1. ‘MDMA bij behandeling PTSS mogelijk effectief, meer onderzoek nodig’
Therapie met MDMA kan een uitkomst zijn voor mensen met een ernstige posttraumatische stressstoornis (PTSS). Dat concludeert de Staatscommissie MDMA. Maar er is wel grootschaliger onderzoek nodig naar de toepassing van therapie met MDMA, onder strenge voorwaarden, benadrukt de commissie.
Dat MDMA effectief kan zijn bij PTSS baseert de commissie mede op veelbelovende onderzoeksresultaten uit de VS. ‘Meer dan de helft van de patiënten heeft na afloop van de behandeling geen PTTS meer’, zei voorzitter van de Staatscommissie Brigit Toebes deze week tegen de NOS. Tegelijkertijd is er in de VS kritiek op de betrouwbaarheid van deze onderzoeken. Een onafhankelijke commissie adviseerde juist deze week aan de Amerikaanse FDA, dat geneesmiddelen goedkeurt, MDMA níét te gebruiken bij behandeling van PTSS-patiënten.
Volgens Toebes is dat reden te meer om in Nederland uitgebreider onderzoek te doen. Wederom tegen de NOS: ‘Het is juist goed dat er heel kritisch naar wordt gekeken, want we gaan niet over één nacht ijs. We moeten meer te weten komen over of het echt effectief is en hoe je misbruik kunt voorkomen.’
In Nederland mag alleen ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum onderzoek doen naar MDMA als onderdeel van psychotherapie. Tot dusver zijn er acht mensen behandeld door psychiater Tijmen Bostoen en zijn collega’s. “Over het algemeen zijn er goede behandelmethodes voor PTSS, maar een gedeelte van de patiënten boekt weinig vooruitgang. Om hen te helpen doen we vijftien sessies, waarvan er drie keer met MDMA wordt gewerkt.” Op nos.nl wordt met een filmpje uitgelegd hoe zo’n sessie met MDMA bij PTSS in zijn werk gaat.
PTSS is een psychische aandoening die ontstaat als gevolg van ernstige stressgevende situaties, die levensbedreigend kunnen zijn, waarbij het slachtoffer ernstig lichamelijk letsel oploopt of langdurig onveilig is. Deze situaties zijn voor de persoon traumatisch. Suzy Matthijssen, klinisch psycholoog, wetenschapper en hoofd van het Altrecht Academisch Angstcentrum, zet de belangrijkste weetjes over PTSS op een rij.
2. Weer nieuwe opleiding: zij-instroomtraject Jeugd- en gezinsprofessional SKJ
Jeugdzorgorganisaties en de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) bieden vanaf november 2024 een zij-instroomtraject Jeugd- en gezinsprofessional SKJ aan. Dit traject is bedoeld voor mensen die al een (aanverwante) hbo- of wo-opleiding hebben afgerond en aantoonbare affiniteit hebben met het werken met jongeren en graag willen werken in de jeugdzorg.
‘De belangrijkste reden voor het starten van deze opleiding zijn de enorme tekorten in de jeugdzorg. Kinderen en jongeren wachten gemiddeld 10 maanden voordat ze hulp krijgen en wachtlijsten van anderhalf jaar zijn geen uitzondering’, vertelt Annemarie Muskee, ontwikkelaar en docent van het zij-instroomtraject.
SKJ-registratie
‘Daarnaast is de vraag vanuit het werkveld groot. Er zijn veel mensen die bijvoorbeeld pabo of verpleegkunde hebben gestudeerd, maar graag in de jeugdzorg willen werken. Dit is niet mogelijk omdat je daarvoor een SKJ-registratie (het beroepsregister voor de jeugdzorg) nodig hebt. Door dit zij-instroomtraject kun je deze registratie toch krijgen.’ Hier vind je meer informatie over het zij-instroomtraject Jeugd- en gezinsprofessional SKJ.
3. Tien zorg- en welzijnsorganisaties in Zuid-Limburg zijn gestart met het verkennend gesprek
Het doel van het verkennend gesprek is de wachtlijsten te verkorten via betere regionale samenwerking zodat de ggz toegankelijk blijft voor mensen die dat nodig hebben. Bij het verkennend gesprek sluiten naast de hulpvrager ook een vertegenwoordiger uit de ggz en het sociaal domein aan. Het sociaal domein gaat over hulp en ondersteuning van mensen die dat nodig hebben, zoals zorg voor ouderen, hulp bij het vinden van werk, en steun voor gezinnen. De afgelopen maanden zijn in Zuid-Limburg 28 medewerkers van Mondriaan, Zuyderland, LEVANTOgroep, Summa, Incluzio, MET ggz, Lionarons ggz, Mens ggz, Mik-PIW en Vrijgevestigde psychologen getraind als vraagverkenner.
In Zuid-Limburg staan duizenden mensen op de wachtlijst voor volwassenenzorg. Het verkennend gesprek vindt plaats vóór de verwijzing naar een ggz-behandeling. Hierin wijkt Zuid-Limburg af van andere regio’s waar het verkennend gesprek pas na de doorverwijzing plaatsvindt. Omdat de vraag niet alleen eerder in het proces wordt beantwoord, maar ook beter, is de verwachting dat uiteindelijk minder mensen aankloppen bij de (specialistische) ggz. En degenen die wel doorstromen, komen meteen op de goede plek terecht.
Hoe het verkennend gesprek in de praktijk kan uitpakken lees je in dit Zorg+Welzijn artikel: Verkennend gesprek: veelbelovend instrument waait over naar het sociaal domein
4. Pointer: Bewegingsvrijheid in verpleeghuizen nog steeds beperkt
Bewoners van verpleeghuizen worden nog regelmatig beperkt in hun bewegingsvrijheid: zij zitten achter een gesloten deur. En dat is een schending van de mensenrechten, zegt onderzoeker en gezondheidsjurist Brenda Frederiks (Amsterdam UMC) tegen het journalistieke platform Pointer (KRO-NCRV).
Beperking van bewegingsvrijheid is onvrijwillige zorg en mag volgens de Wet zorg en dwang alleen bij ernstig nadeel, bijvoorbeeld als iemand gevaarlijk is voor zichzelf of voor anderen. En dan nog moet goed onderzocht worden met welke alternatieven bewegingsvrijheid wel mogelijk gemaakt kan worden. Iedereen heeft volgens de Grondwet – en volgens Europese verdragen – recht op bewegingsvrijheid’, benadrukt Frederiks.
Hoeveel zorglocaties de bewegingsvrijheid van bewoners beperken door bijvoorbeeld codes op deuren of andere beperkende maatregelen is onduidelijk. Zowel de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de branchevereniging van de verpleeghuizen ActiZ heeft geen zicht op die aantallen, zo laten ze aan Pointer weten. Pointer deed zelf onderzoek: 6 grote bevraagde zorgorganisaties hebben 143 zorglocaties en 61 daarvan hebben op dit moment een volledig opendeurenbeleid. Daarbij kunnen mensen zonder een handeling te hoeven uitvoeren (zoals het invoeren van een code of vragen aan verpleging of ze naar buiten mogen) van de afdeling en naar buiten (eventueel ondersteund door GPS-tracking).
Een van de genoemde redenen waarom er nog geen opendeurenbeleid is: niet altijd voldoende personeel om cliënten indien nodig terug te vinden als zij verdwaald zijn. ‘Ook merken de zorginstellingen dat sommige zorgmedewerkers en familieleden het vaak nog spannend vinden om mensen met bijvoorbeeld dementie naar buiten te laten gaan. Daardoor kost het tijd om de ‘cultuuromslag’ te maken. Bovendien zijn ook nog niet alle gebouwen geschikt voor het opendeurenbeleid of staan deze op plekken die niet geschikt zijn (bijvoorbeeld midden in een drukke stad, naast een trambaan), zo laten de zorgorganisaties weten.’ Frederiks pleit voor strikter handhaven door de inspectie. Die zegt in een reactie het toezichtbeleid te heroverwegen. Zie bij Pointer een videoreportage over dementiezorg, de Wet zorg en dwang en onvrijwillige zorg.
5. ‘Houd programma schoolmaaltijden op de been’
Scholen en maatschappelijke organisaties roepen de Tweede Kamer op om de subsidie voor het Programma Schoolmaaltijden te verlengen. Anders houdt het programma eind dit jaar op. ‘Schoolmaaltijden zijn niet alleen een middel om honger te bestrijden en gezinnen in armoede te ondersteunen’, zegt Ellen Donkers van het Nederlands Jeugdinstituut. ‘Een schoolontbijt heeft allerlei voordelen, naast een gevulde maag. Het zorgt voor een sterke verbinding, tussen leerlingen onderling, tussen hun ouders en tussen ouders en school.
‘Het schoolontbijt is ontstaan om te zorgen dat kinderen op een gezonde manier aan hun schooldag beginnen’, vertelt Donkers. ‘Als ze niet met honger in de klas zitten, kunnen ze zich beter concentreren en voelen ze zich beter. En door die betere concentratie is het ook rustiger in de klas.’
Een belangrijke voorwaarde is volgens Donkers dat scholen het schoolontbijt niet alleen organiseren voor gezinnen in armoede. ‘Nodig alle leerlingen en ouders uit, niet alleen leerlingen in een kwetsbare situatie. Je wilt voorkomen dat het ontbijtclubje een stigma krijgt en gezien wordt als een groepje van kinderen die thuis niet genoeg geld hebben. Dan gaan de andere leerlingen en hun ouders op een andere manier naar hen kijken. Als iedereen welkom is, kun je makkelijker ouders met elkaar in contact brengen.’ Meer hierover op de website van het Nederlands Jeugdinstituut
6. Nieuwe podcast over ADHD en kunnen werken
Hoe kunnen jongvolwassenen met ADHD hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten? Daarover gaat de nieuwe podcastreeks ‘Aan het Werk met ADHD’. Host Frans Visee bespreekt thema’s waar mensen met ADHD tegenaan lopen op zoek naar een passende baan of binnen de huidige werkomgeving. Samen met het MKB, werkgevers, (job) coaches, specialisten, behandelaars en arbeidsbemiddelaars wordt er gekeken naar mogelijkheden om met elkaar barrières te slechten, de arbeidsmarkt te verruimen en de arbeidskansen én -vreugde te vergroten.
Ervaringsdeskundigen en experts op het gebied van ADHD gaan elke aflevering samen op zoek naar antwoorden, tips en gerichte adviezen, zowel voor werkgevers als voor de werknemer met ADHD. Eén van de gasten in de eerste aflevering is Jacco Vonhof, voorzitter van belangenorganisatie midden- en klein bedrijf MKB Nederland. Hij staat stil bij de vooroordelen én de bedenkingen van veel werkgevers over ADHD én de maatschappelijke en persoonlijke kosten.
Jacco geeft aan: ‘Het is belangrijk dat er bewustwording en erkenning plaatsvindt van het feit dat een werknemer met ADHD echt iets anders nodig heeft op de werkvloer. Als je je daar als werkgever van bewust bent en weet welke aanpassingen mogelijk zijn om iemand wél in zijn kracht te zetten, kan dat ongelofelijk veel opleveren. Voor beide kanten.’
Ook komt ervaringsdeskundige Johan aan het woord. Hij vertelt over zijn ADHD-ontdekking na vele hoogtepunten en diepe dalen. Organisatiepsycholoog en loopbaanbegeleider, Karel Jan Schoutens ziet kansen voor neurodivergente mensen op de huidige arbeidsmarkt. Beluister de eerste afleveringen van ‘Aan het Werk met ADHD’ via adhdgids.nl en de toonaangevende podcastkanalen. Elke twee weken schuiven nieuwe gasten aan die de luisteraars van nieuwe inzichten voorzien.
7. Demissionair minister Helder zet bezuinigingen ouderenzorg in de ijskast
Demissionair minister Conny Helder zet de bezuinigingen voor de ouderenzorg in de ijskast. Hierdoor ontstaat er wel een gat van 615 miljoen euro op de begroting, waarvoor het kabinet een andere dekking zal moeten zoeken. Helder stelt dit in een nieuwe Kamerbrief. Skipr weet meer