Door Alexandra Sweers – Maatschappelijk werk en jeugdzorg zijn partners die altijd hebben samengewerkt. Nu de Centra voor Jeugd en Gezin er zijn, die vragen om onderlinge afstemming en samenwerking, wil de MO-groep weten hoe het precies met die samenwerking staat. Programmamanager Nienke Kuyvenhoven legt uit: ‘Wij wilden weten hoe die samenwerking er precies uitziet en wat er wel en niet goed loopt.’

Sneller
Maatschappelijk werkers begeleiden veelal multiproblemgezinnen. Soms wordt de problematiek van een gezin te zwaar voor het maatschappelijk werk en moeten zij doorverwijzen naar de jeugdzorg. Door bijvoorbeeld de wachtlijsten lukt dat niet altijd goed. ‘Een goede samenwerking tussen deze partijen moet ervoor zorgen dat kinderen met hun ouders sneller op die plek komen waar ze de juiste zorg krijgen’, stelt Kuyvenhoven. 

Terugkoppeling
Het is van belang dat die doorverwijzing snel en effectief gebeurt. ‘Als deze samenwerking dusdanig warm is, kan de zorg naadloos in elkaar overgaan. Daarmee wordt dubbel werk voorkomen, zijn er minder formulieren nodig, het kind wordt sneller geholpen en het wordt makkelijker om terug te koppelen.’ Die terugkoppeling is weer van belang wanneer een cliënt uitbehandeld is bij jeugdzorg. ‘Maatschappelijk werk kan dan nazorg bieden en zo een oogje in het zeil houden’, aldus Kuyvenhoven.

Succesfactor
Enkele succesfactoren bij de samenwerking tussen maatschappelijk werk en jeugdzorg zijn de verbeteringen in de werkprocessen, de attitude van de professionals, de organisaties en het beleid en bestuur. In de werkprocessen is het volgens het onderzoek belangrijk dat de professionals dezelfde instrumenten, protocollen en routekaarten gebruiken. ‘Dat betrekt zorgverleners bij elkaars werk en het vergroot de effectiviteit en de snelheid’, aldus het onderzoek. Wanneer professionals elkaar kennen, helpt dat bij de samenwerking.

Team
Voor de professional is het belangrijk dat hij een teamspeler is en dat hij vertrouwen heeft in andere zorgverleners. Zij werken samen en moeten de valkuil vermijden dat ze een cliënt te lang bij zich te houden, aldus het onderzoek. De organisaties zouden prestatieafspraken over de samenwerking moeten maken en deze ook in de gaten houden. Zij moeten ‘elkaars werk niet overdoen maar overnemen’ en dat kan volgens de praktijkvoorbeelden door de belangen bij elkaar te brengen.

Stimuleren
De goede praktijkvoorbeelden uit het onderzoek zijn samengevat in de brochure ‘Naadloos aangesloten’. Kuyvenhoven: ‘In de brochure staan ook overdrachtsformulieren, plannen van aanpak en convenanten om de goede praktijken over te nemen. Het is de bedoeling dat andere organisaties geïnspireerd worden om de lokale samenwerking te stimuleren.’

Op 1 april vindt er naar aanleiding van de brochure een themabijeenkomst plaats voor leden van de MO-groep.  Hier worden onder meer de praktijkvoorbeelden kort gepresenteerd en visies op de samenwerking gegeven.

Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden. 

Bron: Foto: Brochure Naadloos Aangesloten, MO-groep