Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Discriminatie vanwege beperking: ‘Treurig dat er zo weinig positieve verhalen zijn’

Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak te maken met discriminatie, vooroordelen, stereotypering en stigmatisering. Hiervoor geldt de verzamelterm validisme en Movisie deed een internationale literatuurstudie om te achterhalen wat ertegen werkt. ‘Als de werkcultuur niet ontvankelijk is voor iemand met een label, dan gaat het heel snel mis.’
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Foto H_Ko / stock.adobe.com

Dat zegt Helen Fitzpatrick, onderzoeker en hoofdauteur van het rapport. Ze doet veel onderzoek op het onderwerp inclusieve arbeidsmarkt en zegt daarover: ‘Er bestaat een ingewikkelde paradox. Pas als iemand een label heeft, dan komt er passende ondersteuning via gemeente of UWV beschikbaar. Alleen: zodra iemand een label heeft, krijgen ze ook gelijk te maken met validisme.’

Niet vol te houden

En wat het nog complexer maakt: ‘Als iemand met een licht verstandelijke beperking daar niet open over is, en dus ook geen passende ondersteuning krijgt, dan is de kans groot dat hij na verloop van tijd uitvalt. Want het reguliere werkschema van negen tot vijf in een hoog tempo is dan nauwelijks vol te houden.’

Uitgescholden

Het validisme tegen mensen met een verstandelijke beperking gebeurt op verschillende manieren, weet Fitzpatrick. ‘Soms wordt keihard gesteld dat iemand met een verstandelijke beperking iets niet kan, zonder dat diegene de kans krijgt om het te proberen. Mensen moeten daardoor noodgedwongen andere dingen doen dan ze willen en misschien best ook zouden kunnen. Het komt ook geregeld voor dat mensen echt worden uitgescholden.’

Elke dag

Validisme begint al op jonge leeftijd. Leerlingen met een label moeten soms naar het speciaal onderwijs zonder dat zij of hun ouders dat willen. ‘En als ze wel op het regulier onderwijs zitten, dan wil de helft van de andere kinderen niet met hen spelen of samenwerken. Dat hebben we vroeger als kind allemaal wel eens meegemaakt. Maar bij hen is het dus elke dag aan de hand.’

Leerplichtontheffing

Als ze wat ouder worden, krijgen sommige leerlingen met een verstandelijke beperking een leerplichtontheffing. ‘Maar daardoor drijven ze alleen maar verder van de rest van de wereld af. Terwijl ze wel heel graag mee willen doen, en later ook willen werken. Dan is het extra pijnlijk om te zien dat de mensen om je heen die geen label hebben, wel allemaal die dingen doen die jij ook graag wilt doen.’

Bekend maakt bemind

De remedie tegen valideren waarvoor Movisie in de ruim 120 geanalyseerde studies het meest overtuigend bewijs vond, is een positief contact: bekend maakt bemind. Sociaal werkers kunnen deze ontmoetingen organiseren, zegt Fitzpatrick. ‘Voor anderen, maar ook voor zichzelf. Ze kunnen bijvoorbeeld een ervaringsdeskundige uitnodigen bij een teambijeenkomst.’ Bewezen is bovendien dat niet alleen het beeld van de persoon die je leert kennen positiever wordt, maar dat van de hele groep.

Nog niet gangbaar

In de dagelijkse praktijk van bijvoorbeeld de arbeidsmarkt zijn positieve ontmoetingen echter nog alles behalve gangbaar. Terwijl het volgens Fitzpatrick erg eenvoudig kan zijn. ‘Een werknemer met een verstandelijke beperking vertelde over waarom hij met zo veel plezier bij zijn werkgever werkt: omdat die echt luisterde, om erachter te komen wat er nodig was. Deze persoon wilde vooral de kans krijgen om dingen uit te proberen. En dat werkte. Maar wat ik hier echt verrassend aan vind is dat zo’n positief verhaal uitzonderlijk is. Dat is eigenlijk treurig.’

Via de media

Naast direct contact is ook indirect contact een bewezen mechanisme tegen validisme. Meer precies: voor parasociaal contact is duidelijk bewijs. Parasociaal contact betekent dat je iemand leert kennen via de media, bijvoorbeeld door het zien van filmpjes op sociale media, een documentaire of televisieserie. Naast de bekende series zoals Down the road noemt Fitzpatrick ook Maddy the Model en The Peanut Butter Falcon.

Meer dan downsyndroom

Deze voorbeelden gaan allemaal over mensen met het downsyndroom, beaamt de onderzoeker. ‘Ook in de meeste studies die wij analyseerden ging het enkel over deze groep. Terwijl er natuurlijk een heel scala aan verstandelijke beperkingen bestaat. Daarvoor zou bij onderzoekers en ook in de media meer aandacht mogen zijn.’

Meer onderzoek nodig

Er is überhaupt minder onderzoeksaandacht voor validisme bij mensen met een verstandelijke beperking dan voor validisme bij mensen met psychische kwetsbaarheden of lichamelijke beperkingen. ‘Voor deze twee andere groepen valt uit de literatuur ook op te maken wat níet werkt, zoals simulaties met bijvoorbeeld rolstoelraces, in het geval van lichamelijke beperkingen.’

Geen realistische ervaring

Mensen zonder lichamelijke beperking gaan dan in een rolstoel zitten om te ervaren hoe het is, maar dat is geen realistische ervaring van leven met een rolstoel en wekt juist sneller medelijden op. Dat soort belangrijke informatie is bij verstandelijke beperkingen niet beschikbaar, maar zou er wel moeten komen.’

Positieve indicaties

Een gevolg van het beperkte aantal onderzoeken is dat er bij enkele mechanismes onvoldoende rapporten zijn die bewijzen beschrijven, waardoor Movisie het in de literatuurstudie moet houden op de kwalificatie ‘(zeer) beperkt bewijs’. Maar dat betekent niet dat de positieve indicaties die er wel degelijk zijn, terzijde geschoven moeten worden. ‘Er moet alleen nog meer wetenschappelijk bewijs voor komen.’

Denkbeeldig contact

Zo noemt Fitzpatrick denkbeeldig contact ook als een interessant mechanisme, waarbij ze teruggrijpt naar kinderen die buitengesloten worden. ‘We kunnen ons allemaal indenken hoe pijnlijk het is als je niet mee mag doen. En helemaal als dat constant aan de hand is, ook als je volwassenen bent. In het verlengde daarvan leidt het inbeelden van een positief contact met mensen met een verstandelijke beperking tot positieve resultaten: ze worden daarna minder gezien als iemand uit een out-group.’

Normen stellen

Daarnaast zijn er aanwijzingen dat het stellen van sociale normen een positief effect kan hebben, zo vond de onderzoeker in de literatuur. Op de arbeidsmarkt speelt de cultuur op de werkvloer daarbij een belangrijke rol, en die kan aangepast of verstevigd worden door leidinggevenden en bestuurders.  ‘Als de leidinggevende een collega met een verstandelijke beperking expliciet steunt, dan leidt dat tot betere acceptatie door de rest van de collega’s.’

Goed vertrekpunt

Een laatste mechanisme dat Fitzpatrick noemt als mogelijk werkzaam, is kennis en educatie. Zeker in combinatie met positieve ontmoetingen is dat interessant voor sociaal werkers, betoogt ze. ‘Minder validisme begint bij jezelf. Wees je om te beginnen bewust van de vele soorten verstandelijke beperkingen die er zijn, zorg dat je weet wat ze inhouden. Een goed vertrekpunt is het volgen van de LFB, de landelijke belangenorganisatie dóór en vóór mensen met een verstandelijke beperking.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.