De wethouders maken bezwaar tegen de stelling dat huishoudelijke hulp gewoon schoonmaakwerk is, en dus kan worden aanbesteed. Bovendien keren ze zich tegen het “duidelijk grensoverschrijdend belang” dat de commissie toekent aan de aanbesteding van de huishoudelijke zorg. Volgens de wethouders klopt dit niet, omdat in praktijk geen enkele buitenlandse zorgaanbieder meedingt bij de aanbestedingsprocedures van de thuiszorg in Nederland. ‘Hoeveel miljard is nodig om de zorg te redden?’, zo vragen ze zich af.
Geen schoonmaak
Volgens Lenie Scholten, acht jaar lang wethouder in Nijmegen en sinds kort wethouder voor Wmo, gezondheidszorg en integratie in Eindhoven, was de brief nodig omdat gemeenten de aanbestedingsplicht niet zomaar naast zich neer kunnen leggen. ‘Maar huishoudelijke zorg is niet te vergelijken met schoonmaakwerk in kantoorgebouwen. Zorgmedewerkers moeten over de nodige competenties beschikken en hebben een signaleringsfunctie over hoe het met die cliënt gaat. Vaak is er bij cliënten meer aan de hand.’
Circus
Het aanbestedingscircus staat langdurige relaties met zorgaanbieders in de weg, stelt Scholten. ‘Als een aanbieder niet zeker is van een stabiele relatie zal hij minder geneigd zijn in zijn personeel te investeren. En als grote aanbieders de kleintjes uit de markt drukken verliezen we ook telkens weer mensen die niet meer in de zorg willen werken.’ Een voorbeeld zijn de interculturalisatietrajecten die binnen instellingen nodig zijn om allochtone cliënten te bereiken. ‘Dan moet zo’n instelling wel allochtone mensen in dienst nemen en opleiden. Dat kan door als gemeente met zorgaanbieders en het regionale opleidingscentrum om de tafel te gaan zitten en een opleidingstraject af te spreken. Dat zullen die zorginstellingen pas doen als ze meerjarig zaken kunnen doen met een gemeente.’
Mooie offertes
De werkelijkheid van de mooie offertes die adviesbureaus voor zorgorganisaties maken, staat dan ook ver af van de praktijk, vindt de wethouder. De procedures kosten zowel instellingen als gemeenten vooral handenvol geld. ‘Er zijn gemeenten waar de zorgorganisatie failliet ging omdat ze na herindicatie veel lichtere huishoudelijke verzorging moest bieden op alfahulpniveau. Ook in Nijmegen kregen zorginstellingen hierdoor financiële problemen en moesten we de huishoudelijke hulp een jaar later nogmaals aanbesteden om op een normaal tarief uit te komen. Om die problemen te voorkomen heeft voormalig staatssecretaris Bussemaker dat alfahulptarief dan ook onmogelijk gemaakt.’
Duitstalige verzorgenden
Scholten noemt het ‘gewoon niet wenselijk’ dat thuiszorg internationaal wordt aanbesteed. ‘Het lijkt me niet goed als een zorgorganisatie met Duitstalige mensen in Nederland zorg aanbiedt. Dat moet je helemaal niet willen, dat is niet goed voor de zorg. De Europese regelgeving past niet bij de thuiszorg. Maar zowel over wat huishoudelijke hulp is als over het belang van internationaal aanbesteden denkt de Europese commissie veel te star.’ Het wetsvoorstel van Agnes Kant (SP) over een basistarief neemt de plicht tot aanbesteden nog niet weg, zegt Scholten. ‘Voor afschaffing van de aanbestedingsplicht is in de kamer nog geen meerderheid. Gemeentes die niet aanbesteden, lopen het risico op rechstzaken.’ Inmiddels lijkt de Europese Commissie onder druk van het Europese Parlement toch bereid de aanbestedingsregels te versoepelen (zie: EU wil ‘socialer’ aanbesteden Wmo).
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: foto Gemeente Eindhoven
Jammer dat we in de tijd dat de huishoudelijke verzorging niet hebben geregistreed hoe vaak een client verwezen is naar of de Wijkverpleegkundig of het Maatschappelijk werk of de Huisarts. Dan zouden deze domme gedachten van anderstalige inzetten t.b.v de HH zorg niet ontstaan.
Bij onvoldoende medewerkers in Nederland eerst een taalen cultuur cursus en dan mag van mij iedereen komen.
Heidemarie