Vooral kinderen in het speciaal onderwijs blijken later gebruik te maken van sociale voorzieningen van gemeenten. Maar ook wordt uit het CPB-onderzoek duidelijk dat 90 procent van de jongeren die in de langdurige zorg zitten (voorheen AWBZ-zorg), een verleden in de jeugdzorg heeft. Vier op de tien jongeren in de bijstand heeft jeugdzorg gehad. Dat meldt het Centraal Planbureau.
Sociale voorzieningen
Gemeenten krijgen in het netwerk van sociale voorzieningen dus vaak met dezelfde personen te maken, maar dan op latere leeftijd. De aanbeveling is, aldus het Centraal Planbureau, dat gemeenten de overlap van jeugdzorg en andere sociale voorzieningen gebruiken om verbindingen in een vroeg stadium te leggen. Bijvoorbeeld door in de jeugdzorg al rekening te houden met het perspectief op werk om te vermijden dat jongeren snel in de bijstand komen.
Hulp aan kind nog steeds niet leidend. In het eerste kwartaal van dit jaar zijn 109 meldingen binnengekomen over ontoereikende hulp aan kinderen. Dat blijkt uit de Monitor Transitie Jeugd. Veel ouders ervaren dat de zorgvraag van het kind niet leidend is in het hulpaanbod dat ze krijgen. Lees meer>>
Wajong
Het CPB analyseerde de gegevens van alle jongeren die 18 jaar zijn geworden in 2011. Drie jaar later blijkt 80% van de Wajongers – uitkering voor mensen die voor hun 18de of tijdens een studie een ziekte of handicap hebben en daardoor nooit meer kunnen werken -uit de jeugdzorg te komen.
Speciaal onderwijs
Met deze gegevens in de hand doet het Planbureau een drietal aanbevelingen aan gemeenten: De combinatie van verschillende vormen van zorg zet zich later door. Gemeenten kunnen daarom beter al de verbinding zoeken bij de verschillende vormen van jeugdzorg. Verder is het nuttig om nauw samen te werken met het speciaal onderwijs, omdat een heel grote groep jongeren vanuit het speciaal onderwijs de voorzieningen van de gemeenten nodig zal hebben.
Hulpverlening
Tot slot moeten gemeenten ook op regionaal gebied de samenwerking met elkaar en met hulpverlening zoeken. Het blijkt namelijk dat jongeren die in de jeugdzorg zitten, relatief vaak verhuizen na hun 18de jaar en dan onder een ander hulpverleningsaanbod van een andere gemeente vallen. Deze jongeren blijven wel vaak binnen de regio wonen, dat maakt afstemming van de hulp op regionaal niveau mogelijk.
Lees hier het onderzoek van het Centraal Planbureau: ‘Op eigen benen? Samenhang van jeugdzorg met het gebruik van Wmo-zorg en inkomensondersteuning vanaf het achttiende levensjaar’