Wat is dit ongelofelijk saai! Die gedachte ging door mijn hoofd terwijl ik Yaël aan het verschonen was. Ik schrok er zelf een beetje van. 'Saai'.
Nog nooit had ik dat woord gebezigd om de zorg voor haar te omschrijven, zelfs niet in gedachten. Ik was moe en niet helemaal fit, waardoor de werkelijkheid ietsje donkerder was dan anders. Of waardoor ik misschien iets eerlijker was tegenover mezelf over mijn gevoelens.
’s Avonds zei ik het tegen Willem, mijn man: ‘Ik vind het zorgen soms zo saai.’ Tegen hem kan ik dat zeggen, hij heeft een