'Ons steuntrekkertje', noemen haar vader en ik Yaël liefkozend. Ze is net 18 geworden en naar aanleiding van onze aanvraag heeft het UWV vastgesteld dat ze 'geen arbeidsvermogen' heeft.
Ja, dat klinkt definitief, maar ik ben allang in het stadium dat ik dit soort mededelingen ter kennisgeving aanneem, zonder noemenswaardige emoties: zo, da’s ook weer geregeld. Met de tijd en een beetje hulp is de aanvaarding gekomen en aanvaarding leidt tot een praktische instelling.
We maken er dus grappen over. ‘Lekker de rest van haar leven achterover leunen’, zegt haar vader dan. ‘Over de rug van de hardwerkende Nederlander’, reageer ik. ‘Wij zijn nog