Michiel Smit krijgt als vijfjarige een Gameboy. Wat begint als een potje gamen op de achterbank, verandert langzaam in nachtelijke sessies in de computerkamer. Zijn gedachten worden duisterder, menselijk contact moeilijker. Niemand herkent wat er gebeurt.
Jarenlang zat hij veertig uur per week achter zijn computer. Zat hij daar niet, werd hij gedreven door de gedachten aan games. Winnen-verliezen, leven-dood. In het boek Gameboy deelt hij zijn verhaal.
Wanneer was het gamen geen spelletje meer?
‘Tijdens een moeilijke brugklasperiode. Ik werd gepest op en buiten school, werd aangereden door een spookrijder, ineens bleek de wereld gortdonker te kunnen zijn. Ik voelde me krachteloos. Games zijn perfect