Dit eenzijdige perspectief op risicojongeren lost de achterliggende sociaalmaatschappelijke vraagstukken niet op. Media brengen incidenten zoals in Gouda onevenredig groot in beeld en dragen zo bij aan statusverhoging binnen de straatcultuur. Vraagstukken nemen daardoor ogenschijnlijk ontoelaatbare vormen aan. Toezicht en handhaving in de wijk worden breed ingezet als antwoord op – alleen – de symptomen, in plaats van gericht op de ontwikkeling van individuele jongeren. Intussen krijgt het gros niet de juiste aandacht en ontwikkelt het vraagstuk zich in rap tempo.
Te vaak wordt vergeten dat jongeren vooral jongeren zijn met dromen en ambities. Overlastgevende tieners zijn, ondanks hun gedrag, wel degelijk te coachen. Het profiel van coaches en het aanbod van het jongerenwerk is alleen verkeerd ingericht. Je spreekt deze jongeren niet aan met inloopuurtjes bij jongerencentra. Je moet de wijk in en daadwerkelijk verbinding maken met hun sociale structuur. Werk met coaches in wie jongeren zich herkennen, die bereid zijn om samen met hen talenten te ontwikkelen. Geef jongeren een rolmodel waar ze tegen opkijken.
Het is tijd voor een nieuwe aanpak waarbij de ambities van jongeren centraal staan. Exemplarisch is de Edutainmentaanpak die in Amsterdam en Waddinxveen, maar ook in kleinere gemeenten, wordt uitgevoerd. Aanvankelijk overlastgevende jongeren gaan aan de slag met het bedenken, ontwikkelen en vormgeven van een productie op het gebied van sport, muziek of theater. Een coach faciliteert en biedt kennis, talent en ervaring. Edutainment engageert jongeren en biedt hen kansen op competenties die nodig zijn voor een arbeidsplaats of stageplek. Jongeren haken gedurende de productie zelden af en geven minder problemen in de openbare ruimte.
Van doorslaggevend belang is ook het delen van kennis binnen gemeenten over jongeren en de gezinnen waaruit ze komen. De informatiepositie van professionals in het veld is vaak slecht. Politie, leerplichtambtenaar en jongerenwerker hebben allen slechts een puzzelstukje van het vraagstuk in handen. Van een ‘foto’ van de wijk met gezinnen waar we ons echt zorgen over moeten maken tot aan inzicht in jongeren die overmatig drugs of alcohol gebruiken. De puzzel wordt echter niet compleet, omdat het analyseniveau beperkt is en de regie ontbreekt. Het is tijd voor professionals die de buurt begrijpen. Jeugd- en veiligheidsbeleid ontstaan in de praktijk en in de uitvoering, niet achter de beleidstafel.
Anke van Beckhoven, programmamanager bij Zwind, onderdeel van B&A Groep
Ewout Smeerdijk, eigenaar adviesbureau Ketenwerk
Bron: Foto: ANP/Nils van Houts
Ik weet niet beter dan overlastgevende jongeren zoals genoemd, het best af zijn met structurele minimaal wekelijkse contacten. Gewoon ergens aan beginnen, niet wachten op anderen. Klein lijkende dingen zoals oppakken wat ze leuk vinden of persoonlijke gesprekjes aan gaan. Soms gewoon klaar staan om iemand ergens mee te helpen. Een hele groep kan alleen al hier door langzaam aan veranderen. Zeg nou niet dat ik in Drachten met gemakkelijke groepen te maken heb. Er wordt veel te veel geschreven en gepraat over dit soort groepen. Wanneer die tijd gebruikt werd om met hen bezig te zijn zou het al een flinke slok op een borrel schelen!
He he, eindelijk eens iemand die precies mijn eigen bevindingen bevestigd. Nu de rest nog !!!
Zo beloon je ze voor crimineel gedrag, pak ouders aan, zend ze naar gesloten jeugd internaten waar ze een vak leren, met een stricte dag indeling zonder drugs en alcohol. Weer in de fout 10 jaar, 3 maal levenslang,ook voor volwassenen. Of uitwijzen naar marokko of terkije ze hebben toch dubbele pasporten en voelen zich geen Nederlander. We hebben het gehad met de zachte aanpak, zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Ook ik kan niet anders dan bevestigen dat het tijd is voor een andere aanpak!
Mij lijkt het dat de aanpak start bij een persoonlijke analyse van het individuele probleem.
In mijn aanpak tracht ik vooral het bewustZijn niet alleen bij de jongeren maar ook hun ouders te triggeren.
Helemaal mee eens, een herontdekking van de werkelijkheid
ik ben zelf samen met een jongerenwerkorganisatie een nieuw model voor dit soort vraagstukken te ontwikkelen