Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

COLUMN Sociaal werk als sterk merk

In de coronacrisis werd sociaal werk door het kabinet als cruciaal beroep erkend. Een terechte opsteker voor sociaal werkers. Juist zij hebben nauw contact met mensen in kwetsbare posities. Juist zij kunnen vroegtijdig signaleren als er zaken mis dreigen te gaan in het dagelijks leven van mensen en waar nodig zorgen voor passende ondersteuning.
Saskia © Annemarijne BaxKeuzenkamp.

De term ‘sociaal werk’ is in Nederland nog van recente datum, maar de werksoort bestaat al ruim honderd jaar. Van een alom erkend en gewaardeerd beroep is in Nederland echter nooit sprake geweest. Om daarin verandering te brengen hebben tal van partijen wat te doen.

Gemeenten moeten als financier zorgen voor goede randvoorwaarden, zodat organisaties en professionals hun werk goed kunnen doen. Het dominante systeem van aanbestedingen heeft echter een ontwrichtende uitwerking op de kwaliteit en continuïteit van het sociaal werk, zo rapporteerde Jos van der Lans in Het dogma aanbesteden op de website van LSA bewoners.
Ook de rijksoverheid heeft een taak. Al in 2014 adviseerde de Gezondheidsraad dat een stimuleringsprogramma nodig is om een volwaardig kennissysteem voor het sociaal werk tot stand te brengen. Het advies is amper opgevolgd. De sector startte met zeer beperkte overheidssteun een professionaliseringstraject dat leidde tot een beroepscompetentieprofiel sociaal werk, een beroepscode, een leertool en een beroepsregister. Voor de implementatie was echter nauwelijks geld.
Een nieuw lichtpuntje is de eind 2020 verschenen Kennis- en Onderzoeksagenda Sociaal Werk, die met een zeer bescheiden financiële impuls vanuit VWS is opgesteld. Vooralsnog lijkt het er echter op dat er voor de uitvoering van die agenda geen budget komt en de sector zelf maar moet kijken hoe ze die agenda kan realiseren. Zo wordt de sector met een kluitje in het riet gestuurd.
Het sociaal werk zelf heeft ook wat te doen. Ik vond het schokkend dat uit de recente peiling van Movisie onder sociaal werkers blijkt dat er maar liefst 283 verschillende functienamen werden gegeven door de 518 respondenten. Slechts 37 noemden zichzelf ‘sociaal werker’ en nog eens 15 sociaal werker plus een aanvulling, zoals jeugd.
Daarnaast is er een woud aan namen, variërend van ‘begeleider’, ‘coach’ en ‘consulent’ tot ‘sociaal makelaar’, ‘buurtwerker’ en ‘wijkteammedewerker’. Die namen zijn vast niet door de sociaal werkers zelf gekozen, maar door hun organisatie. De variëteit aan benamingen heeft tal van nadelen. Zo zeggen de respondenten dat andere professionals en cliënten vaak niet goed begrijpen wat hun functie is.
Veel namen hebben geen verbinding met de inhoud. Hoe anders is dat bijvoorbeeld bij verpleegkundigen, die soms ook een verbijzondering bij hun functienaam hebben. Maar ze zijn altijd ‘verpleegkundige’ en iedereen heeft een basaal begrip van wat dat is. Om vanuit de sector zelf bij te dragen aan sociaal werk als sterk merk, is het aanbrengen van meer eenduidigheid en duidelijkheid in de functienamen laaghangend fruit. Dat kan toch niet moeilijk zijn?
Reageren? Mail naar: S.Keuzenkamp@movisie.nl
Saskia Keuzenkamp is directeur Kennis en Innovatie van Movisie.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.