Leen Pakvis over trauma’s: ‘Stop met die behandeldrift’
'In de volksmond is alles wat erg is, een trauma', zegt Leen Pakvis, directeur van Traumaloket Nederland. Terwijl lang niet iedereen PTSS ontwikkelt en een behandeling nodig heeft. 'Hulpverleners moeten het lef hebben terughoudend te zijn. Want wat je overhoophaalt, moet je ook weer opruimen.'
Hij was een paar dagen terug nog bij een bedrijf in Brabant. Een heftig bedrijfsongeval met een dodelijke afloop een dag eerder. Het had alle werknemers enorm geschokt. ‘Het was niet zo’n heel groot bedrijf, de impact was enorm.’ Denk niet dat Pakvis dan met de geschokte medewerkers in een kring gaat zitten om emoties en ervaringen te delen. ‘Dan krijg je er groepsdynamiek als cadeau nog eens bij.’ Wel samen met de werkgever en collega’s stilstaan bij wat er is gebeurd. Aansluitend wilde een enkeling Pakvis alleen spreken.
De traumahulpverlener weet uit ervaring dat hoe heftig en schokkend het incident ook is geweest, het merendeel van deze werknemers geen traumabehandeling nodig heeft. Natuurlijk hebben ze iets ernstigs meegemaakt, maar daar komen ze zelf weer bovenop. Dat blijkt ook, zegt Pakvis, keer op keer uit verschillende onderzoeken: bijna 85 procent van de mensen herstelt – zonder behandeling – binnen vier weken van een zeer ingrijpende gebeurtenis. Niet iedereen ontwikkelt een posttraumatische stressstoornis (PTSS). ‘De kunst is om af te wachten, toe te dekken. Want wat je overhoophaalt, moet je ook weer opruimen.’
Dit artikel verscheen eerder in Zorg+Welzijn Magazine nummer 4 2022. Lees hier ook de andere artikelen in dit themanummer over trauma’s. Wat is een trauma precies? En hoe ga je ermee om als jouw cliënt een trauma heeft? Die vragen, en meer, beantwoorden we in deze editie van Zorg+Welzijn magazine. Op vrijdag 14 oktober verschijnt het nieuwe nummer van Zorg+Welzijn. Het thema van nummer 5 is “Jij maakt het verschil”: het blad staat vol met positieve verhalen van sociaal werkers die het verschil maken voor cliënten.
Bel
Toedekken. Pakvis zal het woord tijdens het gesprek nog een aantal keer herhalen. Hij bedoelt niet dat mensen aan hun lot moeten worden overgelaten. ‘We blijven ze in de gaten houden, ze kunnen altijd aan de bel trekken wanneer het niet goed gaat. Watchful waiting noemen we dat. We grijpen uiteraard in als dat nodig blijkt.’
‘Het is net een wond waar je elke keer weer het korstje van aftrekt’
Pakvis, die lang als ggz-verpleegkundige op de gesloten crisisafdeling van de Urusula Kliniek in Wassenaar heeft gewerkt en op de psychiatrische afdeling van het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft, is de afgelopen 24 jaar werkzaam op het gebied van traumahulpverlening. Eerst bij Lourtas en sinds vorig jaar als directeur/oprichter van Traumaloket Nederland. Hij en zijn team worden ingeschakeld na heftige gebeurtenissen op de werkvloer.
Vraagtekens
Pakvis is terughoudender geworden in zijn aanpak. ‘Sommige organisaties bieden drie gesprekken na een heftig incident. Onnodig en het heeft geen enkele toegevoegde waarde. Ik heb daar vraagtekens bij. Het is net een schaafwond die goed geneest waar je elke keer weer het korstje afkrabt.’ Omzet en goede bedoelingen worden door elkaar gehaald.
Het is volgens hem ook niet nodig, zoals nu vaak het geval, dat de traumahulpverlener zich meteen na het incident op de plek des onheils meldt. ‘Mensen hebben dan vaak net lang met de politie gesproken en willen gewoon zo snel mogelijk naar huis en niet nog eens met ons in gesprek. In het eerste telefonische gesprek bespreken we of we ter plaatse gaan of dat we de begeleiding ook via de telefoon doen.’
Voor een samenleving waarin iedereen volwaardig mee kan doen, is het belang van sterk sociaal werk groot. Het bijhouden van vakmanschap en het inspelen op nieuwe ontwikkelingen zijn daarom van belang.