In een van mijn vorige columns schreef ik dat ik wat over mijzelf leerde in deze vreemde coronatijd. Ik ben minder op pad. Ik ben meer thuis. Ik besteed meer aandacht aan andere dingen. Ik weet niet of u het ook merkt, maar stiekem vallen we toch vaak terug in oude patronen.
Op de een of andere manier lukt het mij inmiddels om hele dagen ‘calls’ te hebben achter een beeldscherm. Van ’s morgens tot ’s avonds. Het lijkt alsof we zijn gaan denken dat nu reistijd is weggevallen en we toch thuis zitten, we alle tijd wel kunnen steken in overleggen via een beeldscherm. Waar eerdere fysieke overleggen al niet altijd erg zinvol waren, blijken deze overleggen dat ook steeds minder… Maar je doet mee. Anderen doen het ook. En zo vullen we de tijd die we eigenlijk krégen door de pandemie om meer aan onszelf en onze omgeving te werken (filosoof Hannah Arendt noemt dat ‘work’), toch weer met ‘werk’ (Arendt noemt dat ‘labour’).
Ik houd wel vast aan mijn dagelijkse wandeling in het bos van een uur. En voor 10.00 uur ’s ochtends lees ik alleen literatuur die niet werk-gerelateerd is (geen ‘labour’ dus). Maar toch, de agenda laat duidelijk zien dat mijn prioriteiten weer aan het schuiven zijn.
De natuur heeft dan zijn eigen manier om je te wijzen op wat je weet, maar waar je te weinig mee doet. Op 8 oktober stierf een vriend van mij na een kort ziekbed, aan longkanker. De beste jongen was pas 42 en had verder zijn hele leven al last van een spierziekte die maakte dat hij nog bij zijn ouders woonde. Op zijn sterfbed liet hij weten mij nog te willen zien. In het ziekenhuis aangekomen zag ik hem liggen. Twee uitspraken die hij die avond deed, raakten mij meer dan ik verwachtte. De eerste was: ‘zie je wel, Tim, van jou kun je op aan.’ En de tweede was: ‘het gaat niet om geld. Iedereen zegt dat altijd. Maar het is niet zo. Het gaat om familie en vrienden. Geld kun je niet meenemen.’
Zijn eerste uitspraak maakte mij het volgende duidelijk: het is belangrijk voor hém dat ik hier ben. En daarmee is het belangrijk voor mij. Je wilt een vriend niet zien sterven. Maar het is belangrijk er te zijn, voor hem. Het gaat niet om mij. Het gaat hier echt om de ander. Als iemand in de kracht van zijn leven en zonder verdere problemen de tweede uitspraak had gedaan, dan is deze plat. Maar toen mijn vriend deze deed, kreeg hij echt betekenis. Want wat is nu echt belangrijk? Ademen, slapen, drinken, eten, een dak boven je hoofd en vrienden. Geld als doel zit daar niet bij.
Ik heb net een week vakantie achter de rug. Ik heb nog gehuild. Normaal doe ik dat niet, dus ik weet dat ik echt geraakt ben. Ik hoop dat het mij nu lukt meer aandacht te besteden aan andere dingen, meer écht thuis te zijn. Dat wil ik.
Tim Robbe is adviseur en advocaat-partner bij Victor Advocaten. Hij is gespecialiseerd in opdrachtgeverschap, doelgericht beleid en inclusiviteit.
Mantelzorgers, vrijwilligers, burenhulp, lotgenotencontact, zelfhulp, actief burgerschap: er zijn vele vormen van informele – en dus onbetaalde – zorg en ondersteuning. Samen met professionals houden deze informele zorgverleners het Nederlandse zorgstelsel draaiende.