Renske van der Zwet is onderzoeker Effectieve sociale interventies bij Movisie. Samen met haar collega Nada de Groot werkte ze de afgelopen tijd aan het dossier Wat werkt bij de implementatie van sociale interventies. Natuurlijk beseffen de onderzoekers dat implementatie vraagt om maatwerk, er is geen kant-en-klare oplossing die altijd werkt. Van der Zwet: ‘Het is belangrijk om te beseffen dat mensen niet zomaar van het ene op het andere moment succesvol een nieuwe interventie gaan toepassen. Implementeren is een veranderproces dat bestaat uit vijf fasen, zie het kader hieronder. Als dat goed verloopt raakt de professional steeds enthousiaster en beter toegerust om met de interventie te werken en krijgt deze een structurele plek in het dagelijks werk’.
Vijf implementatiefasen
Professionals moeten eerst weten dat de interventie er is (oriëntatie), begrijpen wat het belang en de voordelen ervan zijn (inzicht) en gemotiveerd raken om ermee te werken (acceptatie). Daarna kunnen ze met de interventie gaan werken (verandering) kan de interventie een structurele plek krijgen in het dagelijks werk of organisatie (behoud van verandering).
Weerstand
Voor succesvolle implementatie is het volgens Van der Zwet heel belangrijk dat sociale organisaties implementatieactiviteiten ondernemen die passen bij de fase waarin de professionals zich bevinden. ‘Een simpel voorbeeld: als je meteen begint met een training terwijl mensen het nut en de noodzaak niet inzien van de interventie, dan kan je veel weerstand verwachten. Je kan beter eerst werken aan het enthousiasmeren van mensen. Bijvoorbeeld door testimonials van andere gebruikers en informatie te geven over de opbrengsten van de interventie’.
Financiering
Daarnaast is het voor een succesvolle implementatie cruciaal om rekening te houden met diverse factoren die het implementatieproces kunnen bevorderen of belemmeren. Van der Zwet: ‘Eén van die factoren is de financiering. Het ligt misschien voor de hand, maar toch loopt het daar spaak. Vaak wordt er bijvoorbeeld subsidie verstrekt voor de ontwikkeling van de interventie en het testen daarvan in een pilot. Het traject eindigt dan met bijvoorbeeld het publiceren van een handboek en een persbericht. En dan stopt het. Net alsof de verspreiding en implementatie daarna vanzelf gaat. Het zou dus goed zijn als interventieontwikkelaars en organisaties meer kennis ontwikkelen over implementatie, daar meer aandacht aan besteden en voldoende tijd en geld beschikbaar maken om de benodigde implementatieactiviteiten te kunnen uitvoeren.’
Maatwerk is altijd mogelijk
Van der Zwet grijp het dossier Wat werkt bij de implementatie van sociale interventies ook aan om een misverstand uit de weg te helpen. ‘Professionals zijn vaak bang dat ze zich bij het gebruik van nieuwe, kant-en-klare, interventies alleen maar aan het handboek mogen houden en er geen maatwerk meer mogelijk is. Dit is niet waar. Iedere interventie heeft een kern die je nodig hebt om het gewenste effect te bereiken. Daar omheen zit een soort schil waarin je aanpassingen kunt doen om maatwerk te leveren. Vrijwel bij elke interventie is er ruimte om deze aan te passen aan de omstandigheden of de omgeving. En vind je het lastig om die aanpassingen zelf te doen? Dan kun je altijd advies of ondersteuning vragen aan de ontwikkelaars.’
Professionals gebruiken sociale interventies om hun cliënten te begeleiden. Of niet, omdat ze vinden dat maatwerk betekent dat je niet in het ‘keurslijf’ van de methodiek moet werken. Met het boek “Bezielende interventies” wordt aan de hand van 5 voorbeeldinterventies ‘onbevangen’ naar de praktijk gekeken. Lees meer >>