Mellouki Cadat en Radboud Engbersen – Als er over het platteland wordt geschreven en gesproken, bestaat de neiging om het voor te stellen als marginaal en perifeer ten opzichte van de stedelijke centra. Aan deze voorstelling zijn zowel negatieve en positieve beelden verbonden.
Negatief beeld
Het negatieve beeld is dat van het achtergebleven platteland (afgelegen is achtergebleven), het positieve beeld dat van een omgeving waarin mensen dicht bij elkaar staan, niet vervreemd zijn van de natuur, en nog hechten aan oude tradities. Daar vind je nog het ‘echte Nederland’: op orde, overzichtelijk, met mannen van stavast, en met kerktorens verrijzend uit de polders. Het platteland geeft dan het gevoel van terugreizen in de tijd. Wat elders verloren is gegaan, is hier terug te vinden.
Maar dat ‘echte’ Nederland is een geromantiseerd kitschbeeld, een constructie die de werkelijkheid van toen en nu geweld aandoet. Het platteland was vroeger helemaal niet zo idyllisch, en dat geldt nog steeds. Niettemin blijft de productie van nostalgische voorstellingen doorgaan.
Commentaar
Zo maakte Pieter Sijpersma, hoofredacteur van het Dagblad van het Noorden, zich in een hoofdredactioneel commentaar op de volgende wijze woordvoerder van zijn abonnees: ‘Het Noorden moet het Noorden blijven.’ De krant had op Prinsjesdag de lezers de balans op laten maken. Sijpersma vatte hun verhalen als volgt samen: ‘(…) het Noorden is nog ruim, schoon, veilig en wit. En dat willen we graag zo houden.’