van ons de minste
pijn verwachten. Inloophuis voor verslaafden? Niemand wil zoiets in de wijk. Wij
zijn voor verstrekking van medicatie via een arts en hulp aan verslaafden. Maar
er zal een groep overblijven die overlast blijft geven. Die moeten uit het zicht
van de burger gehaald worden. Denk aan een locatie op de Maasvlakte.’
Jan Koot, hoofd gemeentelijke afdeling wijkbeheer
Purmerend: ‘Wij hebben zeven wijksteunpunten in Purmerend, daar kunnen
bewoners met vragen en suggesties komen. Een kerngroep van professionals en een
tiental wijkbewoners zitten met elkaar om tafel om zaken aan te pakken. Doel:
bevorderen van de fysieke en sociale leefbaarheid. We hebben contact met de
wethouder van Leefbaar Purmerend, ja. Het is nog te vroeg om te zeggen dat het
contact verschilt met andere politieke partijen. Maar het is opvallend dat hij
veel naar de werkvloer gaat. Dat is verfrissend en openhartig. Mijn angst is dat
ze nu dingen gaat beloven die ze straks niet waar kunnen maken.’
Jack de Vringer, wethouder volksgezondheid en maatschappelijke
dienstverlening, Purmerend: ‘De burger staat bij ons centraal, die
willen we serieus nemen. De wijksteunpunten in Purmerend zijn een prima
initiatief. Het is leuk om op het gemeentehuis plannen te creëren, maar je moet
feeling houden met de mensen. Of welzijnswerkers tot nu toe te weinig hebben
gecommuniceerd met bewoners, daar heb ik geen waardeoordeel over. Ik merk dat
mensen tevreden zijn over het feit dat ze gehoord worden en dat ze iets terug
horen. We moeten de burger ook bij de onmogelijkheden betrekken. Het moet wel
betaalbaar blijven en dat betekent dat we prioriteiten moeten stellen.’
Niko de Jong, directeur Stichting Welzijn Utrecht
Zuidwest: ‘Sinds anderhalf jaar hebben wij een wethouder van de
Leefbaar Utrecht, die welzijn in portefeuille heeft. Hij is actief, laat zich
zien in de wijk, heeft elke donderdagochtend spreekuur. Dat kan je ook merken in
de samenwerking. Maar een goede samenwerking heb ik ook met wethouders van
andere partijen gehad. De door Leefbaar Utrecht bepleitte directe invloed van de
bewoners komt tot uiting in de op te richten wijkraden. Die kunnen ongeveer tien
procent van het welzijnsbudget aansturen. Dat levert ongetwijfeld andere keuzes
voor welzijnsactiviteiten op. Principieel vind ik dat die keuzes in handen van
bewoners moeten zijn. Maar je weet nooit van tevoren welke koers de wijkraad
gaat varen.’/ Caroline Stam