'Waarom kan Yaël eigenlijk niet vijf dagen naar de dagbesteding?' Ik hoor het mijn therapeut, Maria, nog zeggen.
Ik had heus wel door wat ze aan het doen was: ze knabbelde aan mijn overtuigingen. Want overtuigingen hebben de neiging te stollen: na een tijdje weet je niet eens meer waarom je iets vond en deed. Ik probeerde een antwoord te formuleren, mijn overtuiging dicht te timmeren, maar dat lukte niet zo goed. Wat zal ik gezegd hebben, het is al zo lang geleden, al bijna tien jaar terug. Ik zal vast het woord