Het was half een grapje. Toen mij als burgemeester van de Drentse gemeente Aa en Hunze in een interview werd gevraagd wat de volgende stap in mijn loopbaan zou zijn, zei ik: ‘Ik word in ieder geval niet de burgemeester van Wassenaar.’
Opgegroeid in een Haagse volkswijk op een klein flatje was ‘Wassenaar’ een andere wereld. Een wereld waarin je wel eens naar een restaurant ging, kleren niet eindeloos werden versteld en niet werd gevoetbald met slappe plastic ballen van hooguit twee gulden.
Deze relatief arme start stuurde mijn loopbaan. De volgende stap in mijn carrière zou passen in het rijtje van eerdere werkplaatsen als Delfzijl, Pekela, Veendam en de Veenkoloniën. Ik