In 2022 wordt 'Eén tegen eenzaamheid' afgerond, het actieprogramma van de overheid. Wat is er de afgelopen jaren gebeurd? Prof. dr. Anja Machielse is betrokken bij de wetenschappelijke adviescommissie.
Niet iedereen heeft dezelfde behoefte aan omgang met anderen. Eenzaamheid is dan ook een subjectief begrip, zegt Anja Machielse, hoogleraar humanisme en sociale weerbaarheid aan de Universiteit voor Humanistiek. ‘Je kunt niet zeggen: iemand is veel alleen, dus hij zal wel eenzaam zijn. Maar over het algemeen stellen we dat wie gebrek aan verbinding met zijn omgeving ervaart, zich eenzaam voelt.’
Machielse doet al twintig jaar onderzoek naar eenzaamheid en sociaal isolement. Ze zit in de wetenschappelijke adviescommissie van het actieprogramma van de overheid, ‘Eén tegen eenzaamheid’. Er zijn drie soorten eenzaamheid, legt ze uit. Wie sociaal eenzaam is, heeft misschien wel intieme contacten zoals een partner, maar geen gezelschapscontacten om andere dingen mee te doen.
Bij emotionele eenzaamheid zijn er wel kennissen om dingen mee te doen, maar mist iemand een hecht, intiem contact, bijvoorbeeld met een heel goede vriend(in) of partner. Dan is er nog existentiële eenzaamheid, waarbij je het gevoel hebt er niet echt bij te horen in de samenleving, of geen verbinding met jezelf kunt maken.’
Eén tegen Eenzaamheid
‘Eén tegen eenzaamheid’ van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport loopt sinds maart 2018. Het is de opvolger van de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid die al jaren bezig was om het thema op de agenda te zetten. Machielse legt uit waarom de overheid zich bezighoudt met eenzaamheid. ‘Iedereen is weleens eenzaam, bijvoorbeeld als je relatie uit is of als je net verhuisd bent.
Meestal kom je dan zelf wel in actie om meer of betere contacten te vinden. Maar als mensen geen oplossingen kunnen vinden voor hun situatie, kan eenzaamheid chronisch worden. Dat heeft vervelende gevolgen. Er ontstaan psychische problemen, maar er is ook een relatie met de lichamelijke gezondheid. Hoofdpijn, hartkloppingen en slapeloosheid bijvoorbeeld. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat chronische eenzaamheid net zo slecht is voor het lichaam als vijftien sigaretten per dag roken of ernstig overgewicht. Die risico’s voor de gezondheid zijn reden voor de overheid om zich hiermee bezig te houden.’
De Focus van Eén tegen Eenzaamheid
De focus van het programma ligt vooral op eenzaamheid bij ouderen. ‘Ouderen voelen zich vaker eenzaam omdat steeds meer dierbaren wegvallen, mensen die hen goed kenden en met wie ze veel deelden. Dat gemis kunnen anderen niet zomaar compenseren.’
Door het landelijke programma staat het thema eenzaamheid in elke Nederlandse gemeente hoog op de agenda, zegt Machielse, en dat was vroeger niet zo. ‘Toen ik twintig jaar geleden begon met mijn onderzoeken zagen gemeenten eenzaamheid als een privéprobleem waarmee ze zich niet hoefden bezig te houden. Dat moesten mensen zelf maar regelen. Nu is duidelijk dat we er met elkaar iets aan moeten doen. Ik denk dat het onderwerp op de agenda’s zal blijven staan.’
Van kerk tot huisarts
Een van de belangrijkste programmapunten was dat zoveel mogelijk gemeenten lokale coalities zouden vormen. Wat is een lokale coalitie? ‘Hierin werken allerlei partijen binnen de gemeente samen die zich bezig houden met het voorkomen en verhelpen van eenzaamheid. Zoals de kerk, de huisarts, de zorgorganisaties en vrijwilligersorganisaties. Vrijwel alle gemeenten in Nederland hebben nu zo’n lokale coalitie. Die krijgen ondersteuning van de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid. Deze club regelt masterclasses, treedt op als adviseur en deelt kennis.’
Het is nog te vroeg om de verandering van eenzaamheid als gevolg van ‘Eén tegen eenzaamheid’ te meten. De coalities zijn er, maar de aanpak moeten we nog verduurzamen, zegt Machielse. ‘Ze zitten om de tafel en organiseren bijeenkomsten om kennis over eenzaamheid te delen. Nu gaan we stappen zetten om die samenwerking tussen al die verschillende partijen in de gemeenten echt effectief te maken.
Hoe zorgen we dat elke partij de juiste doelgroep bereikt, zodat er geen overlap ontstaat of juist lacunes? Hoe stemmen de partijen dat onderling goed af, hoe verwijzen ze naar elkaar door? En zijn er nog meer partners die we kunnen betrekken, bijvoorbeeld ondernemers? Ook zij kunnen eenzame mensen signaleren en ondersteunen.’
Bakkie pleur
Tijdens corona werden de aandacht en het begrip voor eenzaamheid alleen maar groter, zegt de hoogleraar. ‘Door de maatregelen konden we minder met elkaar omgaan. Toen bleek dat er mensen in alle leeftijdscategorieën eenzaam waren.’ Het actieprogramma liep in principe door, maar veel onderdelen lagen tijdelijk stil, zoals het stimuleren van vrijwilligerswerk, het organiseren van activiteiten en het opzetten van maatjescontact om emotionele eenzaamheid aan te pakken.
Na een paar maanden werden er overal in het land alternatieven bedacht. Vrijwilligers gingen langs de deur bij ouderen om een bloemetje te brengen en even te praten. Er waren telefonische groepsgesprekken over bepaalde thema’s. En in Rotterdam beleefden mensen tijdens ‘bakkie pleur’ telefonisch samen een koffiemoment.
Nieuwe interventies
De wetenschappelijke adviescommissie is vooral verantwoordelijk voor de onderzoeksagenda van ‘Eén tegen eenzaamheid’. Ze kijkt welke stappen er worden gezet, of dat nieuwe resultaten oplevert en of welke kennis nodig is om eenzaamheid beter aan te pakken. ‘Ook stimuleren we interventies die kunnen werken bij emotionele of existentiële eenzaamheid,’ vertelt Machielse. ‘Hierbij ben je er niet met het verzorgen van sociale activiteiten. Het gaat juist om de diepere band, om de kwaliteit van het contact waardoor iemand zich gezien en gekend voelt. Wat kun je voor hen organiseren?’
Dankzij het programma is er veel nieuwe kennis ontwikkeld. Machielse adviseert om opgedane kennis en aanpak zoveel mogelijk te delen, zodat niet iedereen overal opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. ‘Als je bijeenkomsten organiseert, kijk dan hoe en voor wie je dat doet. En monitor welke groepen helemaal niet in beeld zijn en wat je daarvoor kunt doen.’ De adviescommissie vindt dat er meer aandacht moet zijn voor eenzaamheid onder migranten en onder jongeren. Om interventies voor iedereen toegankelijk te maken, is het belangrijk om succesvolle interventies duidelijk te beschrijven. Dan worden ze opgenomen in een landelijke databank zodat ze overdraagbaar zijn aan anderen.
Anja Machielse
Is hoogleraar humanisme en sociale weerbaarheid en bijzonder hoogleraar empowerment van ouderen aan de Universiteit voor Humanistiek. Haar belangrijkste onderzoeksthema’s zijn: sociaal isolement, eenzaamheid, sociale weerbaarheid, existentiële problemen en zingevingsvragen.
Anja Machielse spreekt op het Zorg+Welzijn Jaarcongres Eenzaamheid op 13 april in Ede. Meer informatie en aanmelden —>